Ondanks de misselijkmakende taal van rechtsradicaal Alexander Gauland, voorman van de Alternative für Deutschland, die tegen beter weten in beweert dat Wehrmachtsoldaten geen oorlogsmisdaden op hun geweten hebben en dat Duitsland daarom trots op ze moet zijn, geloof ik in dat andere Duitsland, dat in het openluchtmuseum bij Detmold voor een huis met winkel een zuil met een meisjesportret heeft opgesteld. Het meisje heeft geprobeerd haar ster met een van haar vlechten te bedekken. Het is de geadopteerde dochter Ilse van het Joodse echtpaar Uhlmann, dat ooit in het huis woonde toen het in de Haupstraße in Ovenhausen stond. In december 1941 werden Norbert en Lene Uhlmann met Ilse via Bieleveld gedeporteerd naar het ghetto in Riga, om in 1944 in Auschwitz te worden vermoord. In het huis klinkt chazzanut, aan de deurposten zitten mezuza's en achter in een zijkamer bevindt zich een schat aan literatuur over de sjoa. Er ontbreekt een tallit (een talles, een gebedskleed), ik heb er twee. Ik besluit één ervan op te sturen samen met een "Tikun Schelomoh" dat in 1908 in Rödelheim werd uitgegeven.