Geen Marmon zestiencylinder, maar een Cadillac V-16 in 1931, want het wachten op de Marmon duurde een aantal potentiële kopers te lang. Merkwaardig dat er toch, ondanks de depressie, behoefte bleef bestaan aan een dergelijke luxe en dat Cadillac, omdat het deel uit maakte van het machtige General Motorsconcern, Packard versloeg in het deel van de Amerikaanse automobiel-industrie dat zich richtte op de top van de clientèle. In 1930 verscheen de magnifieke V-16, die leverbaar was in 33 verchillende versies. De wagen werd niet bekend door zijn snelle acceleratie, maar door zijn fantastisch soepele rijgedrag. Negen maanden na het uitbrengen van de V-16 werd de V-12 gelanceerd, gebaseerd op de V-16 minus vier cylinders. De carrosserie was iets kleiner, maar het rijgedrag liet evenmin niets te wensen over. De verkoop van zowel de V-16 als de V-12 viel echter tegen: in de jaren 1930 en 1931 werden 3250 V-16's en 5725 V-12's verkocht.