Soan honderdfytich jaar leden gongen Nederlanders sonder enich probleem naar Afrika om daar freemde minsen te bekyken, minsen met oprekte nekken en lippen, tatoeaazjes en bloate bursten, teugenwoordich komme minsen uut Afrika ons land min in, anders suden se hiersoa Nederlanders sien kenne met nuvere gebruken as kaalskorene harses, feuls te fette bullich en tatoeaazjes.
30.8.08
Whike
Na voorwedstrijden in de diverse thuislanden van de deelnemers, vindt morgen de Ronde van Lioessens voor lage adel plaats op "whikes", fietsen voorzien van een zeil. De ronde voert van Lioessens via Morra naar Metslawier en terug naar Lioessens. Het traject moet driemaal worden afgelegd. Onder de deelnemers bevinden zich onder meer Freiherr Florian von Bumhoffen zu Buttstein en Baron Alexandre Crepp d'Esshole. De start vindt om twee uur plaats vanaf het voorterrein van de voormalige zuivelfabriek "De Dongeradelen".
29.8.08
Stutz
Ver voordat de "Mustang" en de "Corvette" in de Verenigde Staten om de sportauto-eer streden, was er een soortgelijk gevecht geweest tussen "Mercer" en "Stutz". De berijders van een Mercer hanteerden, in het tweede decennium van de vorige eeuw, de volgende slogan om het andere merk in discrediet te brengen: "You must be nuts to drive a Stutz" en ongetwijfeld hadden de Stutzchauffeurs een antwoord klaar. De auto's van beide merken leken op elkaar: ze waren open, zonder deuren en met een ronde benzinetank achterop.
28.8.08
Jordan
In 1981 op de elpee "Jumpin' Jive" door Joe Jackson terecht uit de vergetelheid gehaald, maar nog steeds niet erkend als de oervorm van rock 'n roll: de muziek van Louis Jordan, hetgeen natuurlijk de verklaren is uit het feit dat de muzikale kennis van veel disc jockeys niet verder reikt dan medio jaren vijftig. Zanger/saxofonist Jordan leidde een klein orkestje, zijn "Tympany Five", dat "rhythm ' blues" stevig op de kaart zette. De bezetting in "Buzz Me" bestaat behalve uit Jordan, vermoedelijk uit Leonard Graham, trompet; William Austin, piano; Al Morgan, bas en Alex Mitchell, drums. De opname dateert uit 1945.
Leeuwarden 17
Waarom herinner ik me dat de rode bussen van de LAB in de Baljeestraat stonden? Het is geen persoonlijke herinnering, ook anderen zullen zich dat herinneren. Ik herinner me, dat op het voorspatbord van mijn fiets de Gloster Meteor-registratie 4R-5 stond, dat is een veel persoonlijker herinnering. Met dat soort herinneringen, ben ik, in mijn korte stukjes over Leeuwarden, spaarzaam omgegaan. Ik heb niks gezegd over mijn eenzaamheid, over voortdurend ervaren teleurstellingen. Nog steeds ben ik er niet achter of ik mezelf buitensloot, of dat ik buitengesloten werd. Ik bouwde een sneeuwhut in mijn eentje, terwijl de andere kinderen in de straat gezamenlijk een grote igloo bijeen stapelden. Terwijl ik een aantal klasgenootjes had uitgenodigd voor mijn verjaarsdagfeestje, verscheen er niemand en bleef ik op de stoeprand, tegen beter weten in, zitten uitkijken. Er zijn nu ogenblikken waarop ik denk, dat ik toen onzichtbaar was. Soms krijg ik een bewijs daarvoor, zo'n dertig jaar geleden moet ik een radioprogramma opnemen in de KRO-studio, ik ben te vroeg en besluit in een nabijgelegen restaurant een kop koffie te gaan drinken. Ik herken de man achter de bar, ondanks het feit, dat ik hem vijfentwintig jaar niet gezien heb, meteen, het is S.H., een overbuurjongen uit de Goudsbloemstraat. Ik zeg: "U komt uit Leeuwarden". De man vraagt of ik dat kan horen. Ik antwoord niet, maar vervolg: "Uit de Goudsbloemstraat". Er ontstaat een lichte verbazing. Ik ga verder: " U heeft een broer en drie zussen: G., W., G., en A. en uw buren waren links de famile B. en rechts de familie H.". De man is verbijsterd en vraagt: "En wie bent u dan?" "Ik ben je je overbuurjongen, Wim Bloemendaal." "Dat zegt me niks", is het antwoord. Hij herinnert zich mij niet.
27.8.08
Nederlandse Teloorwegen 2
Design
De taal van de toelichtingen zou ik niet eens wollig noemen, de taal is eerder nylonnig: het moderne reclamejargon, dat je dingen doet lezen die je niet wilt weten en waar je de meest belangrijke informatie wordt onthouden. Ik loop in het "Designhuis" in Eindhoven en kijk naar fietsen. Fietsen van Nederlandse ontwerpers. Ik erger me, niet alleen over het taalgebruik, maar ook over het tentoongestelde: klaarblijkelijk beschouwt een aantal ontwerpers de fiets als een speeltje en niet als een vervoermiddel. Origineel zijn ze ook niet, sommigen hebben hun fietsen ontleend aan Amerikaanse uitelkaargetrokken cruisers, die op hun beurt weer gebaseerd zijn op Amerikaanse motorfietsen. Ik weet uit ervaring, dat die krengen voor geen meter rijden: het zijn showattributen met te dikke banden en te brede sturen. Veel wat op de tentoonstelling design heet, komt neer op naäperij. Ik kijk naar een fiets met cardanaandrijving, maar dat staat niet in de toelichting, daar staat "natuurlijk zonder ketting". Mag ik niet weten hoe de fiets wordt aangedreven? Bovendien, wat is er nieuw aan cardanaandrijving? Mijn Columbia uit 1900 heeft die ook. Er staat een Itera, een Zweedse, geen Nederlandse, plasticfiets uit de jaren tachtig, volgens de toelichting is de fiets ontwikkeld door SAAB-ingenieurs, terwijl ingenieurs van dat andere Zweedse automerk aan de wieg stonden.
De Itera ziet er gelikt uit, maar wie er al eens dertig kilometer achter elkaar op heeft gereden, weet dat door de slapte van het frame, de meeste energie daarin verdwijnt en dat de cranks breekbaar zijn.
Een Nederlandse ontwerper als Jouta, met zijn interessante onder meer door gewichtsverplaatsing gestuurde driewieler, ontbreekt, wel staat er een duidelijk door Jouta geinspireerd ontwerp: een speeltje voor 6 tot 13-jarigen, met lachwekkende kleine en brede wieltjes. Ook Antec is niet vertegenwoordigd: een electrische voorwielaangedreven fiets, met
niet alleen de motor maar ook het computerje in de voornaaf. Natuurlijk is er ook wat fraais te zien, zoals de ligfietsen van Bram Moens, maar het is allemaal wat weinig voor een reis naar Eindhoven, naar een tentoonstelling waarop het aan behoorlijke uitleg ontbreekt.
Niet serieus te nemen ontwerp, duidelijk geinspireerd op Amerikaans broddelwerk.
Leuk om te zien, maar kun je er ook op fietsen?
"Natuurlijk zonder ketting", maar mogen we niet weten dat het cardanaandrijving heet.
Prachtig ontwerp van Van Raam, voor een fiets waarop de linkse rijder met zijn voeten trapt en de rechtse, gehandicapte, rijder met zijn armen de fiets aandrijft.
Een van de weinge echte innovaties: de door hefbomen aangedreven semiligfiets "Velocity" van Adam Roestenburg.
25.8.08
Traction VW
Soms vind je op de Amerikaanse Ebaysite de meest merkwaardige voitures, de "sales talk" ervoor is even krankzinnig. Zo kwam ik dit voertuig tegen, een "Traction Avant" met de achterwielaandrijving van een Volkswagen Kever.
Dit is het werkelijk waanzinnige verhaal van de verkoper:
"Vehicle is titled as a 1971 Volkswagen (same clear title received when I purchased; I’ve never registered or transferred.) Vehicle has a 1937 Citroen T/A body modified to fit on VW Beetle chassis and drive train. Rear-mounted 4 cylinder with manual 4-speed transmission. I purchased vehicle already modified to chassis as a two door hardtop, with bodywork complete and painted in gray primer, without any interior, from a WWII memorabilia collector using in his museum. I purchased it for use as an era-specific film prop. Legend from previous owner was that it was used by both Nazi’s and French Resistance fighters, and eventually bought by a American GI after war and shipped home in pieces. I have no documentation of such history, and as such none would be included with this sale. As stated- this story is the legend of the previous seller who regularly imported and collected all sizes and types of military vehicles from WWII, Korean, Vietnam and other conflicts and eras from all over Europe.
Om met de laatste opmerking te beginnen: Tractions hadden geen chassis, ze waren zelfdragend. Ook de rest van het historische verhaal klopt van geen kant, het gaat hier duidelijk
om een opengezaagde naoorlogse Traction, die noch door de Nazi's (ondanks het WH-kenteken), noch door het Franse verzet is gebruikt. Hieronder een foto van de motor van bedoeld voertuig.
Nederlands
Er is overdag een Journaallezeres, die er een punt van maakt alle woorduh, die eindiguh op EN te latuh eindiguh op UH. Dus geituh, rekeninguh, stoeluh. Nu weet ik dat het die slot-N niet meezit, maar het is nog altijd fietse-naar en niet fietsuh (pauze) naar, rekenen-op en niet rekenuh (pauze)
op en zwemmen-in en niet zwemmuh (pauze) in.
Nederlandse Teloorwegen
Het is al een flink aantal jaren geleden, dat NS besloot op een groot aantal stations zijn loketten te sluiten en te vervangen door automaten en/of winkels, waar, bijna als een bijproduct, ook treinkaartjes worden verkocht. Die winkels zijn voorzien van de goedvaderlandse naam "Wizzle".
Omdat het me opviel, dat ik vaak degene die me 's ochtends een kaartje had verkocht, 's avonds nog achter de toonbank zag staan, en dus dagen moest maken van bijna tien uur, ben ik gaan informeren hoe het zat met een eventuele CAO. Het leek me toch wat dwaas, dat winkelpersoneel zonder ook maar overuren uitbetaald te krijgen, zo lang mocht werken. Maar het kan, want de "Wizzle" is geen winkel, maar een horeca-onderneming. Het wachten is nu op een slimme bouwonderneming in dit land, die omdat hij een koffieautomaat in zijn bouwkeet heeft neergezet, zijn bouwvakkers onder de horeca-cao onderbrengt.
24.8.08
Cord
Wat Citroën helaas niet lukte en wat bij een aantal protypes bleef, lukte Cord wel: een achtcylindervoorwielaandrijver te produceren. Het ontwerp kwam, net als bij de Auburn Speedster, van Gordon Buehrig en wordt door het Museum of Modern Art beschouwd als een van de tien beste voorbeelden van "industrial styling of all time". De speciale V8-motor kwam, net als de motoren van Auburn, Duesenberg en Cord natuurlijk van Lycoming. Totaal zijn er maar 2320 exemplaren van de Cord 810 en 812 geproduceerd, voordat het concern failliet ging.
23.8.08
22.8.08
Auburn
De derde fabriek, die deel uitmaakte van het Cord-imperium was Auburn, waarvan E.L Cord in 1924 algemeen directeur geworden was, om in 1926 op 31-jarige leeftijd op te klimmen tot president-directeur. Auburn, genoemd naar de plaats in Indiana waar de fabriek gevestigd was kwam in 1900 voort uit de in 1874 opgerichte Eckhardt Carriage Company. Vanf 1925 begon het grote succes van Auburn dat, slechts een decenium voortduurde en waarin met name de door Gordon Buehrig ontworpen Speedster excelleerde. Vooral het type 851, de Supercharged Speedster (foto boven), geldt als een icoon.
Breuker
De laatste jaren zijn niet gemakkelijk geweest voor Willem Breuker. Ik ken hem niet goed, maar ik heb hem van een verre zijlijn gevolgd. Dat hij er nog is, mag een wonder heten. Maar in plaats dat we deze ver buiten onze grenzen bekende, grenzenverleggende muzikant met zijn Kollektief steunen, ontneemt het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten het Willem Breuker Kollektief de subsidie. Ik ben eens even gaan kijken wie in dat Fonds over de muzieksubsidies gaan en verdomd, terwijl ik me jaren met muziek heb bezig gehouden , ik ken niemand. Ik ga de chammers even uit hun anonimiteit halen: Roland Kieft, eindredacteur AVRO Radio 4; Bertho Driever, voorzitter van het Houtens muziekcollectief; Ernst Houtkamp, seniorprojectleider bij Kunstenaars&Co; Marcel Kranendonk, programmeur Rumor; Betti Plug, lid van de commissie muziek van het FAPK; Erwin Roebroeks, schrijft proefschrift over eigentijdse muziekesthetica; Francis de Souza, muziekprogrammeur van het Tropentheater en Dennis Winter, runt een eigen onderneming Majazzu. De enige uit het rijtje wiens populistische capriolen we kunnen volgen is Kieft, AVRO's-radio-4-baas, een man die er elke dag opnieuw in slaagt het avontuur uit de radio te halen.
21.8.08
Randy Newman
Er zijn maar weinig hedendaagse artisten waarvan ik bijna het hele oeuvre heb en die ik op de voet blijf volgen, een van hen is Randy Newman, het is duidelijk waarom, 's mans teksten en muziek zijn briljant. Ik heb hem een aantal keren geinterviewd en ik herinner me zijn verbazing toen ik hem confronteerde met een EPIC-plaat getiteld "Peyton Place" van The Randy Newman Orchestra. Dat gebeurde voor het VARA-programma "Moondogs", een twee uur durende uitzending op dinsdagavond. De donderdag daarop concerteerde Randy in Carré in Amsterdam, klaarblijkelijk had hij naar "Moondogs geluisterd, want hij vertelde vanachter de piano op het podium, dat hij om acht uur was gaan luisteren, vervolgens was gaan eten en terugkomend op zijn hotelkamer opnieuw de radio had aangezet en moest constateren dat de uitzending over hem nog steeds voortduurde: "Ik dacht, dit is zo'n lang programma, ik moet overleden zijn". De VARA-televisie vroeg me hem te interviewen toen hij met het R.Ph.O in Rotterdam optrad en waarvan een concertregistratie werd gemaakt. Wat ik niet wist dat dat ik kort voor het interview de te stellen vragen kreeg aangereikt. Ik vond dat krankzinnig en zou hebben geweigerd als ik geweten zou hebben dat ik niet mijn eigen vragen kon stellen. Ik stelde de eerste vraag, Randy antwoordde, ik stelde de tweede vraag, waarop Randy: "Come on Wim, you can do beter than that!" Waarop ik het lijstje losliet en mijn interview begon. Dat is door de VARA-televisie nooit uitgezonden. Want zo werkt het in die wereld. Van Randy verscheen pas een nieuwe CD, we hebben er lang op moeten wachten, maar "harps and angels" (Nonesuch 7559-79989-3) is schitterend.
Leeuwarden 16
Ik moet begin 1946 in Leeuwarden zijn gaan wonen, Ze hadden in Drachten, waar ik vandaan kwam, een merkwaardige straatnaam als Doorbraak, maar Leeuwarden kon er, ik was negen, ook wat van: wat betekende in hemelsnaam Weaze, een naam, die ik in het begin als Wee-aze uitsprak en dan had je verder nog Weerklank, Pieterseliewaltje en Suupsteeg. Suupsteeg viel, na enige uitleg, nog wel te begrijpen, het betekende Karnemelksteeg, maar Weerklank? En ik kon me niet voorstellen dat op het Pieterseliewaltje het gelijknamige kruid te oogsten viel. Trouwens de uitspraak van Weaze als Wèze is nog steeds een raadsel: in het Fries wordt de ea-klank, zoals in pears (paars), heel anders uitgesproken.
Mesjogge
Gister in "Trouw" gelezen "mesjogge flauwekul" (de context doet er niet toe) en meteen gedacht: ik begrijp wat de man bedoelt: gekke onzin, maar hij schrijft in feite "gek flauwekul", terwijl hij nooit "de groot man" of "de lang tafel" zou schrijven, maar "de grote man" en "de lange tafel". Het woord mesjogge (altijd met een harde g als in Gascogne, nooit als mesjoche, dan nog liever als mesjokke) behoort duidelijk niet tot 's mans vocabulair, als het dat wel was, zou hij "mesjoggene flauwekul" geschreven hebben. (In "Het Joodsch in Nederland" van Voorzanger en Polak uit 1915 staat mesjogge als meshugo genoteerd, in "Jerosche" van Beem uit 1970 als meschogge en de "Modern English-Yiddish/Yiddish-English Dictionary van Weinreich uit 1977 als meshug'n/meshuge.)
20.8.08
Hondenliefhebbers
Gisteravond dook Hitler onverwacht op in de BBC-documentaire over rashonden, "Pedigree dogs exposed". De makers verwezen op niet mis te verstane wijze naar het nazi-instituut "Lebensborn", zonder het overigens met name te noemen, waar, door selectieve fokmethoden gepoogd werd het menselijk ras te verbeteren. In de Britse rashondenwereld probeert men onder aanvoering van "The Kennel Club" honden op uiterlijk schoon te fokken, daartoe circuleren bij de diverse verenigingen van houders van de honden eisen, waaraan de honden moeten voldoen en volgens welke zij bij shows dienen te worden beoordeeld. Inmiddels komen, door deze eisen, bij veel hondenrassen, genetische defecten voor. Boxers leiden aan epilepsie, Cavalier King Charles spaniëls hebben inmiddels zo'n klein schedeltje dat de hersenen er niet meer inpassen, Duitse herders zakken door hun achterpoten, bij Dachshunden is het lijf zo uitgerekt en zijn de poten zo kort dat de beestjes doorzakken, Rhodesian Ridgebacks hebben door die vereiste streep op hun rug ruggegraatproblemen, bij Pugs zorgt de krulstaart eveneens voor rugproblemen, de gedrongen snuit voor ademhalingsproblemen en een grote kans op oogbeschadegingen enz. enz. Maar men blijft fokken met deze honden, die duidelijk gezondheidsproblemen hebben, men is in de fokkerswereld zelfs niet te beroerd grootvaders met eigen kleindochters en kleinzoons met grootmoeders te kruisen, waardoor de gezondheidsproblemen alleen maar toenemen. Op de vraag van de verslaggever aan een lid van "The Kennel Club" of hij een kind bij zijn kleindochter zou willen verwekken, keek deze verachtelijk en zei: "Natuurlijk niet".
19.8.08
Wobbe
"As de Olympische Speulen heel miskien in 1928 in ons land houden wurre, dan mutte we dur foor sorge dat de kynders dy't hier in 2012 geboren wurre, krek as dy Sineeskes dy't nou in Beijing an'e rekstok hun meneuwels uuthale, al in'e luiers de dubbele skroef en de flipflop anlere, addes kanne we de kaansen op medaljes wel fergete."
Leeuwarden 16
Leeuwarden was aan het eind van de jaren veertig, begin jaren vijftig een kleine stad. Ik heb het toen nooit geprobeerd, maar het moet mogelijk zijn geweest de afstand van de watertoren aan de Groningerstraatweg tot aan de watertoren bij de overweg naar de Schrans, fietsend in vijftien minuten af te leggen. Doe er nog vijf minuten bij je stond op de kruising Verlengde Schrans en Julianalaan: het eind van de stad. De kans dat de spoorbomen naar de Schrans dicht waren, was gering, zo heel veel treinen naar Groningen reden er niet. Voor die treinen had ik nauwelijks belangstelling, veel interessanter vond ik de eerste jaren dat ik in Leeuwarden woonde, de merkwaardige manoeuvre van de stoomtram uit Drachten, die de spoorbaan verliet, voor het spoorstation opdook om zijn weg naar het tramstation te vervolgen. Heel lang heeft dat niet geduurd, want de tram werd verbust en de bussen van de verschillende ondernemingen verhuisden allemaal naar het voormalige NTM-tramstation. Die ondernemingen hadden allemaal hun eigen kleur, de LAB was rood, de LABO bruinachtig, de NTM groen, de NOF net iets anders groen en de kleur van de ZWH kan ik me niet meer voor de geest halen. Van de NTM weet ik iets zeker, die had de meest merkwaardige bussen voor de dienst over de Afsluitdijk: trekkers met opleggers. De trekker kwam van Crossley, een Engelse fabriek met een bewogen historie, die in het begin van de jaren twintig Bugatti's in licentie bouwde, de oplegger van DAF uit Eindhoven. Ik denk dat de dienst naar Alkmaar in combinatie met de NACO werd uitgevoerd.
18.8.08
Guldens
Naar ik krekt vernomen heb is het mijn buurman in de harsens geslagen. Ik vond hem altijden al wat aan de nuivere kant, maar het doet nu wel blijken alhelendal gek geworden is: hij wil zijn woonte verkopen voor twee miljoen oude grauwe guldens. Want zulks doe ik nog vaakveel: euroos naar guldens omzetten om de hoogte van het bedrag scherp in het vizier te krijgen. Ik kan jelui wel zeggen, dat ik achteroversloeg toen vrouw Stienstra mij vertelde dat Heini zijn woonte te verkopen gezet heeft, zulks vind ik prachtigmooi vanzelfs, want zulke verrekkelingen kan men missen als een levende muis in een onderbroek, maar het geld dat hij voor zijn huis vraagt is buiten proporsjes. Ik ben maar een slechthene weduwvrouw, maar op zulksoort van momenten vraag ik mij af waar het met deze wereld heenmoet.
Vrouw Ymkje Sinnema - Meindertsma, Rotsterhaule
Duesenberg
Achteraf gezien was het natuurlijk niet zo verstandig van Eric Lobhan Cord om in December 1928 een extreem dure auto in de markt te zetten, de Duesenberg J. Duesenberg een merk, dat hij in 1926 verworven had en geleid werd door de broers Frederick Samuel en August Duesenberg. Cord vond dat het tijd werd dat de Verenigde Staten een automobiel kreeg van de status van een Rolls-Royce, een Hispano-Suiza, een Minerva of een Isotta-Fraschini. Topsnelheid van de J in tweede versnelling was 143 km/u en in de hoogste, de derde, versnelling 186 km/u. Niemand kon bij de introductie van de J vermoeden, dat de wereld voor een dergelijke auto er een jaar later aanzienlijk minder rooskleurig uit zou zien. Toch is de J een aantal jaren in productie gebleven, vanaf 1932 aangevuld met de SJ, voorzien van een supercharger. Duesenberg ging samen met Cord en Auburn onder in 1937. Hoeveel J's en SJ's gebouwd zijn is niet helemaal zeker, maar meer dan vijfhonderd zijn het niet geweest.
17.8.08
Barenboim
Langzamerhand heb ik de Nederlandse televisie achter me gelaten, een enkele keer kijk ik nog naar Het Journaal, maar ik prefereer het nieuws van de BBC, over programma's als Een Vandaag, wil ik het niet eens hebben, toevallig zag ik deze week een overjarige huidhoofd zijn rechtse gal spugen over Wijnand Duyvendak en links Nederland, zonder dat de verslaggever ook maar een kritische vraag stelde. Gisteravond zag en hoorde ik op BBC 2 een sublieme uitvoering van Brahms' 4e door het West-Eastern Divan Orchestra onder directie van Daniel Barenboim, als ik zo'n programmering vergelijk met het aanbod van de vaderlandse televisiekanalen op hetzelfde uur, dan is mijn keuze gauw gemaakt. Wie meer wil weten over de achtergronden van het West-Eastern Divan Orchestra en wat Barenboim met dat orkest probeert te bereiken, gaat naar dit BBC-interview.
16.8.08
Leeuwarden 15
Natuurlijk ben ik me ervan bewust dat de modellen, die ik gister op dit blog zette, een belangrijk onderdeel missen, namelijk de huif, die de lading moest beschermen. Maar er is nog wat, vaak werd de cabine vervangen door iets dat soms leek op een staaltje van huisvlijt, waarbij nogal wat hout gebruikt werd. Maar precies hetzelfde gebeurde op basis van de jeep: er werd een gesloten autootje van gemaakt, dat er steevast wat onbeholpen uitzag. Er was gewoon een gebrek aan vervoersmiddelen: de eerste schoolreis na de oorlog, voerde de drie hoogste klassen van school 17 naar Appelscha (foto), er was een bus, maar de rest van de kinderen werd met een trekker en oplegger, waarin in de lengte banken waren geplaatst, vervoerd.
15.8.08
Leeuwarden 14
Tegenwoordig meent elke transportondernemer, die denkt iets voor te stellen, op de zijkant van zijn vrachtwagen “logistics” te moeten penselen, alsof er enig verschil is tussen logistiek en logistics. Dat was kort na de oorlog anders, ik denk dat de meesten zichzelf niet eens transportondernemer noemden, maar doodgewoon vracht- of boderijder. Wie ze in Leeuwarden wilde zien, moest naar het Oldehoofsterkerkhof. Ik ben daar op vrije middagen vaak naar toe gefietst, niet dat ik iets te versturen had, maar de bonte verzameling vrachtwagens was hoogst interessant: een enkele dateerde mog van voor de oorlog, maar de meeste waren voormalige legertrucks, vaak Engels, zoals Bedford en Austin, maar ook Amerikaans, zoals GMC. Het mooist vond ik de Canadese vrachtwagens, zowel door Chevrolet als door Ford gebouwd, met hun stompe neuzen. Ze hadden het eeuwige leven, tot in het begin van de jaren zeventig, deed zo’n Canadees in Breukelen nog steeds dienst als takelwagen. Bijna alle vrachtwagens met een neus hadden een rek dat zich vanachter de cabine, over die cabine en de motorkap, tot aan de voorbumper uitstrekte en waarop ook vracht kon worden meegenomen. Hieronder een aantal wagens uit mijn modellenverzameling, de truck met de ster op de voordeur is zo’n stompneuzige Canadees, de auto met het rode kruis is een Engelse ambulance, die vaak verbouwd werd tot busje en bellenwagen werd genoemd.
14.8.08
Beschaving
Toen een Franse reporter in 2003 de toenmalige Russische president Putin vroeg naar het doden van onschuldige burgers in Tsjetsjenië, suggereerde Putin dat hij ervoor kon zorgen dat de verslaggever, met zijn vermeende moslimsympathie, werd besneden: "Ik zal ervoor zorgen dat de operatie zo wordt uitgevoerd dat er niets meer uit je zal groeien".
Cord
Niet dat er voor het eind van de jaren twintig geen voorwielaangedrevenauto’s waren te signaleren (ik denk aan de eerste Gräf van de latere firma Gräf & Stift en aan de racewagens van Walter Christie), maar de terechte zegetocht van voorwielaandrijvers begon met Tracta in Frankrijk, Alvis in Engeland en Cord in de Verenigde Staten. Erret Lobhan Cord, eigenaar van de twee fameuze Amerikaanse merken Auburn en Duesenberg, introduceerde in 1929 een auto onder eigen naam, de Cord L-29, uitgerust met een achtcylinderlijnmotor gefabriceerd door Lycoming, een fabriek die ook tot het Cordimperium behoorde. Van deze voorwielaangedrevenauto zijn tot 1932 slechts 4400 exemplaren verkocht, geen wonder omdat de wagen in de depressiejaren stevig aan de prijs was.
13.8.08
Georgië
In mijn verzameling CD's bevinden zich hooguit tien met Georgische tafelzang, maar ze zijn allemaal even fascinerend. Na enig zoeken op YouTube vond ik twee voorbeelden van dit unieke genre zang, al valt er op het eerste nummer geluidstechnisch wel het een en ander aan te merken. Het wordt gezongen door de, bij een ongeluk in 1985 omgekomen, beroemde Hamlet Gonashvili (foto) met een koor. Het lied "Orovela" werd oorspronkelijk gezongen tijdens het ploegen.
Gonashvili is ook van de partij in het tweede lied (hij staat op de tweede rij) in "Odoia" een oogstlied. Odoia was de god van de oogst.
Igor Strawinsky over Georgische zang: "Opnames van Georgische polyfone vokszang geven een belangrijke muzikale indruk. Ze zijn opgenomen om de Georgische volksmuziek,die heel lang geleden is ontstaan, weer te geven. Het is een schitterende ontdekking en kan ons veel meer schenken, dan alle moderne muziek".
Igor Strawinsky over Georgische zang: "Opnames van Georgische polyfone vokszang geven een belangrijke muzikale indruk. Ze zijn opgenomen om de Georgische volksmuziek,die heel lang geleden is ontstaan, weer te geven. Het is een schitterende ontdekking en kan ons veel meer schenken, dan alle moderne muziek".
12.8.08
Leeuwarden 13
Het wordt tijd voor een foto van de straat, waarin ik tot medio 1953 woonde: de Goudsbloemstraat ligt er verlaten bij, er loopt een mevrouw op het trottoir rechts en een fietser rept zich links over de Groningerstraatweg. Er staan slechts twee auto's, de voorste lijkt me een Renault 4, in de volksmond "rattenstaartje" genoemd, de tweede auto kan ik niet thuis brengen. Ik woonde in het tweede blok links, in het op een na laatste huis van de hoek.
11.8.08
De Folgeren
Ik ben een schoftje uit van huis geweest naar de plaats waar ik gehaakt en geteerd ben: De Folgeren, ik had er de laatste jaren niet meer op aan geweest, maar ik kreeg een uitnoging van een dochter van een oudschoolvriendin en het moest er toch eens van komen. Het viel me niet toe, want weethoe veel veranderd. Het is allegaar Drachten wat de klok slacht en ik heb altijden min over dat volk gekund. Drachtsters hebben het te hoog in het hol, ze doen te stadsk en Fries praten kunnen ze ook niet meer. Toen ik te boodschappen ging in de Noorderbuurt vroeg het meisje in de bakkerij: “Wat had mevrouw nog verder gewenst?” Toen heb ik in mijn beste stoepenschijterhollands gezegd dat ik best nog een stuk oud wijf wilde hebben. Vreewijk is ook niet meer wat het eerder was, het is verdomme nog aan toe een partijcentrum. Van wat vraagt een slochte weduwvrouw zich af. Van het CDA? Staat dat manspersoon met dat nuivere brilletje op de snuit, ik bedoel Balkenende, daar achter de garderobe? Ik word van zulkzowat tijge warrig en ik ben zo blijd als een vogeltje dat ik mijn eigen stoel weer onder het gat heb.
Vrouw Ymkje Sinnema - Meindertsma, Rotsterhaule
Leeuwarden 12
Uit Den Haag, de stad waarnaar ik 55 jaar geleden verhuisde, herinner ik me maar een figuur met een bijnaam: een ouderwets geklede, geblankette dame op een rijwiel, dat we nu een omafiets noemen, met een mandje voorop, die "Poederdoos" of "Poederdot" genoemd werd. In Leeuwarden had je veel meer bijnamen en dat moet altijd zo geweest zijn, want mijn moeder had het over "Anne met de gaffel", "Ate Mosterdpies" en "Lollige Johannes", straatfiguren uit haar jeugd. Ik kan me maar twee straatfiguren herinneren, maar die hadden eigenlijk geen bijnamen: Bonne en Ouwe Hatte. Toch moet de behoefte aan het geven van bijnamen groot geweest zijn, want waarom heetten jongens uit de buurt Koekel, Bulle en Dolle? En werd ik op straat nooit bij mijn voornaam genoemd? Mijn vader kon er trouwens ook wat van wat bijnamen geven betreft: hij noemde een van zijn broers Wobbe en een zuster gaf hij de fantastische naam Sjuttele D. Kruis Koei.
Bagad
Er staan inmiddels een aantal CD's van het muziekcorps van de Franse marineluchtvaartdienst, de "Bagad de Lann-Bihoué", in mijn kast, toch kon ik het vorige week niet laten om de jongst verschenen CD aan te schaffen. Sinds ik zo'n veertig jaar geleden in Bretagne een "festival de cornemuse" bijwoonde, ben ik aan het geluid van een Bretoense doedelzakband verslingerd, niet alleen vanwege het geluid van de cornemuse, maar ook door de bijna snerpende klank van de bombarde en de roffels op de caisse-claire. Deze CD zit in een blikken doosje en als verrassing is zo'n rode pompon, die iedere Franse matrozenpet siert, toegevoegd. Tot zover de verpakking, maar het gaat natuurlijk om de inhoud en die mag er zijn. Het is allemaal zo weinig militair, het is zo luchtig en heel veel berust op de eigen Bretoense folklore. Om duidelijk te maken wat ik precies bedoel: de dansante klanken van de "Bagad de Lann-Bihoué" tijdens een bezoek vorig jaar aan Mexico worden in deze video een aantal malen onderbroken door militaire muziek van het ergste soort. Over de uniformen van die andere dames en heren zwijg ik liever.
10.8.08
Leeuwarden 11
Mijn vader overleed toen ik 26 jaar was en nog altijd betreur ik het dat ik de verhalen over zijn jeugd in Leeuwarden wel gehoord, maar niet genoteerd heb. Want zijn herinneringen aan het Joodse leven in de eerste twee decennia van de vorige eeuw waren de moeite waard. Pas jaren later heb ik in een enkel geval kunnen achterhalen over wie hij sprak. Hij had een oudoom (de echtgenoot van een zuster van zijn grootvader), die hem regelmatig meenam naar het station om naar treinen te kijken. Mijn vader, een jaar of vier oud, kon klaarblijkelijk de k niet zeggen en riep steeds verheugd als hij een nieuwe trein ontdekte: "Oeteltrein", waarmee zoveel als "Ook een trein" bedoeld werd. Dat oeteltrein heeft mijn vader geweten, want die oom is hem altijd oeteltrein blijven noemen. Pas jaren na de dood van mijn vader kwam ik erachter wie die oom was. Hij heette Drielsma en had een fietsenzaak aan de Voorstreek en bracht een rijwiel in de handel met de naam "Lewone". Dat is merkwaardig, want het is bij mijn weten de enige fiets met een Hebreeuwse naam, die in Nederland is verkocht. Ik ben er nog altijd niet achter waarom. Lewone, de oude, Askenazische uitspraak van Levanah (לבנה), betekent maan, koos hij LWN omdat deze letters ook in Leeuwarden voorkomen?
Oorlog
Het is 2021. Nederland is uiteengevallen in elf afzonderlijke republieken. Elf niet twaalf, want Noord- en Zuid-Holland vormen samen één republiek. In de republiek Friesland, waar een groot aantal burgers voor de Hollandse nationaliteit gekozen heeft, met name in de Stellingwerven, ontstaat onrust: er ontstaat een afscheidingsbeweging, die zich gesteund weet door de republiek Holland. Op het moment dat de republiek Friesland orde op zake wil stellen, besluit de republiek Holland de Stellingwerven binnen te vallen onder het mom de vrede te bewaren en een eind te maken aan de vermeende genocide op Hollanders in de Stellingwerven. De republiek Friesland besluit zich uit de Stellingwerven terug te trekken. Maar de republiek Holland zet de oorlog voort: men heeft zich in Den Haag al jaren lang geërgerd aan de eigenzinnige koers van de Friese republiek en daaraan moet nu voor eens en altijd een eind aan worden gemaakt. Voor de kust van de republiek Friesland, van Lemmer tot Lauwersoog, wordt een grote Hollandse vloot samengetrokken, zodat op effectieve wijze Friesland van de buitenwereld wordt afgesloten. Ik houd u van verdere ontwikkelingen op de hoogte.
Alpenhoorn
Niet dat ik hele dagen in een Parijse platenzaak doorbreng, maar als ik er, zoals de afgelopen dagen, toch ben, dan loop ik zo'n winkel niet voorbij, altijd op zoek naar opnamen van bijzondere instrumenten of uitzonderlijke muziek. Dit keer was de score niet hoog, maar gingen toch vijf CD's in mijn tas, ik zal de komende dagen er het een en ander over schrijven, om te beginnen met een CD van het "Alphornensemble Weimar", dat sinds 1995 bestaat en werd opgericht door twee hoornisten van de "Staatskapelle Weimar". Inmiddels uitgebreid tot een kwartet, speelt het o.a. twee kroningsfanfares van de 18e eeuwse Boheemse componist Jiří Ignác Linek, werkjes, die ik, in oorspronkelijke vorm al jaren op een langspeelplaat bezat, maar die in deze bijzondere uitvoering fantastisch klinken. Er staan ook hedendaagse stukken op en ik ben onder de indruk van wat op het buitengewoon logge instrument mogelijk is. Wie meer wil weten over dit grootste houten blaasinstrument en het "Alphornensemble Weimar" verwijs ik graag naar deze website.
Peugeot
De 4.4 liter met racenummer 5 bracht Peugeot bij de Grote Prijs van Lyon in 1914 niet het grote succes waarop de fabriek gehoopt had, in de laatste ronde moest coureur George Boillot de eer aan Mercedes laten.
De auto was ontwikkeld uit Peugeots drielitermeesterstuk uit 1913, dat in 1915, na overwinningen in Europa, op de eerste plaats eindigde in de Indianapolis 500. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd in Europa niet geraced, maar in de Verenigde Staten wel en de Peugeotmotor werd er, bijvoorbeeld door een merk als Premier, zo volledig nagebouwd, dat de onderdelen onderling uitwisselbaar waren.
9.8.08
Leeuwarden 10
Datte je in Liwadden gratis metfreters hadden wist ik fanself as jonkje al, dat je mar beter fan dit soart overkommelingen fut kon blive, wist ik oek. Dat se noch altiten bestane is gin nijs, want dur is nou een krantsje in Liwadden dat sonder mij te te fragen of oek mar te informearen myn stukjes over Liwadden afdrukt. De groate kloaten hewwe noait fan "copyright" hoord, in gewoane
taal hyt suks wat se doene dyfstal. En om de soegen ut dudelik te maken: foartaan afblive met jim fureche fingers.
taal hyt suks wat se doene dyfstal. En om de soegen ut dudelik te maken: foartaan afblive met jim fureche fingers.
5.8.08
Swing
De Benny Goodmanband in 1937 met Harry James (trompet) en Gene Krupa (drums & foto) en het Benny Goodmankwartet met Lionel Hampton, vibrafoon; Teddy Wilson piano en Gene Krupa, drums, in de film "Hollywood Hotel".
Subscribe to:
Posts (Atom)