V.l.n.r.: Clint Howard, Fred Price, Tom Ashley en Doc Watson.
Tom, eigenlijk, Clarence Ashley (1895-1967) - Tom was de bijnaam die zijn grootvader hem gaf - begon als muzikant bij zogenaamde medicine shows toen hij een jaar of vijftien was. Een medicine show was een gezelschapje dat rondtrok met, zeg maar een kwakzalver, van jaarmarkt naar jaarmarkt, om met muziek en grappen en grollen publiek te trekken, zodat de nodige 'medicijnen' verkocht konden worden. Tom is de man met de hoed achter Bob Dylan, naast hem zit Doc Watson (1923-2012), een blinde, fenominale gitarist, die verreweg de bekendste zou worden van de achter Dylan gezeten musici. Ik interviewde hem in de jaren zeventig en nam een concert van hem op met zijn zoon Merle (1949-1985) en T. Michael Coleman in Diligentia Den Haag. Clint Howard (1931-2011), de man die Bob Dylan een plectrum geeft, was de buurman van Ashley en de muziek die ze maakten heette hillbilly tot het, omdat het te denigrerend klonk, old timey ging heten, in ieder geval vormt het de basis van alles wat nu countrymuziek genoemd wordt. Hier zingt Ashley een klassieker uit het old timeyrepertoire "On the Banks of the Ohio", de opname dateert uit 1961 en er is ook een fiddler van de partij: Fred Price.