Ook Unna kent zijn 'Stolpersteine' (struikelstenen), messingplaatjes tussen het plaveisel met de namen van in de nazitijd vermoorde joden. Op het marktplein lees ik de namen van Karl en Lydia Marx, ze zullen hier gewoond hebben. Even verder vind ik de Ruth-und-Ellen-Weisner-Gasse, genoemd naar twee meisjes, die samen met hun moeder werden gedeporteerd, vlakbij is de Wilhelm-Sternfeld-Gasse, Sternfeld (foto), een in 1888 in Unna geboren auteur, die zo heel typerend voor Duitse joden zich in 1914 als vrijwilliger voor het Duitse leger meldt en na de Eerste Wereldoorlog als journalist werkt. In 1933 vlucht hij eerst naar Parijs, daarna naar Praag, waar hij secretaris wordt van het Thomas Mann Gesellschaft, dat zich inzet voor gevluchte Duitse schrijvers. Na de inval van de Duitsers in Tsjechoslowakije vlucht hij via Polen naar Engeland, waar hij samen met andere Duitsers in 1940 wordt geïnterneerd op het eiland Man. Na zijn vrijlating wordt hij in 1943 penningmeester van het PEN-centrum voor Duitstalige schrijvers in het buitenland en later secretaris van hetzelfde genootschap. Hij schreef een studie over de Duitse exilliteratuur en stierf in 1973 in Londen.