Naar de vaderlandse televisie kijk ik nauwelijks en dus miste ik "De wereld draait door" van gisteravond. Mijn oudste zoon maakte me vanavond attent op het feit dat een van de gasten Hans Keilson was en ik heb het programma net bekeken. Met kromme tenen, dat wel. Want de verdienste van Hans Keilson is natuurlijk niet dat hij honderd jaar en negen maanden oud is, want op dat feit werd door Matthijs van Nieuwkerk bij voortduring gehamerd. Zijn leeftijd speelde in de recensie in de International Herald Tribune van een paar weken geleden geen rol, in die krant werd Keilsons "In de ban van de tegenstander" een meesterwerk genoemd. Dat is het ook. Het verscheen 51 jaar geleden voor het eerst in Nederlandse vertaling en in 1982 verscheen het opnieuw in onze taal. Nu de Amerikanen het boek hebben ontdekt, rent Nederland er in gestrekte draf achter de Amerikanen aan. Ik heb de uitgave van 1982, toen was ik patient van Dr. Keilson, een eminent psychiater, die me niet alleen hielp overleven, maar me ook wees op boeken die tot die tijd voor mij gesloten waren gebleven. Dr. Keilson, ik heb zijn voornaam nooit in een gesprek gebruikt, daagde me uit en dat bracht me verder. Soms wordt de titel "renaissance man" ten onrechte gebruikt, maar als er iets op hem van toepassing is het die benaming: trompettist, violist, samensteller van boek met Nederlandse zeemansliederen, sportleraar, arts, psychiater, schrijver, voorzitter van de afdeling buitenland van de Duitse Penclub, dat alles was hij, soms tegelijkertijd. Een heel bijzondere man, die ik dankbaar ben en dat hij nu honderd jaar en negen maanden is, Matthijs? Oi.