Het moet in 1987 geweest zijn. Ik zat op een terrasje in Tel Aviv op de Dizengoff. Uit het café klonk een Grieks liedje, tenminste dat was wat ik dacht. Maar de woorden waren niet Grieks. Ik wilde weten wie het zong, want ik kon toch moeilijk een platenzaak binnenlopen en het gaan zingen terwijl ik de woorden niet verstaan had. Ik vroeg de serveerster wie de zanger was en ze schreef het voor me op een briefje: "Arik Aynstayn". Ah, Arik Einstein. Op naar een platenzaak: een kwartier later had ik de cassette in handen met zijn en Miki Gavrielovs "Shir HaShayarah". Jaren later kocht ik nog een paar CD's van hem, oa. die met kinderliedjes, waarop "Adon Choco". Vorige week overleed Arik Einstein op vierenzeventigjarige leeftijd en alhoewel hij buiten Israël een onbekende naam is gebleven werd hij daar op handen gedragen. Bij een herdenkingsbijeenkomst in Tel Aviv woensdag j.l. waren naar schatting 10.000 mensen aanwezig. Arik was de zoon van een toneelspeler en kreeg zijn eerste faam als
hoogspringkampioen in zijn jongensjaren. Behalve zingen was ook acteren
hem niet vreemd, dit is een komische schets, waarin hij samen met Uri Zohar de draak steekt met de immigratiegolven, waarbij iedere vorige golf neerkijkt op de volgende.