Jochem Johannus kreeg een briljant idee op de vroege zondagmorgen. Hij zat om zeven uur al achter zijn computer om het shantykoor "De Driemaster" voor eens en altijd het handzingen duidelijk te maken. Ieder lid kreeg bij elke repetitie een uitdraai van één handbeweging, om te beginnen met de do en dan bij elke volgende repetitie de ré, enzovoort, enzovoort, want verdomme als hij als negenjarige het handzingen onder de knie had gekregen dan moest het bij de volwassen leden van het shantykoor toch ook lukken. Hij begon manmoedig met de uitdraai van de do.