De Grand Prix de l'Automobile Club de France werd in 1907 op dinsdag 2 juli verreden op het Circuit de la Seine-Inférieur, een driehoek van bijna 77 kilometer tussen Dieppe, Londinières en Eu. De totale te rijden afstand bedroeg ongeveer 800 kilometer. Er waren 16 deelnemende merken (10 Franse, 1 Amerikaans, 1 Zwitsers, 1 Belgisch, 1 Italiaan, 1 Duits, 1 Brits) met in totaal 37 wagens, die allemaal rond de 1000 kilogram wogen en per 100 kilometer niet meer dan 30 liter benzine mochten gebruiken. Ze waren herkenbaar aan de initialen van het merk gevolgd door een nummer. Fiat had drie wagens in het veld: F-1 werd gereden door Vincenzo Lancia, F-2 door Felice Nazzaro en F-3 door Louis Wagner. De viercylindermotoren hadden een inhoud van iets meer dan 15 liter. De race werd gewonnen door Felice Nazzaro in 6 uur, 46 minuten en 33 seconden, 17 van de 37 wagens reden de race uit, de laatst aankomende wagen was een Belgische Germain met een tijd van 10 uur. 53 minuten en 42 seconden.