Helemaal zeker ben ik niet, maar volgens mij
reed Sietze Keuning vlak na de oorlog een Chevrolet 1934. Hij had zijn eigen
taxibedrijf op de Leeuwarder Bleeklaan, vlakbij de Groningerstraatweg. Begin
1947 kreeg hij een nieuwe auto, weer een Chevrolet, die vond ik qua vorm mooier
dan de naoorlogse Ford. Jaren later reed ik zelf zo'n bolle achtcylinder Ford, soms
werd ik knipperend gegroet door een Volvo-544-rijder, die op een afstand niet
helemaal in de gaten had, dat mijn auto een slagje groter was dan de zijne. In
de jaren vlak na de oorlog zag ik weinig Amerikaanse cabriolets, auto's waren
op de bon en wie wilde in ons klimaat een open auto? Tijdens de oorlog gebouwde
Amerikanen zag je helemaal niet, behalve jeeps en andere legervoertuigen. Dus
was ik eergister redelijk verheugd een Plymouth cabriolet te zien uit 1942. Er
schijnen nog 42 exemplaren van de Plymouth P14C Special Deluxe
Convertibles te bestaan.
Plymouth werd in 1928 geïntroduceerd als een
goedkopere Chrysler, het beeldmerk, een schip, (zie het motorkapembleem) werd ontleend aan de vertrekplaats van de “Mayflower” (met
de “Pilgrim Fathers”) Plymouth in Engeland, de landingplaats vlakbij Cape Cod ging
Plymouth Rock heten, maar de naam Plymouth
schijnt echter ontleend te zijn aan een bepaald soort touw. Het was lang een succesvol automerk en samen met
Ford en Chevrolet behoorde het tot de goedkope Amerikaanse grote drie.
Inmiddels is Plymouth al weer een twaalftal jaren van de markt verdwenen.