6.2.23

Jochem Johannus 4

Hij sloot de achterdeur, maar deed hem niet op de grendel  want zijn vader moest nog thuis komen van zijn wekelijkse kegelavondje. Hij liep naar boven, waste zich en kleedde zich uit, trok het bovenstuk van zijn  pyama aan, ging op bed  liggen en keek naar boven, nadat hij de zakdoek, waarin hij  ook de bamibal had meegenomen, naast zijn hoofdkussen had gelegd. Boven tegen het plafond had hij een grote foto van Caroline van der Plas geprikt, hij lachte naar haar en begon op een uiterst alternatieve manier met handzingen. Hij was dol op Caroline, vooral op de manier waarop ze haar bril in haar haar droeg, dat  wond hem verschrikkelijk op. Elke zaterdagavond genoot hij van haar, voordat zijn vader thuis kwam, hij noemde dat zijn Carolinetime, er kon niets tegenop.