23.8.11

'Pseudokrijgers'

Vanochtend heb ik - ijdelheid der ijdelheden - mijzelf gegoogeld en er blijkt een enorm verschil tussen wimbloemendaal en Wim Bloemendaal, de eerste haalt 5970, de laatste 2.020.000 keren het web. Gelukkig staat dit blog beide keren bovenaan met een recent geplaatst bericht. Ik blijk ook met een uiterst gebrekkig - onvolledig en foutief - lemma in Wikipedia een plaatsje te hebben. Daaruit blijkt dat het nog altijd verstandig is, behalve het internet, ook boeken te raadplegen en wanneer ik bijvoorbeeld over auto's schrijf ligt de grond rond mijn stoel dan ook bezaaid met informatie in druk.
Oorlog is lijden, oorlog heeft mijn jeugd verpest. Daarom begrijp ik niets van mensen die oorlogje spelen in zogenaamde re-enactment groups. In 2009 schreef ik over een aantal figuren die op de autovrije zondag dat jaar op oudere rijwielen door Amsterdam trokken en poseerden als verzetsstrijders. Nu weet ik daar iets van: mijn beide ouders zaten in het verzet, bovendien heb ik in mijn journalistieke carriere een aantal verzetsmensen, onder wie Piet Oberman, geinterviewd.
In mei van dit jaar ontdekten de 'pseudoverzetsstijders' dat ik anderhalf jaar eerder mijn staf gebroken had over hun optreden: een als koerierster 'verklede' dame had zich voor het Anne Frankhuis opgesteld. Smakelozer kan nauwelijks. De 'pseudoverzetsstrijders' onstaken anderhalf jaar later na lezing van mijn blog in woede en niet alleen zij, ook een tweetal 'pseudomofjes' werd boos: een van hen schrijft trots dat de broer van zijn oma dienst deed in Nederland in de Duitse Wehrmacht. Misschien heeft die broer van zijn oma mijn oma wel in een wagon naar Auschwitz getrapt? Of anders mijn opa of een van mijn ooms en tantes, die dezelfde weg zijn gegaan? Een negentienjarige 're-enactmentkrijger' noemt mij een leunstoel-criticaster. Was ik dat maar. Dan was ik in juli 1940 niet aan de hand van mijn vader die de ellende zag aankomen, samen met moeder en zusje uit Amsterdam vertrokken en had ik een 'normale' jeugd gehad.