Wat ik
altajd zo loik gefonden heb, dat wij 's avonds na de mahltajd, als de
schnitzel, de aardappels en de sprojtjes opgegeten waren, dat we dan
met de majsjes een spelletje deden. Dan deed Juul de overgebleven
sprojtjes op de floer als groen, groen knollen-knollenland en dan gingen
twee van onze majsjes daar tussen zitten en dan was ik natuurlajk de
jagersman en schoot er een voor de grap dood en dan moest de ander heel
hard hojlen. Dat was so ontzettend witzig.