1.2.11

Potifar 43

"Het schijnt maar niet tot jouw botte, waarschijnlijk uiterst lege hersenpan door te dringen, dat onze partij maar één leider heeft: ik en niemand anders. En ik ben toevallig niet zo'n sukkel als Ben Ali of Moebarak, kereltjes die volslagen uit het oog verloren hebben wat het volk wil, daar zijn het dan ook moslims voor. Nee, nee Poti, ik win op alle fronten. Ik voel exact aan wat ons volk wil, dat is gisteravond nog eens bevestigd door de befaamde vaderlandse auteur Joris Schonebroer, of zoiets".
De Grote Boentoet zwaaide vervaarlijk met zijn paraplu en prikte er vervolgens mee in Potifars voorhoofd.
"U bedoelt Jopie Schoonbroertje en vergiffenis Grote Boentoet, duizendmaal vergiffenis."
"Ja, ja. Dat is gemakkelijk, even sorry zeggen, maar terecht heeft Johan Schoonvader, of zoiets. over u, huichelaar, geprofeteerd: Potifar eert u met de lippen, maar zijn hart is ver van u verwijderd."
Potifar mompelde: "Jopie Schoonbroertje en Marcus zes vers zes."
"Juist", zei de Grote Boentoet en duwde met de punt van de paraplu Potifars hoofd naar achter, "als je dat maar begrijpt, onze partij heeft de joods-christelijke traditie hoog in het vaan dus weg met de koran!"