30.7.08

Leeuwarden 3

In de Goudsbloemstraat had ons huis een wc. Maar in Leeuwarden had lang niet iedere woning zo’n klaarblijkelijk modern geachte voorziening. In de straten achter ons hadden de huizen tonnetjes en dat was ook elders in de stad het geval. Zelfs in de jaren dertig gebouwde woningen hadden tonnen, die wekelijks door de zogenaamde tonnenman geleegd werden. Zo’n man droeg de ton, net als een kolenman zijn zak met kolen, op zijn schouder, ter bescherming van zijn schouder lag daar een lap leer op, door de gang, door de keuken naar het toilet. De ergste belediging, die je iemand kon toevoegen was: “Jouw vader is tonnenman”. Als ik er nu over nadenk is het volslagen onbegrijpelijk, dat zestig jaar geleden mensen onder dergelijke primitieve omstandigheden hun behoefte moesten doen. Ik vond het een merkwaardige bedoening, in plaats van de bekende witte pot met bril, stond er een soort primitief houten zitbankje met in het midden een bewerkt, rond deksel van hout, dat deksel diende je op te tillen en daaronder stond de ton, die natuurlijk verschrikkelijk stonk. Wie die huizen in de jaren dertig bouwde, weet ik niet, het vreemde was, dat eerder gebouwde huizen van de vereniging “Beter Wonen”, net als ons huis, wel van een echt toilet waren voorzien. Had het iets met stand te maken?

(Geen idee trouwens of de foto een Leeuwarder tonnenman betreft, de foto vond ik op het blog van de Sneker dichter Henk van der Veer)