23.1.13

1926

Inmiddels was de de faam van de Grand Prix de France ietwat uitgehold, alleen in Frankrijk waren er in 1925 diverse wedstrijden met de naam Grand Prix verreden, zoals Grand de Marne en Grand Prix de Provence. In 1926 werd de formule voor de Grand Prix de ACF aangepast: maximum cylinderinhoud 1500cc (met of zonder blower) en moest een wagen minimum 11 3/4 cwt wegen. Er was weinig belangstelling voor de race, er startten op 27 juni in Miramas voor de 100 rondjes van 5 kilometer slechts drie wagens, drie Bugatti's T39A, een derivaat van de T35. Jules Goux won, Meo Costatini werd tweede. Dat was het dan, want een derde plaats werd niet toegekend.
 
Inmiddels was de achtcylinder T35 voorzien van een blower, deze geblazen Bugatti is het gemakkelijkst te herkennen door het ronde gat aan de rechterkant van de motorkap.
  
De auto was overigens gewoon bij de fabriek in Molsheim te bestellen en kon eventueel worden voorzien van spatborden en verlichting.
Er was ook een Bugatti viercylinder, de T37, opvolger van de de "Brescia", uitgerust met een zelfde soort carrosserie als de T35. Ook hier werd veelvuldig meegeracet, maar hij konb worden voorzien van en geciviliseerde carrosserie.