27.9.10

Tingo

Het is typisch een boekje dat ik op een luchthaven koop: reisliteratuur, die ik niet noodzakelijk hoef uit te lezen. Gister (na lang aandringen, was ik bezig een plastic doos met boeken op te ruimen), vond ik "Tingo" terug en ik begon opnieuw aan het boekje van Adam Jacot de Boinod met een aanbeveling van Stephen Fry. Dat laatste is geen wonder want Jacot de Boinod is een onderzoeker voor het hilarische BBC-quizprogramma Qi, dat door Fry wordt gepresenteerd. De volledige titel van "Tingo" luidt "The Meaning of Tingo and other extraordinary words from around the world"* en aan die beschrijving hoef ik niets toe te voegen. Wie wil weten hoe een borstelige snor heet in het Albanees, of hoe iemand die Hausa spreekt reageert wanneer hij slechts nieuws ontvangt, komt hier volledig aan zijn trekken. Of toch niet? Want ik krijg twijfels als ik Nederlandse woorden ontmoet, zo zou ik hardnekkig nooit met stubborn vertalen. Bij stubborn (koppig) denk ik aan een persoon, bij hardnekkig aan een handeling, of in een zin: de koppige man deed een laatste, hardnekkige poging zijn boot vlot te trekken. Ook heb ik "knisper! knasper! knusper!" nog nooit door iemand in ons land horen gebruiken toen hij een een zak rice crispies opentrok. Knusper, maar dan uitgesproken als knoesper ken ik alleen maar in het Duits. Maar misschien hanteer ik wel een te fijne stofkam en gaat het juist om merkwaardige woorden, die wij niet dagelijks gebruiken: zoals uitbuiken en uitwaaien. Het eerste kende ik niet, het tweede gebruik als een kaars of een fakkel uitwaait en niet als ik een strandwandeling maak. Dus aarzel ik of ik iemand die na de maaltijd op de Cookeilanden voortdurend boert zal vragen of hij wil ophouden met akapu'aki'aki.

*Penguin Books 2005, ISBN 0-140-51561-5