9.2.16

1001 B


Er kleefden een aantal bezwaren aan de PCC’s, de deinende gang heb ik al genoemd, maar ook het abrupte remmen en het voor sommige – met name staande passagiers – snelle optrekken kregen kritiek. Maar er was nog iets anders, de PPC-car was een éénrichtingtram en omdat sommige lijnen, zoals de bijvoorbeeld de 5 aan beide eindpunten noch een keerlus noch  een mogelijkheid tot driehoeken had, kon de  PCC-car op zo'n lijn niet worden ingezet.
De 1001 en 1002 kregen in de 1003 tot en met 1024 een vervolgserie, gebouwd door La Brugeoise in  Brugge, het idee van een achterinzittende conduceur was inmiddels verlaten, de bestuurder reed niet alleen, hij stempelde ook en om duidelijk te maken dat  het om éénmanswagens ging, kregen de PCC’s twee  horizontale groene banen op de neus, die trouwens in 1960 weer vervielen.