De baron, voor zijn wijf "Butsjemantsje", voor zijn kinderen "pappie", voor zijn moeder "Ulbelief", voor zijn maten "Ulbo", voor de rest van de wereld "de baron", behave voor die ene hokkiespeler die hij eerder het hospitaal in sloeg: "kanserpusjens", wat kankerlijder besjuiten zal, kon de vreet flink openscheuren, hij had, zeg maar, de muil in beide handen. Hij vond dat hij op zulkzowat recht had, je was van adeldom of je was niet van adeldom, in het eendbesloot. Toen men dan ook in stee van tichels rijplaten in de buren als straatje had daalgelegd, fietste hij daar fleurig op los, met een van zijn famkes staand op de pakjedrager, want men kan zijn kinderen, nevens hem, niet bijtijds genoeg leren asosiaal te wezen. Adel verplicht, is het niet zo?
Sikke Beintema, De Westerein
Sikke Beintema, De Westerein