De RanchWagon in zijn uitmonstering als begrafenisauto - of iets grover uitgedrukt als lijkwagen - zorgde voor de nodige ophef. Natuurlijk had ik alles wat aan 's mensen laatste rit herinnerde kunnen verwijderen, maar ik besloot dat niet te doen, dus bleven de mastjes op de voorschermen, de gordijntjes en de rollen voor de kist, achterin gehandhaafd. De eerste die bezwaar maakte was mijn moeder, zij weigerde pertinent van "dat smerige kreng" gebruik te maken, zij had zoals gewoonlijk een goed argument: een keer is genoeg, waarop ik antwoordde dat ze van die definitieve tocht helaas niets zou merken en dat dit haar kans was om in een begrafenisauto vervoerd te worden. Maar zij volhardde.
Ik reed ieder dag van Breukelen naar mijn werk in Hilversum en werd op zeker moment in Nieuwersluis aangehouden door een ambtenaar van de accijnzen, die mijn 60-dagenkaart wilde zien. Omdat begrafenisauto's niet alle dagen dienst deden, had de wetgever het mogelijk gemaakt om zo'n kaart aan te schaffen, waarop je iedere dag dat je reed moest noteren. Zo'n kaart had ik niet, want a. was ik geen begrafenisondernemer en b. reed ik iedere dag en betaalde gewoon de normale wegenbelasting. De ambtenaar geloofde me niet. Ik heb toen een buitengewoon christelijk geinspireerd verhaal afgestoken waarin ik de man duidelijk maakte dat God hem moest hebben geleerd om te beginnen met zijn medemens te vertrouwen. Het werkte, hij liet me gaan, maar vertelde wel dat hij een een ander zou controleren.
Ernstiger was dat een omwonende van het parkeerterrein van mijn werkgever deze een boze brief had geschreven waarin hij zich beklaagde over het dagelijks uitzicht op mijn auto, omdat hij recent een familielid verloren had. Ik kreeg van mijn directe chef de opdracht een brief te componeren met de reden waarom ik een begrafenisauto reed. Een brief, die vervolgens aan de omwonende kon worden gestuurd. Nu waren en zijn er in het Grootbritse talloze wonderlijke verenigingen, waarvan wij hier slechts kunnen dromen, dus ik maakte me lid van British Funeral Vehicle Preservation Society. De door mij ontworpen brief is inderdaad verstuurd en mijn werkgever noch ik hebben van de omwonende ooit meer iets gehoord.
Ernstiger was dat een omwonende van het parkeerterrein van mijn werkgever deze een boze brief had geschreven waarin hij zich beklaagde over het dagelijks uitzicht op mijn auto, omdat hij recent een familielid verloren had. Ik kreeg van mijn directe chef de opdracht een brief te componeren met de reden waarom ik een begrafenisauto reed. Een brief, die vervolgens aan de omwonende kon worden gestuurd. Nu waren en zijn er in het Grootbritse talloze wonderlijke verenigingen, waarvan wij hier slechts kunnen dromen, dus ik maakte me lid van British Funeral Vehicle Preservation Society. De door mij ontworpen brief is inderdaad verstuurd en mijn werkgever noch ik hebben van de omwonende ooit meer iets gehoord.