“Vertel eens Jeroen, hoe is de relatie met je vader?”
“Wel ok, denk ik. Er bestaat natuurlijk wel wat spanning tussen ons, maar die bestaat tussen alle vaders en zonen.”
“Zijn jullie vrienden?”
“Vrienden...vrienden... ik denk dat we vrienden geworden zijn, nadat hij met een stevige borrel op samen met mij in de auto, die pui uit dat huis gereden heeft en ik met een dwarslaesie in een rolstoel ben beland.”
“Dat moet toch een verschrikkelijke ervaring zijn?”
“Nee hoor, alles went.”
"En je moeder is dood, heb ik begrepen.”
“Ja, die is twee dagen voor mijn geboorte overleden, maar gelukkig heb ik een schat van een tweede moeder.”