Ik lees op het blog van Ronald van den Boogaard een Hongaarse ziekenhuiservaring van Peter Flik en vrijwel meteen schiet mij een soortgelijke Amerikaanse van een jaar of tien geleden te binnen.
Vlak voordat ik naar Cleveland vertrek, fiets ik thuis de straat in en breekt een trapper van één van mijn fietsen en kom ik redelijk hard op een knie terecht. Na een week, ik ben inmiddels in de Verenigde Staten, speelt de knie behoorlijk op en omdat mijn zwager toch naar het ziekenhuis moet, ga ik mee. Ik word om half negen ingeschreven niet alleen met mijn eigen adres maar ook - want dat moet - met het adres van mijn zwager. Na een uur haalt een verpleger me op voor een intakegesprek en daarna word ik ook weer weggebracht. Ik kom terecht in een andere wachtkamer. Daar heerst een eerste hulp sfeer. Een heel gezelschap, zo weggeplukt van een bruiloft, moet zich laten verbinden. Na anderhalf uur word ik opnieuw opgehaald door een verpleger en naar de röntgenafdeling begeleid. Het is er een drukte van belang, ik zit naast een oudere heer in een rolstoel met op zijn pyamajasje een Deense naam. Ik meld dat ik een klein beetje Deens spreek. Dat verrast de man en er ontstaat - overigens - in het Engels een gesprek. Zijn ouders hebben Niels Bohr gekend en hij heeft als kind op Einsteins schoot gezeten. Dat is bijzonder en doodt de tijd. Maar de oudere heer wordt opgeroepen en verdwijnt. Na een uur ben ik aan de beurt. Daarna word ik opnieuw begeleid naar een voor mij nieuwe en nog grotere wachtkamer om te wachten op de uitslag van de foto's. Het is vier uur wanneer ik een arts te spreken krijg, die mij meldt dat er niets gebroken is en ik kan gaan. Een maand later, inmiddels weer thuis, krijg ik de forse rekening. Ik bel het ziekenhuis en informeer of ik de kosten, ter vermijding van vertraging, met mijn creditcard kan betalen. Dat blijkt een lastige vraag want ik krijg pas na tien minuten wachten de mededeling dat men voor mij een uitzondering wil maken. Maar het verhaal is nog niet af, want kort na mijn betaling ontvangt mijn zwager exact dezelfde rekening in zijn brievenbus, geadresseerd aan mij. Mijn zwager belt me. Ik vertel hem dat de rekening inmiddels betaald is, hij belt met dat bericht de administratie van het ziekenhuis. Allebei denken we dat de zaak is opgelost. Maar niets daarvan, want hij krijgt een aan mij gerichte aanmaning van een incassobureau. Hij belt me en ik bel vervolgens het incassobureau, dat belooft de zaak uit te zoeken en me het resultaat van het onderzoek te melden. Nooit meer iets gehoord.