In de straat waar de heer Ozenfant zijn woonte heeft, verblijft, uiteraard, een aantal andere honden, waaronder grut van een onbestemd ras dat, wanneer de heer Ozenfant - neus aan de grond - passeert, stevig aan de blaf gaat. De heer Ozenfant wenst daarop niet te reageren, vermoedelijk - maar niets is zeker, voor zover het het brein van de heer Ozenfant aangaat - denkt hij: naar Korea geteisem en over een scherp mes en een halssnede laat ik mij, ondanks druk van ene mevrouw Marianne Thieme, niet uit, als jullie maar opgevreten worden. Wanneer andere honden huize Ozenfant passeren verwaardigt hij zich niet op soortgelijke wijze als genoemd geteisem te gedragen, het is dan ook zijn inziens typisch op- en doorgefokt, vermoedelijk Frans gedrag. Nee, de heer Ozenfant wenst met zijn oer-Schotse achtergrond met zulk o-la-la-volk niets van doen te hebben.
Gisteravond ontmoette de heer Ozenfant tot zijn immens plezier echter twee andere cairnterriers, een van veertieneneenhalf, de ander van twee jaar oud. De vreugde ging zelfs zo ver dat de heer Ozenfant de urine van de een van de straat begon te likken, en nu weet ik dat wat kleur betreft de gelijkenis met Laphroaig bijzonder groot is, maar 'de neus' is toch even anders. Er werd staartgewapperd, gesnoven, op de achterpoten gestaan, kortom opnieuw Schotten onder elkaar en ze namen afscheid met een welgemeend: Oidhche mhath!