Dit
is een Amphicar, het eerste deel van het woord slaat op amfibie en de
auto kan zowel dienen als voer- en als vaartuig. Deze Amphicar uit 1965
stond aan het eind van een lange reeks van dergelijke wagens ontworpen
door Hans Trippel (1908-2001). De eerste, na een aantal prototypes,
dateert uit 1934 en had een viercylinder Adlermotor en aandrijving op
vier wielen, daarna werd een zescyinder Opelmotor geïnstalleerd om
uiteindelijk weer een Adlermotor te benutten in een type met
voorwielaandrijving, ook werd een luchtgekoelde achterin geplaatste
Tatra V8-motor gebruikt. Trippel had inmiddels de Bugattifabriek in
Molsheim, in de bezette Elzas in gebruik, de Wehrmacht koos echter voor
de goedkoper te bouwen Volkswagen "Schwimmwagen". Na de oorlog verscheen
een door Trippel ontworpen kleine auto, geen amfibie, met een
achteringeplaatste tweecylinder Zündappmotor, de geplande productie zou
plaats vinden in Stuttgart en er werden zelfs licentieverdragen gesloten
met de Troll Plastik- og Bilindustri in Noorwegen (daar gebouwd met een
met een luchtgekoeldetweecylindertweetactmotor van Gutbrod) en met de
S.I.O.P. (Société Industriel de l'Ouest) in Frankrijk (daar gebouwd met
een luchtgekoeldetweecylindermotor van Panhard), maar in Noorwegen bleef
de productie beperkt tot vijf exemplaren, in Frankrijk was het succes,
waar verschillende modellen werden geïntroduceerd, iets groter en werd
de auto onder de naam Marathon in 1954 en '55 in Parijs geproduceerd.
Hand Trippel zelf was inmiddels teruggekeerd naar zijn oude thema, een
amfibie en in 1959 stond op de autosalon in Geneve een nieuw
amfibievoertuig, de Eurocar, die uiteindelijk als Amphicar, eerst in
Lübeck en vanf 1962 in Berlijn, in productie ging. Op de weg haalt de
met een Triumphmotor uitgeruste Amphicar 105 km/u, in het water 12
km/u. Uiteindelijk zijn er tot 1968 slechts 3878 exemplaren gebouwd.