Het automerk Bugatti ontstond in 1910 toen Ettore zijn eigen fabriek in Molsheim (Elzas) opende. Het Type 10 was een kleine auto en op dat stramien zien we hem de eerste jaren voortborduren, naast het Type 41, hierboven met een door Park Ward in Londen gebouwde carrosserie, oogt het wagentje miniscuul.
Het Type 41, ook "La Royale" genoemd, met een motor van bijna 13 liter inhoud moest koningshuizen in de verleiding brengen de wagen aan te schaffen. Dat lukte niet, de wagen met de Park Wardcarrosserie werd in 1933 verkocht aan captain C.W. Foster. De immense motoren, speciaal ontworpen voor "La Royale" belandden in autorails, de fabricage daarvan hielden de fabriek in de jaren dertig draaiende. Dat de Bugatti-autorails door de Franse spoorwegen na de Tweede Wereldoorlog snel werden uitgerangeerd had alles te maken met het hoge brandstofverbruik.
Peugeot Bébé ontworpen door Bugatti
In 1912 verkocht Ettore een ontwerp aan Peugeot, dat hij eerder aan de Duitse fabriek Wanderer schijnt geprobeerd hebben te slijten. Dat klinkt vreemd een autofabriek, die een ontwerp onder een andere naam elders laat bouwen, maar dat komt ook nu nog voor, het oorspronkelijke ontwerp van de Espace is van Matra, die de "ruimteauto" eerst aan Peugeot had aangeboden, maar toen die er niets in zag naar Renault is gestapt. Bugattis werden in de eerste jaren ook elders in licentie gebouwd, in Duitsland door Rabag (Rheinische Automobilbau AG), in Engeland door Crossley motors Ltd. en in Italië door Diatto.