18.2.23

Militair

Originaliteit is ons volk vreemd, vandaar ook dat onze televisiejournaals in vorm en presentatie gemodelleerd zijn naar die van de BBC. Ook zo'n veteranendag is van elders komen overwaaien, want wie heeft er behoefte aan, zeker nu - veel te laat en te traag - duidelijk wordt dat "onze jongens" in "ons Indië" een allesbehalve glorieuze rol hebben gespeeld en net zo min als "Befehl ist Befehl" doet "het werd ons opgedragen" uiteindelijk opgeld. Natuurlijk stond de uit zijn uniform gehesen Victor Baarn bij invoering van een veteranendefilé te trappelen van ongeduld toen hem duidelijk werd weer een ietsiepietsie "millitèr te können sain", maar inmiddels vertoeft hij alweer enige jaren in het hiernamaals en was er alle reden om de rond zijn verjaardag begonnen onzin te beëindigen. Begrijp me goed: ik heb niets tegen de krijgsmacht. Zelfs niet tegen parades. Trooping the colour, waarmee de Britse monarch verjaardag viert, verkies ik ver boven de uitdragerij op 30 april te onzent. Een verslag van de taptoe in Edinburgh, met al zijn verschillende muziekensembles, laat ik me ook niet graag ontgaan. Misschien is de muziek juist het gene wat mij redelijk enthousiast maakt?
Dat moet er al vroeg ingeslopen zijn, want toen ik door de heren Arend Jan Heerma van Voss en Wim Noordhoek tijdens een uitzending van hun onvolprezen "Radiovereniging" gevraagd werd naar mijn oudste muzikale herinnering, antwoordde ik tot hun verbazing: de Amsterdamse Politiekapel, nee, nee, niet onder leiding van Johan Pinkse, maar de vooroorlogse kapel onder leiding van H. Reygersberg met de mars "Zou zou qui passent"*. 
Een paar geleden was ik op Quatorze Juillet in Brest en hoopte ik op een optreden van mijn favoriete bagad, de Bagad de Lann-Bihoué, maar helaas. Gelukkig waren er blijmakende, andere biniouklanken en na afloop heb ik met een paar musici gesproken over de gespeelde muziek, want er passeerde o.a. een Schotse naast een Bretoense medley.