Het moet ergens in de jaren zeventig geweest zijn dat ik naar een buitenwijk van Parijs reed om de pianist Daniël Wayenberg te interviewen. Ik herinner me een groot huis met een lang tuinpad, maar bovenal een buitengewoon vriendelijke man en dat ons gesprek niet alleen over de piano ging, maar wonderlijk genoeg ook over goklust, waarvan hij de oorzaak zag in zijn half-Russische afkomst: zijn moeder was Russisch. Zij was ook, toen ze zijn absolute gehoor ontdekte, zijn eerste pianoleraar. Wayenberg werd een uitzonderlijk pianist. Je zou, bijna profaan, kunnen zeggen: hij was van alle markten thuis, niet alleen op het klassieke front, maar hij speelde ook jazz. Hij overleed gisteren.