"Ja mensen, ik denk net als president Trump ook na over een nieuwe haardracht en een snorretje."
31.1.17
Toen 16
Dat Leonardo Jiménez (1939) in zijn vader Santiago's voetstappen zou volgen lag voor de hand, op zvenjarige leeftijd stond hij met hem - ook met een accordeon - op het podium. Zijn bijnaam is Flaco en ik ontmoette hem niet alleen in Nederland, maar ook in San Antonio (Texas) en neem van mij aan dat maakt een wereld van verschil. In 1978 reed ik San Antonio binnen en zag een straatnaambordje met Mesquite, daar woonde Flaco's bajosextospeler en Ry Cooders bassist op de lp "Chicken Skin Music" Henry "Big Red" Ojeda en hij had me gezegd dat ik, als ik ooit in de buurt was, langs moest komen, dus draaide ik de straat in. Zijn huis stond op een hoek, de voordeur was open, maar afgesloten met een hor tegen de vliegen. Ik zag geen bel, dus riep maar eens. Er gebeurde niets. Ik riep nog maar eens en hoorde een baby huilen. Na vijf minuten kwam er een angstig kijkende, jonge vrouw aan de deur. Wat ik wilde? Ik ben op zoek naar Big Red Ojeda, ik kom uit Nederland en hij heeft me ooit uitgenodigd. Haar houding verandert - later blijk dat ze me voor een politieagent aanzag - ze vraagt me binnen en gaat haar vader bellen die ergens een kerkkoor leidt. Ik verzeil in een voor mij vreemde wereld en het duurt even voordat ik het door heb. Er zijn engelssprekende Texanen (en zo zie ik eruit) en spaansprekende Texanen en ik kom de wereld van de Chicano's binnendenderen en dat blijkt wat ongewoon. Bij een openluchtoptreden van Ojeda met Flaco word ik door de laatste uitgebreid geïntroduceerd als komende uit Holland, uit Amsterdam. Later wanneer ik met Ojeda in zijn stamcafé beland, word ik aan iedereen voorgesteld, opnieuw wordt benadrukt dat ik uit Holland, uit Amsterdam kom. Het begint me te dagen: het moet iedereen duidelijk zijn dat ik niet één van die in hun ogen engelsprekende Texaanse klootzakken ben. Wanneer ik naar de jukebox loop, staat er ogenblikkelijk iemand naast me en vraagt: "Do you like that Mexican jazz?" Wanneer ik de namen van de musici correct uitspreek en het bijvoorbeeld niet heb over Fleko Himmeniez en Los Légrus de Terrain, word ik volledig geaccepteerd en ik moet oppassen dat ik vanwege de vele aangeboden drankjes het café niet ernstig beneveld verlaat.
1948 XLI
Voor mijn gevoel is het vijfenzestig jaar geleden dat ik voor de laatste keer een auto zag met luidsprekers op het dak. Vooral bij verkiezingen wilde je ze nog wel eens tegenkomen: een mopje muziek gevolgd door een korte toespraak waarin gemeld werd dat ik - nog niet stemgerechtigd - de antirevoltionnaire dan wel de christelijk-historische kijk op de wereld diende te volgen. Bovenstaand autootje is een Dinky Toys dat in 1947 uitkwam en tien jaar in productie bleef, waarnaar het gemodelleerd is heb ik niet achterhaald. De koplampjes zijn een toevoeging van mij.
30.1.17
Fries nieuws 4
Klaarblijkelijk zijn niet alle Friezen ingenomen met het project "11Urinals", want in Sneek is lawijt ontstaan over de plaatsing vlakbij het waarmerk van de stad: de Waterpoort. Er valt op Petitie24.nl tegen te protesteren en ook de Workummers laten van zich horen over de bij hun te plaatsen pisbak op dezelfde website. De foto toont het ontwerp van de Duitse kunstenaar Stephan Balkenhol voor de "urinal" van Sneek.
Toen 15
Ik had hem in Nashville, thuis in zijn studio, al eens opgezocht: de legendarische producer "Cowboy" Jack Clement (1931-2013) , die eind jaren vijftig voor het Sunlabel in Memphis Jerry Lee Lewis ontdekte en opnam en Roy Orbison, Carl Perkins en Johnny Cash op de plaats zette. Op het terrein van zijn studio stond in 1978 een oude Buick, die als opnameruimte gebruikt kon worden: "That sound is really good!" en in de winter kregen de bomen rond de studio katoenen blaadjes, want Clement vond de herfst geen geslaagd jaargetij. Er zijn weinig mensen die zowel platen van Ray Charles, Dolly Parton Doc Wattsom, Bobby Bare, Elvis Presley, Cliff Richard, Tom Jones, Waylon Jennings als Townes Van Zandt hebben geproduceerd. Wat dat betreft is Clement uniek. Hier staat hij (in 't begin van de video) zelf in de studio voor de in 1978 uitgekomen langpeelplaat "All I want to do in life", van dezelfde lp is dit "Gone Girl".
1948 XL
De eerste Trojan was een revolutionnair en goedkoop Engels autootje met een viercylinderhorizonaletweetactmotor onder de voorbank, een tweeversnellingsbak en tot 1929 zelfs leverbaar zonder luchtbanden, Oorspronkelijk werden de Trojans gebouwd door vrachtwagenfabrikant Leyland, die overigens ook een achtcylinderpersonenwagen met een gepeperde prijs in de aanbieding had, terwijl de Trojan in 1925 de goedkoopste auto op de Britse markt was. Maar dat was in 1948, toen bovenstaande bestelwagen verscheen geschiedenis, al was de motor nog steeds ontleend aan het oude basisontwerp. Toch werd, omdat het brandstofverbruik hoog lag, de motor spoedig vervangen door een driecylinder Perkins.
29.1.17
Toen 14
Dit is voor mij de meest ontroerende foto die ik ooit maakte. Ik reed in 1978 in het zuiden van de Verenigde Staten - in Louisiana - in een huurauto met kentekenplaten van Tennessee. Klaarblijkelijk wekte dat argwaan want toen ik aan een stel in het centrum van het kleine plaatsje Basile rondhangende jongelui naar Nathan Abshire vroeg werd ik behoorlijk vijandig bejegend. Ik was op zoek naar Abshire (1913-1981) omdat hij in mijn ogen destijds de grootste cajunaccordeonist was. Uiteindelijk vond ik zijn woning, een wat armoedig houten bouwsel en dat verbaasde me: Abshire was toch wereldberoemd! Zijn vrouw deed open en ik vertelde dat ik hem graag wilde spreken, dat werd niet helemaal goed begrepen want zij dacht dat hij voor mij een stukje moest spelen. "Non, je veux parler avec votre mari!" Even later zat ik in mijn beste schoolfrans Abshire te interviewen, maar daar stopte ik gauw mee want ik verstond zijn cajunfrans niet en dus werd het gesprek in het engels voortgezet. Daarna maakte ik bovenstaande foto en nog steeds begrijp ik het niet, 's werelds grootste cajunartist voor zijn armoedig onderkomen met vrouw en zoon, die na een mislukt huwelijk van veertien dagen, teruggekeerd was in de ouderlijke hut.
1948 XXXIX
Ik moet een jaartje smokkelen want de eerste Tempo "Hanseat" dateert van 1949, gebouwd door Vidal & Sohn Tempo Werke GmbH in Hamburg, een firma die sinds 1924 in de kleine vrachtwagen- en militaire terreinvoertuigenbouw actief was. Naast de driewielige "Hanseat" fabriceerde men ook de "Matador". In 1966 werd de firma overgenomen door Hanomag-Henschel dat op zijn beurt in 1971 onde de hoede kwam van Daimler-Benz. De "Hanseat" was destijds populair, behalve in Duitsland en in ons land, kwam je hem zelfs in Frankrijk tegen. Ik kreeg in het autootje in 1955 een lift ergens in de buurt van Rouen.
28.1.17
Toen 13
Eind jaren zestig werke ik onder leiding van regisseur Frans Boelen (1937-1997) onder meer met - hier boven v.l.n.r. - Leo Jacobs en Susanne Piët, mee aan de controversiële serie televisieprogramma's "Rood, Wit, Blauw". Er is niet veel van bewaard gebleven: niet het onderdeel over kunstmatige inseminatie, een Limburgse pastoor wist daar alles van en met hem bezocht ik een k.i.-station, waar de dienstdoende medewerker op de vraag of hij een leuke baan had, antwoordde: "Jawel, het bevredigt mij!" Ook de reportage over het rolstoeldansen is onvindbaar, net als het gesprek met leden van "Mensa" en de uitbeelding van de gezegdes: paar'len voor de zwijnen werpen, de lakens uitdelen en voor het zingen de kerk uitgaan. Met cameraman Paul van den Bosch reisde ik naar Londen, waar ik een man die voorgaf dat hij ooit chauffeur van Al Capone was geweest interviewde, naast een man die een enorme verzameling kunstledematen had en een sexmachine had uitgevonden. In de studio sprak ik met de schrijver van "Waren de goden kosmonauten", de Zwitser Erich von Däniken. Ik heb slechts één reportage uit een Rood, Wit, Blauwprogramma teruggevonden, die over naturisme, waarschijnlijk is die bewaard gebleven omdat daar kamervragen over zijn gesteld.
1948 XXXVIII
Autobussen, gaan ondanks de vele kilometers die ze draaien, lang mee, maar ook brandweerwagens kennen een lange carrière, maar dat komt eerder doordat ze heel weinig in actie komen. De Leyland Cub K Series (later begin jaren tachtig zou er nog een Cub in minibusvorm verschijnen) werd van 1931 tot 1939 gebouwd, o.a. met een wel heel Brits ogende brandweeropbouw.
27.1.17
Toen 12
Een foto uit het Moondogstijdperk - om precies te zijn uit 1982 - met links medesamensteller en -presentator Bram van Splunteren (die naar de VPRO zou gaan en de radio inwisselde voor de televisie) en in het midden Phil Everly (1939-2014). Samen met zijn broer Don had hij tussen 1957 en 1973 alle hitparades beklommen, maar daarna kwam er de klad in, ze begonnen een solocarrière, pas in 1983 stonden de Everly Brothers weer samen op een podium. De broers deden medio jaren veertig hun eerste radioervaring op in een show van vader Ike Everly als "Little Donnie and
Baby Boy Phil".
1948 XXXVII
De eerste Renault TN6C's reden in 1932 in Parijs en er zouden in diverse opvolgende series uiteindelijk 1020 exemplaren gebouwd worden. De Société des Transports en Commun de la Région Parisienne (STCRP), voorganger van de Régie Autonome Transports Parisiens (RATP), bestelde een eerste reeks van 770 bussen met afgesloten cabine voor de chauffeur en open achterbalkon. Ze hadden een zescylinder benzinemotor met een inhoud 7980cc, een tweede kleinere serie had een motor (met dezelfde cylinderinhoud) die op een derde alcohol, een derde benzol en een derde benzine draaide. De TN6C's zouden jarenlang het straatbeeld van Parijs bepalen, dus ook in 1948.
26.1.17
Toen 11
Als ijverig reporter, op de foto rechts, in Colditz. U herinnert zich de televisieserie van met dezelfde naam, gemaakt naar het boek van Pat Reid (1910-1990)? Ik interviewde Reid in Engeland, maar er onstonden, overigens niet aleen bij mij, twijfels aan het verhaal, want er hadden toch ook Nederlandse officieren in Colditz gevangen gezeten die met enige regelmaat hadden geprobeerd te ontsnappen? Na enig speurwerk werden drie Nederlandse officieren gevonden die tijdens de oorlog geweigerd hadden een papier te ondertekenen waarin ze verklaarden zich te onthouden van tegen de Duitse bezetter gerichte activiteiten: Charles Douw van der Krap (1908-1995), Tony Luteijn (1917-2003) en Dolf Dufour (1907-?), die vanwege hun weigering in Duitsland werden geïnterneerd. Ik heb ze in Den Haag en Rijswijk langdurig geinterviewd: Luteijn lukte het te ontkomen, Dufour werd vlak voor de Zwitserse grens gepakt en Douw van der Krap? Wie zijn verhaal hoorde raakte verbijsterd, dat één man in één leven meemaakt waar een ander tien levens voor nodig heeft en er dan rustig over praatte: wonderbaarlijk; regelmatig denk ik aan deze indrukwekkende man terug. Op de foto staat hij - wijzend - in het midden, links van hem staat Dolf Dufour. Ik heb zowel Douw van der Krap als Dufour en Luteijn op het web opgezocht en door op hun naam te clicken komt u meer over hen te weten. De foto werd trouwens gemaakt in Colditz.
1948 XXXVI
Meteen herkenbaar: een Franse bus, een Chausson met het kenmerkende "varkensneusje" of in goed Frans "nez de cochon". Dit type Chausson heeft kort na de oorlog ook in Nederland gereden, o.a. als stadsbus in Den Haag, maar daar voldeden ze niet, zodat ze eindigden als touringcar. Chausson was een door drie broers in 1907 gestarte radiateurfabriek, die later ook complete autocarrosserieën ging leveren, De eerste Chaussonbus - n.b. met een houtgasgenerator - dateert uit 1942. Toen na de Tweede Wereldoorlog er door de staat middels het zogenaamde plan Pons geregeld werd welke autofabriek wat mocht produceren kreeg Chausson autobussen toebedeeld en op 26 mei 1948 rolde de 2000ste bus al de fabriek uit. De nummering van de bussen is eenvoudig: een Chausson AHE 48 is een in 1948 gebouwde autobus met een Hotchkissbenzinemotor. (A=autobus, H=Hotchkiss, E=essence, 48=1948; andere motormogelijkheden waren P=Panhard en S=Somua, dieselmotoren werden aangeduid met een H=huile lourde).
25.1.17
Toen 10
Achter het stuur van een Mack, onderweg van chauffeurscafé naar chauffeurscafé met achter de trekker een bijna lege trailer met zo'n vijfentwintig stoeltjes en een filmprojector en dat allemaal omdat de film "Convoy" in première ging en vrachtwagenchauffeurs de trailer van de film in (juist, ja) een trailer konden zien en tegelijkertijd gratis kaarten ontvingen voor de première in een aantal bioscopen.
Ik maakte in die tijd, we hebben het over de jaren zeventig, het programma voor vrachtwagenchauffeurs "Truck". In de uitzending sprak ik met chauffeurs - maar ook met de vakbond - over werkomstandigheden, loon, eten, ziekte, kortom over alles wat het beroepschauffeursvak aanging, want er was in die sector veel mis. Zaterdagavond a.s. kijkt "Andere Tijden" op NPO 2 terug naar die woelige jaren.
N.B. Michiel Veenstra, die voor de NTR de geschiedenis van 3FM bijhoudt meldt op de 3FM-website: "VARA’s Wim Bloemendaal vermaakt de nachtelijke truckers met Groot Licht". Na historisch onbenul Veenstra twee keer op deze onzin te hebben gewezen met het verzoek tot correctie over te gaan - zonder enig resultaat - heb ik mijn hoofd maar in de schoot gelegd. Veenstra is dj en die luisteren in de regel erg slecht.
N.B. Michiel Veenstra, die voor de NTR de geschiedenis van 3FM bijhoudt meldt op de 3FM-website: "VARA’s Wim Bloemendaal vermaakt de nachtelijke truckers met Groot Licht". Na historisch onbenul Veenstra twee keer op deze onzin te hebben gewezen met het verzoek tot correctie over te gaan - zonder enig resultaat - heb ik mijn hoofd maar in de schoot gelegd. Veenstra is dj en die luisteren in de regel erg slecht.
1948 XXXV
Opnieuw, maar nu een viertal, duidelijk Britse bussen, bovenstaande bus heeft net als de dubbeldekker de chauffeursplaats kenmerkend naast de motor en de terugwijkende resterende voorkant. De drie onderstaande bussen zijn alle drie Dinky Toys uitgebracht in de 29-serie, achttereenvolgens 29 G, de "Luxury Coach", die in 1948 uitkwam, 29 F "Observation Coach"- met dat merkwaardigeverhoogde dak - die eveneens in 1948 verscheen en 29 C, die met de Dunlopreclame vanaf 1954 door Dinky Toys werd vervaardigd.
Luxury CoachObservation Coach
24.1.17
Toen 9
Deze foto van de bevrijder van Breda (29 october 1944) generaal Stanislaw Maczek (1892-1994) - aanvoerder van de 1e Poolse Pantserdivisie - nam ik voor een Convair op een Spaanse luchthaven. Maczek was met zijn invalide dochter vanuit Edinburgh op vakantie op een Spaans eiland in de Middellandse Zee, toen die dochter ernstig ziek werd. De VARA organiseerde destijds met enige regelmaat een radio-actie onder de naam Van Harte, met Henk van Stipriaan in de studio en Kees Buurman als reporter onderweg. Tijdens de radio-uitzending werd geld ingezameld voor een goed doel. Op zeker moment was de repatriëring van Maczek en zijn zieke dochter vanuit Spanje naar Edinburgh, waar Maczek - als ik me goed herinner - geld verdiende als barpianist, het goede doel. Ik vloog 's morgens vroeg van Schiphol met de producente van het programma als enige passagiers in de Convair naar Spanje, waar Maczek met zijn dochter en Kees Buurman aan boord kwamen. De uitzending was maandagavond kort na zessen, maar de datum herinner ik me niet.
1948 XXXIV
Grote kans dat je wanneer je in 1948 op het Britse platteland van A naar B reisde, dat je dat in een Bedford OB deed. Goed voor zo'n 28 passagiers en uitgerust met een 28PK benzinemotor. Eén PK per passagier! Voordat in September 1939 de oorlog uitbrak waren er 73 gebouwd, maar na de oorlog werd de productie van de bus in october 1945 weer opgepakt en tot 1951 werden er door de Bedforddivisie van Vauxhall 12766 OB's gebouwd. De topsnelheid van de bus lag bij ongeveer 65 km/u.
23.1.17
Fries nieuws 3
Het leek mij juist ook de volgende regels uit de folder van Fred Fraatchraag en Arie Stompetuyt te citeren:
11Urinals is een kunstproject waaraan elf uit
verschillende landen afkomstige kunstenaars uit het topsegment van de
kunstwereld deelnemen. Zij zijn zorgvuldig gekozen bij de locatie, de
lokale of regionale historie en hun bereidheid kennis te maken met de
inwoners van ‘hun’ stad. Zo mogelijk ontwikkelen ze voor en met hen
participatieprogramma’s.
11Urinals is ook een sociaal project.
Door bewoners kennis te laten maken met de persoon en het werk van de
kunstenaar en hen intensief te betrekken bij de ontwikkeling van ’hun’ pisbak wordt de pisbak van en voor de gemeenschap. Dat wordt goed
begrepen: in bijna alle 11 steden zijn nu vanuit de bevolking zelf
zogeheten pisbakcommissies gevormd. Deze zijn betrokken bij het vinden
van de juiste locatie, werken mee aan een hartelijke ontvangst van ‘hun’
kunstenaar en organiseren programma’s rondom het project. De kinderen
worden daarbij niet vergeten. Op deze manier ontstaat draagvlak en wordt
de basis gelegd voor goed behoud en beheer van de pisbakken in de
toekomst.
11Urinals is een innovatief project. Het is toegespitst op water
in verscheidene vormen. Door waar mogelijk technologische en
ecologische innovaties toe te passen worden de pisbakken niet alleen
duurzaam, maar verwijzen zij ook naar het belang van waterbeheer en
research en bevorderen zij het collectieve ecologische bewustzijn.
Friesland is koploper op het gebied van watertechnologie en -research.
Van de watertechnologische bedrijven in Friesland tot op het niveau van
het Ministerie van Infrastuctuur en Milieu wordt begrepen dat
11Urinals een uniek project kan zijn om Nederland – met Friesland in
het bijzonder – nationaal en internationaal te promoten als
innovatieland op het gebied van waterbeheer en watertechnologie.
11Urinals is een cultuurtoeristisch project.
De roemrijke reputatie van de elf kunstenaars trekt als een magneet
vanuit de hele wereld mensen aan en maakt de elf pisbakken tot destination art,
een bestemming voor cultuurtoerisme. Daarmee komt, naast het
watertoerisme dat Friesland nu kent, een ander soort toerisme op gang
dat oog heeft voor de eeuwenoude lokale en regionale kunst-en
cultuurschatten en er nieuwe glans en bekendheid aan verleent.
Cultuurtoerisme is wereldwijd de tweede toeristische branche. De faam
van deze kunstenaars maakt, in combinatie met de schoonheid en rijke
historie van de elf steden en het Friese landschap, de route van de elf pisbakken tot een internationale cultuurtoeristische topattractie die
sterke impulsen geeft aan de lokale en regionale cultuur en economie.
11Urinals
is een van de grootste projecten van Leeuwarden-Fryslân 2018, Culturele
Hoofdstad van Europa, en het enige dat blijvend zal zijn als nieuw cultureel erfgoed.
Fries nieuws 2
Vanuit Harlingen wordt ik geattendeerd op het feit dat ik de de heren Fraatchraag en Stompetuyt verkeerd heb geciteerd, het blijkt namelijk in het kader van Leeuwarden culturele hoofdstad 2018 niet om fonteinen te gaan, maar om pisbakken. Het project heet dus niet 11Fountains maar 11Urinals en projectleider Anna Tilroe zei dus: "Pisbakken passen bij Friesland. Een pisbak brengt namelijk mensen bij elkaar, zet kinderen aan tot spelen, lokt verliefde paartjes, kortom: hij stimuleert geheel vanzelfsprekend, het gevoel van Gemeenschap of, zoals ze in Friesland, zeggen van Mienskip.
Daarbij zijn de 11 pisbakken stuk voor stuk monumenten die iets vertellen over de plek waar ze staan, over de geschiedenis van de stad en over de mensen die er wonen en ooit gewoond hebben. Als hedendaagse kunstwerken getuigen ze ook van de snel veranderende wereld waarin wij leven, van sociale verschuivingen, technologische vernieuwingen en klimatologische omwentelingen Op die manier slaan de elf pisbakken een brug tussen de complexe globale wereld van nu en de geschiedenis van een plaats en een bevolking."
Fries nieuws
Buitengewoon gelukkig heb ik j.l. zaterdag de hand kunnen leggen op een door Fred Fraatchraag en Arie Stompetuyt geschreven folder, waarin zij vol enthousiasme schrijven over wat ons volgend jaar in Friesland te wachten staat, want niet alleen Leeuwarden is Europees cultureel hoofstad, de hele provincie wordt in het spektakel meegezogen. Er komen in de elf steden fonteinen. Het project gaat in het Engels van start onder de naam "11 Fountains" en projectleider Anna Tilroe spuit als een echte gargoyle de volgende zinnen: "Fonteinen passen bij Friesland. Een fontein brengt immers mensen bij elkaar, zet kinderen aan tot spelen, lokt verliefde paartjes, kortom: hij stimuleert geheel vanzelfsprekend het gevoel van Gemeenschap of, zoals ze in Friesland zeggen, van Mienskip. Daarbij zijn de 11 fonteinen stuk voor stuk monumenten die iets vertellen over de plek waar ze staan, over de geschiedenis van de stad en over de mensen die er wonen en ooit gewoond hebben. Als hedendaagse kunstwerken getuigen ze ook van de snel veranderende wereld waarin wij leven, van sociale verschuivingen, technologische vernieuwingen en klimatologische omwentelingen. Op die manier slaan de elf fonteinen een brug tussen de compexe globale wereld van nu en de geschiedenis van een plaats en een bevolking."*
Maar er wordt, zo lees ik in de folder van Fraatchraag & Stompetuyt, volgend jaar veel meer uit de Friese kast gehaald, zo gaan de oude Friese volkssporten hampeljen en bombarjen weer gespeeld worden. Hampeljen, het achterwaarts hinkelen rond het kerkhof en bombarjen, een samentreksel van "bommetje" en "jarre" (Fries voor gier, dunne mest) waarbij de deelnemers van een zeven meter hoge duikplank in een giertank springen. Voor het omkeuteljen, een geliefd tijdverdrijf (tiidferdriuw) onder Friese bobo's (pommeranten), wordt thans een speciaal parcours neergelegd voor het station in Leeuwarden.
* dit is projectleider Tilroe's letterlijke tekst.
Toen 8
De over zijn schouder kijkende man met omgekeerd honkbalpetje is Rudi Carrell (1934-2006), maar wat doe ik op die foto? Ik werkte bij de VARAGIDS, maar de contacten met Carrell werden steevast onderhouden door collega Gerrit Eerenberg. Ik weet zelfs niet of de foto in Nederland gemaakt is. Het zou best in Londen kunnen zijn, want vaag herinner ik mij dat Carrell werd ingezet voor een snelheidsrace tussen hartje Londen en hartje Parijs door de winkelketen Coöperatie.
1948 XXXIII
Waarnaar deze Dinky gemodelleerd is weet ik niet, hij is te groot voor een Morris M8, het zou een Austin kunnen zijn. in de boeken staat hij als 34B "Royal Mail van". Dit is het eerste Dinkytype gemaakt van 1938 tot en met 1940, met open raampjes in de achterdeuren, toen het autootje in 1948 opnieuw verscheen waren de open ramen verdwenen. GR op de zijkant van de auto slaat op George Rex, George VI, de toenamlige Britse koning.
22.1.17
Toen 7
Nee, het gaat niet om de man met wie ik praat, het gaat om de Mann die zit, Carl Mann. Net als een handvol anderen - Elvis Presley, Carl Perkins en Jerry Lee Lewis - ooit op Sam Phillips befaamde Memphislabel "SUN". Manns meest bekende nummer is de rockabillyversie van Nat King Cole's "Mona Lisa". Mann nam dat nummer zo'n 67 jaar geleden op.
1948 XXXII
Het lijkt alsof auto's vroeger langer meegingen. In 1955 liftte ik in Frankrijk en in de buurt van Tours werd ik meegenomen door een Peugeot 201 uit 1929, in 1961 zat ik in Berlijn in een vooroorlogse DKW, let wel beide auto's waren in dagelijks gebruik en niet in handen van liefhebbers. Bovenstaande DKW is een open versie van de auto waarin ik in 1961 vervoerd werd. Het is een F7, die als Reichs- en al Meisterklasse tussen 1935 en '39 geleverd werd. Het waren tweecylinderstweetacts mt een inhoud van respectievelijk 589, dan wel 684 cc. De topsnelheid lag rond de 80 km/u.
21.1.17
Toen 6
Er is een handvol foto's uit mijn VARA-tijd, maar dit draaiboekje van een Moondogsuitzending is redelijk uniek, meestal gooide ik zo'n handgeschreven hulpmiddel meteen na de uitzending weg. Jammer eigenlijk, want ik weet daardoor geen data wanneer ik de musici interviewde meer. Van Robert Cray weet ik het, doordat het draaiboekje bewaard bleef, wel: 9 november 1985 tijdens de Bluesestafette in Vreedenburg, Utrecht.
Het interview werd altijd kort voor de uitzending uitgemonteerd, de eerste en laatste woorden genoteerd zodat het gelardeerd met grammofoonplaatopnamen op dinsdagavond kon worden uitgezonden. Cray (1953) was toen een nieuwe en vernieuwende ster aan het bluesfirmament, die een groot publiek aansprak. Dit is zijn "Phone Booth" uit 1983, maar ik vroeg tijdens het interview ook altijd naar eerste muzikale invloeden en eerste platen die van het zakgeld werden aangeschaft. Cray's eerste 45-toerenplaatje was "A little bit of soap" van The Jarmels, een doo-wopgroep uit Richmond, Virginia. Het nummer stond in juni 1961 op de twaalfde plaats in Billboardhitparade.
1948 XXXI
In februari 1945 werd de Peugeot 202 weer mondjesmaat leverbaar en toen in juli 1949 de productie van de, voor de oorlog ontworpen, 202 ophield waren er 139718 afgeleverd waarvan 35592 in bestelwagenvorm: de 202 U. De U staat voor Utilitaire, maar in de Franse volksmond heette de auto "paquet de tabac". In 1948 kreeg de 202 eindelijk hydraulische remmen en hij was te koop in de vorm van berline, tweezitscabriolet, vierzitscabriolet, break en bovenstaand "pakje tabak". De motor was een viercylinderkopklepper met een inhoud van 1133 cc.
20.1.17
Heil Höcke?
Waren boek en film "Er ist wieder da" nog leuk, inmiddels wordt het door het optreden van Björn Höcke van de AfD al een stuk minder aangenaam bij onze Oosterburen.
1948 XXX
Vlak na de oorlog was Studebaker door zijn door Loewy ontworpen personenauto's een opvallend merk. De autofabriek stond sinds 1902 in Southbend (Indiana), maar was in feite al veel langer actief, want sinds 1852 bouwde men er "covered wagons", huifkarren waarin de pioniers naar het westen trokken. Naast personenauto's fabriceerde Studebaker tot 1917 ook vrachtwagens, daarna volgde een decennium van alleen maar personenwagens, waarna opnieuw, eerst met lichte en daarna met zwaardere vrachtwagens werd gestart. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bouwde Studebaker legervrachtwagens, de cabines waren anders dan die van bijvoorbeeld GMC: ze waren gestroomlijnder en de motorkap liep schuiner af, bovendien fabriceerde Studebaker het amfibievoertuig "Weasel". De M-serie van Studebaker, gebouwd van 1946 tot en met 1948 berustte op het ontwerp van de M-serie uit 1941.
Toen 5
Eind 1945 verhuisden we van Drachten naar Leeuwarden, mijn rapport of schoolboekje ging mee. Ik kreeg in de vierde klas een aardiger onderwijzer dan de gehate man in Drachten. Toch was niet alles koek en ei, want achter in de klas in een kast lagen tekenvoorbeelden, die moest je kopiëren, zoals bijvoorbeeld een vierkant, daarbovenop een driehoek en in het vierkant een rechthoek afgesloten met een halve cirkel en wanneer je dat gedaan had moest je het geheel met verschillende kleuren inkleuren. Ik gebruikte maar één kleur, bruin, omdat het totaal op een hondenhok leek en schreef er "Villa Blaflust" op en tekende er een hond naast. Dat was niet de bedoeling, maar ik hield dapper vol, wat resulteerde in een "4" op mijn cijferlijst (zie onder). Mijn moeder was boos en had een gesprek met de onderwijzer, want thuis tekende ik voortdurend. Er was bij wijze van spreken, geen stukje papier veilig of ik maakte er een prentje op. In het laatste rapport van de Leeuwarder school 17 staat achter "teekenen"
een "8".
Wie vandaag de dag het rapport bekijkt, ontdekt dat de vader zijn handtekening moest zetten, niet de moeder, de emancipatie had nog een lange weg te gaan.
Wie vandaag de dag het rapport bekijkt, ontdekt dat de vader zijn handtekening moest zetten, niet de moeder, de emancipatie had nog een lange weg te gaan.
19.1.17
Fries - doch tevens onfris - nieuws
Vanaf a.s zaterdag kan een zogenaamde Trumpsuite met gouden douchekop en kranen geboekt worden à raison van 229 euro per nacht bij landgoed "De Klinze" in Aldtsjerk onder de rook van Leeuwarden.
Ten paleize XXIV
De slotact is natuurlijk voorbehouden aan de Trumpertino's. Het trio
opent zijn tweede optreden met het fameuze nummer "Das Schifferklavier"
waarbij Putin een bayan bespeelt, Trump een mondharpje en Erdoğan
CD's met opnamen van Charles Aznavour en andere artisten van Armeense
komaf verbrandt, terwijl hij om het door hem opgestookte vuurtje, luid
krijsend "Lanetli Gülen", een horon danst . Steeds staat één van de
Trumpertino's in het middelpunt. Ik realiseer me dat het optreden een
generale repetitie is voor Trumps inauguratie van morgen, omdat er nu zelfs geen Amerikaanse B-artiest te vinden is om zijn feestje op te
luisteren, zal hij het zelf moeten doen, gezamenlijk met Erdoğan
en Putin. Trump zingt: "How much is that pussy in the window?", een
bewerking van het aloude destijds door Patti Page gezongen "How much is
that doggie in the window?". Ik heb uit uiterst betrouwbare bron
vernomen dat Putin oorspronkelijk weigerde het nummer uit te voeren,
omdat hij dacht dat het een verwijzing naar zijn meest gehate bandje
"Pussy Riot" was. Maar alles kwam toch nog goed dankzij de bemiddelende
rol van de manager van de Trumpertino's Ernst Kaltenbrunner. Voor de
grote finale volgt nog een solo van Wladimir Putin, die, zoals
gewoonlijk - met ontbloot bovenlijf - : "I's Krim, my's Krim"* (op de wijze van "I Scream, you scream") zingt
terwijl Erdoğan op gelaarsde voeten jived en Trump de maagd Maria muzikaal verkracht,
d.w.z. Schuberts "Ave Maria" met de broek op zijn schoenen letterlijk
en figuurlijk onderhanden neemt. Het slot bestaat uit een uitvoering van "America the beautiful" waarbij de heren hi-fivend in KKK-costuums over het toneel
dwarrrelen. De zaal staat vol enthousiame op de stoelen.
* " I'm Crimea, You's Crimea"
* " I'm Crimea, You's Crimea"
Toen 4
Ik geef toe, ik ben niet in goed in jaartallen, maar ik denk dat de foto hierboven in 1985 gemaakt is. Ik weet wel waar: in Leeuwarden en als ik me goed herinner op de hoek van de Nieuweburen. Ik was weer eens met het Sir Douglas Quintet op stap. Dat was ik al eens eerder geweest in de Verenigde Staten, met optredens gevolgd in Los Angeles en Disneyland, die eindigden met plaatopnames in San Francisco met een paar mensen van Creedence Clearwater Revival. Ik mocht Doug Sahm (1944-1999) wel, ook omdat hij op uiterst grappige wijze 's-Hertogenbosch tot Sjehoegedieboesj verbasterde en mijn naam als Wimm Blumendale schreef. Ik had bovendien twee keer bij zijn kompaan en organist Augie Meyers (verantwoordelijk voor hèt kenmerkende Sir Douglas Quintetgeluid) op zijn boerderij in Bulverde, een miniscuul oord vlakbij San Antonio (Texas) gelogeerd. Ik zou de verhalen over die logeerpartijen eigenlijk eens moeten opschrijven, want daar maakte ik voor de eerste keer kennis met landelijk Amerika.
In Leeuwarden trad het Quinet 's avonds op, maar de bandbus was vroeg, dus ik leidde het gezelschap door de oude stad. Het Quintet bestond trouwens uit meer dan vijf man, want op de foto staan van links naar rechts: Larry Campbell, Augie Meyers, Doug Sahm, Ernie Durawa, Louie Terrazzas, Louie Ortega en Rocky Morales. De enige dame in het gezelschap is Eva Monteiro, maar zij zat niet in de band.
Wat vaak wordt vergeten is het feit dat Sahm een voortrekkersrol heeft vervuld doordat hij, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was, chicano's in zijn Quintet opnam. Op zoek naar opnamen uit 1985 vond ik een tweetal in Duitsland, gemaakt tijdens dezelfde tournee. Doug zingt zijn oude succes "Mendecino" en Augie soleert in "Folsom Prison Blues" gevolgd door Louie Ortega met "Little Georgie Baker".
Subscribe to:
Posts (Atom)