31.7.12

Immerhin 15

Hij bleef die nacht wakker. Kon de slaap niet vatten. Dat de enig andere Nederlandse klerenhangerverzamelaar hem zo had kunnen bedriegen,  begreep hij niet.  Eerst was hij razend geweest, daarna verdrietig, maar nu zon hij op wraak. Maar elk plan daartoe verwierp hij weer. Niet goed genoeg. Niet subliem genoeg. Want dat het subliem moest zijn, stond voor hem vast. Balkema moet voorgoed worden vernietigd en zijn imitatie antieke klerenhangers erbij. In elk geval ging hij hem niet bellen. Hij zou net doen of zijn neus bloedde en over drie maanden gewoon naar Zwolle afreizen en daar toeslaan. Verschrikkelijk toeslaan. Hij stond op en keek opnieuw naar de door Balkema vervalste klerenhangers. Morra en Bontebok. Misschien moest hij daar maar eerst eens naar toe om inspiratie voor zijn wraak op te doen.

1929 2


Wat er met de Nash van meneer Jensen is gebeurd, weet ik niet. Ik heb in mijn archief een prentbriefkaart uit 1968 met Jensen aan het stuur, hij nam toen deel aan de Tour d'Henry. Op een andere, latere foto staat de auto in een museum ergens in Denemarken. Wat er met mijn Nash uiteindelijk gebeurd is, weet ik evenmin, het verhaal gaat dat hij -  omdat hij niet in het RDW-register terug te vinden is - naar de Verenigde Staten is geëxporteerd.

1929

 Ergens ten Noorden van Kopenhagen woonde de heer I.S. Jensen, hij bezat deze schitterende achtcylinder Nash, natuurlijk heb ik hem opgezocht en zijn wagen gefotografeerd, toen ik begin jaren zeventig in de buurt was. Als ik me goed herinner was de auto licht- en donkerrood.

Quebec

Landen kennen hun regionale muziek. Voorbeelden te over. Ook Canada. De muziek van New Foundland, de muziek van Cape Breton en natuurlijk de muziek van Quebec, met nogal wat groepen die furore maken, als "La Bottine Souriante" en "Ad Veille Quie Pourra" en "Les Charbonniers de l'Enfer". Natuurlijk allen Franstalig. In 2010 stond "La Bottine Souriante" op het Celtic Fest* in Chicago en "Ad Veille Que Pourra" (foto) trad dit jaar maart op in Balattou, Montréal.
*Het woord Celtic of Keltisch wordt de laatste jaren wel vaker misbruikt.

30.7.12

Immerhin 14

Hij werd er vrolijk van, haalde een fles wodka uit de keuken en schonk een fors glas in.  Balkema had hem dus niet opgelicht. Hij keek nog eens goed naar de klerenhanger van Kleedingmagazijn Hobbe Radsma uit Morra. Dat was toch wel een heel bijzondere. Hij pakte klerenhanger op, stootte de fles wodka om en de hanger werd drijfnat. De letters op de hanger liepen ogenblikkelijk uit. Kleedingmagazijn bleef onaangetast maar Hobbe, Radsma en Morra liepen uit. Godgloeiendegodverdomme. Balkema had hem dus wel opgelicht. Balkema had een hangertje uit Leeuwarden bewerkt, want dat woord kwam te voorschijn. De schoft. Hij zou de rotzak morgen meteen bellen, om half acht, voordat Balkema naar zijn werk ging. Maar eerst moest hij  de hanger van Kobus Salverda uit Bontebok controleren en ja hoor, ook daarvan liepen de letters meteen uit, nadat hij er paar druppels wodka op had laten vallen.

Inuit

De keelzang van Inuitvrouwen had altijd al een competetie-element, inmiddels worden er echte wedstrijden, zoals hier in 2010 in Winnipeg, gehouden. Twee vrouwen staan tegenoverelkaar en zingen, de eerste die buiten adem raakt of lacht heeft verloren.

Ambassador

Het duurste model Nash was de achtcylinder "Ambassador', hier de versie van 1940. Vanaf 1939 hadden Nashes een smallere grille. Bovenstaande auto heeft zogenaamde "fender skirts", die de achterwielen bedekken. De omzet van Nash Kelvinator in 1940 bedroeg meer dan $73 miljoen dollar en de winst was anderhalf miljoen dollar. Twintig Ambassadors werden voorzien van een speciale, door graaf Alexis de Sakhnovsky (op de foto aan het stuur) ontworpen, cabrioletcarrosserie, er werden slechts 20 gebouwd, waarvan maar 11 werden verkocht.  1940 was ook het laatste jaar dat de LaFayette werd gebouwd, vanaf 1941 heette die Nash 600. "Time" omschreef destijds de 600 als de enig werkelijk nieuwe auto: hij had een zelfdragende carrosserie. De naam 600 kwam van het feit dat er op een tank van 20 gallons benzine 600 mijlen konden worden afgelegd.(Omgerekend op een tank van 75 liter bijna 1000 kilometer.)
O ja, natuurlijk vreten ze varken van de  barbeque, hebben ze kaal geschoren koppen, dragen ze rare korte broeken en mouwloze t-shirts, zitten ze onder de tatoeages, overschreeuwen ze zich en vernielen ze hier hun Nash uit 1940 nog meer, dan die al vernield was. Van het ene stel dwazen naar een andere Amerikaanse gek, die zijn 600 uit 1941 voorzien heeft van een chassis(!) en een Chevroletmotor, hij heeft het over een Nash Ambassador 600, dat woord "Ambassador" slaat nergens op, maar hij is duidelijk al tweeeneenhalf jaar bezig een auto te slopen, in plaats van een boekje te raadplegen.

29.7.12

UD-71-37

 De Nash als vervoermiddel. De eerste foto met acteur Lex Goudsmit is de oudste, want ik kocht de auto met een afgezaagd "hood ornament", gelukkig wist ik in de Verenigdese Staten een origineel exemplaar te achterhalen, de foto's met Ry Cooder* en Raymond Burr (Ironside) zijn dus van later datum.



*Binnenkort verschijnt Cooders nieuwe CD "Election Special", een voorproefje: "Mutt Romney Blues" valt hier te beluisteren.

Les Trois Copains

In de jaren dertig waren er heel wat muziekgroepjes in Quebec met niet altijd de meest originele namen. "Les Trois Copains" was er één van en het bestond uit Arthur Pigeon (foto), accordeon; Henri Wattier, fiddle en Edmond Moreau, piano. Reel à Camillien werd opgenomen in 1939.

Bastiaan

Bastiaan su nou noch 's un keer de tondeuze over syn hassus hale mutte.

28.7.12

Ooievaars

Vijfentwintig fietsminuten van mijn huis, tussen Ankeveen en Weesp, gister: vijf ooievaars.

Opening

Wonderlijk dat er geen noot te horen was van de rijke Britse volksmuziek tijdens de opening van de Olympische Spelen, want ik hoor Brass Monkey liever dan The Arctic Monkeys.

Isidore Soucy

Isidore Soucy (1899 - 1963) was als teenager de beste "fiddler" in zijn geboortestad Ste-Blandine, in 1924 accepteerde hij een baan bij de gemeente in Montreal, maar nadat hij een grammofoonplatencontract kreeg bij "Starr', werd hij gevraagd door het radiostation CKAC om regelmatig mee te werken aan het programma  "Veillées du bon vieux temps". In de jaren derig maakte hij deel uit van verscheidene groepen o.a. samen met zijn vrouw en hun vier kinderen. In de jaren 1960 tot '62 had Soucy het meest populaire televsieprogramma in Quebec. Op een 78-toerenplaat is dit is de "Reel de la Gatineau" (Gatineau is een stad in West-Quebec).

Englebert

Klaarblijkelijk kreeg Nashimporteur Englebert ook het fotomateriaal voor de Nederlandse folders rechtstreeks uit Kenosha aangeleverd. Dit is er een voorbeeld van, behalve het "hood ornament" (uiterst rechts) voor de LaFayette, is alles keurig met wit uitgedekt, dat is in ons land gebeurd, want op de achterkant staat de aanwijzing voor de drukker: "vrijstaand". 
Soms is het ongetwijfeld grappig bedoelde reclamemateriaal ronduit meelijwekkend, zoals het boekje "Nash... en wat men van hem zegt". Het is duidelijk een Amerikaans maakwerkje dat in het Nederlands werd vertaald.

27.7.12

Wobbe

"As jim fanne somer naar New York toegane en de hamburgers jim de neus uutkomme!"

De Beatons van Cape Breton

Zomaar in de huiskamer: Andrea & Kinnon Beaton, twee leden van de fameuze Beatonmuzikantenfamilie uit Mabou, met daarachter de tradionele pompende piano, alleen de snaredrum is misplaatst. Als ik het hoor en zie moet ik ogenblikkelijk aan Shetland denken, ook daar twee (of meer) violen en de piano. Schitterend! (Er is, als u niet genoeg van de Beatons kunt krijgen, een CD van hen: "Cape Breton Fiddle and Piano Music The Beaton Family of Mabou" op Smithsonian Folkways  SFW CD 40507)

Englebert op de RAI

 Englebert in den Haag was de importeur van Nash. Op de foto van de Nashstand op de RAI van 1938 is op het pilaartje vooraan te lezen dat Nash een "rond de wereld garantie" biedt. Naast de het drietal Nashes staat een Packard, een ander Amerikaans merk, dat Englebert importeerde. De achtcylinder Nash-cabriolet kostte destijds f.4275,- en had standaard, zo lees ik in de prijslijst: spatbordlampjes, dubbele hoorns, dubbele ruitenwisschers, dubbele zonneschermen, 2 achterlampen, aschbakjes, slot op het dashbordkastje, armleuning op voorportieren, onversplinterbaar glas rondom, veerend stuur met verchroomde claxonring, electrisch klokje, sigarenaansteker, luchtzuiverings-apparaat, snelgang en vacuum-shift. Dat luchtzuiverings-apparaat was klaarblijkelijk zo bijzonder dat er een apart foldertje voor werd uitgebracht. De temperatuur  wordt in de folder aangegeven in graden Fahrenheit, niet in graden Celsius.

Immerhin 12

Immerhin keek op de kaart van Friesland. Dat Metslawier was toch een verdomd klein plaatsje, eigenlijk veel te klein om  in 1929 een kledingzaak te hebben gehad, want dat had hij inmiddels wel opgestoken: mensen gingen, destijds net als nu, naar grotere plaatsen om kleren aan te schaffen. Hij kon natuurlijk zijn achterneef Sybrand Immerhin in Groningen te bellen, die keek naar elke detectiveserie die op de tv te zien was en hem te vragen naar Metslawier te rijden en onderzoek te doen naar het bestaan van kleedingmagazijn Okke Knol in 1929. In ieder geval bestond de zaak nu niet meer, dat had hij computerend al nagekeken. Hij besloot de telefoon te pakken, maar Sybrand bleek niet thuis.

26.7.12

Kenosha

 De Nashfabriek in Kenosha in 1937
Een paar jaar geleden ging ik vanuit het ten noorden van Chicago gelegen Kenilworth naar Kenosha. Op, zeg maar, een soort bedevaart, want behalve dat de Nashfabriek daar ooit gestaan had, reden er PCC-cars. Ik kwam niet verder dan het laatste plaatsje in Illinois, de trein ging 's ochtends niet naar Kenosha. Uiteindelijk werd het een taxi, want een bus om de tocht voort te zetten was er ook niet. Een mens moet tenslotte wat over hebben voor zijn hobby's. De taxichauffeuse liep over van geloofsijver, het christendom werd, zonder uitnodiging, luid bejubeld. Ik hield - laf - ik geef het toe, mijn mond, maar mijn Amerikaanse vrouw is nu eenmaal veel diplomatieker in  de afhandeling van dergelijke zaken. We eindigden de rit bij het kleine station van Kenosha, in elk geval - er was bovenleiding - zou de tram hier langs komen. Voor ons strekte zich een enorme grasvlakte uit, hier moest de Nashfabriek gestaan hebben.

Immerhin 11

Immerhin besloot zonder Balkema's medewerking toch met een inventarisatie van klerenhangers te beginnen. Nee, geen gedrukte catalogus, zelfs niet een catalogus in boekvorm, want hij wist hoe die zou eindigen: in verfrommelde bladzijden in een hoek van de kamer. Dus hij nam voor elke hanger een apart vel papier, maakte een tekening en noteerde het opschrift van de hanger en gaf een prijsindicatie. Hoger dan 75 euro ging hij niet. Het kostte hem zes weken, maar toen keek hij tevreden naar een mooi overzicht. Hij zou Balkema toch maar eens bellen, misschien kon hij hem overhalen hetzelfde te doen. Maar Balkema hield de boot af, vond het allemaal onzin en zei dat hij er bovendien geen tijd voor had. Wel had hij een heel bijzonder hangertje in de aanbieding voor 125 euro kon Immerhin een hangertje overnemen van kleedingmagazijn Okke Knol uit Metslawier. Vermoedelijk uit 1929 zei Balkema.

Éva Gauthier

Éva Gauthier met Maurice Ravel aan de vleugel en George Gershwin uiterst rechts
Het lied "Un Canadien Errant" staat op op het repertoire van heel wat zangers, van Leonard Cohen tot Nana Mouskouri, maar dit is bij mijn weten de oudste opname, daterend uit 1917 en gezongen door Éva Gauthier, over wie zo meteen meer. Het lied werd geschreven in 1842 geschreven door een uit Canada naar de Verenigde Saten gevluchte rechtenstudent, Antoine Gérin-Lajoi. In 1837 - '38  vond in Canada de "Lower Canadian Rebellion" plaats, die werd neergeslagen een aantal rebellen vluchtten, anderen werden ter dood veroordeeld.
Éva Gauthier (1885 - 1958)  was een omstreden zangeres en dat kwam voornamelijk door haar repertoirekeuze: van opera tot jazzachtige songs, van volksliedjes tot het werk van moderne componisten als Ravel en Stravinsky. Nu zouden we zoiets alleen maar toejuichen. 
De in Ottawa geboren Gauthier studeerde in Frankrijk en trad in 1906 op met haar Canadese collega Emma Albani tijdens een tournee dooe Engeland en Canada. Met een beurs keerde ze terug naar Europa om haar studie voort te zetten en in 1909 vinden we haar in Pavia, waar ze de rol van Micaëla zingt in "Carmen". Daarna gaat ze naar Londen om in Delibes' "Lakmé" te zingen, maar de ster van de opera, Luisa Tetrazzini vreest dat Gauthiers stem de hare zal doen verbleken en eist Gauthiers vertrek. De directeur van het operagezelschap stemt toe en Gauthier vertrekt om nooit meer in welke operarol dan ook terug te keren. Gauthier vertrekt  vervolgens naar Java en treedt in 1911 in het huwelijk met de Nederlandse planter Frans Knoote. Ze bestudeert daar onder meer gamelanmuziek, neemt Javaanse liedjes op in haar repertoire en gaat vervolgens op tournee in China, Japan, Australië en Nieuw-Zeeland. In 1915 besluit ze naar New York te gaan, waar ze behalve haar Javaanse liederen ook liederen van Ravel en Stravinsky zingt. In 1920 is ze terug in Parijs en raakt bevriend met Ravel en andere Franse componisten, voor wie ze op tournee in de Verenigde Staten baanbrekend werk verricht. Een concert in 1923 in New York van haar opende met werken van onder meer Purcell, Bellini, Milhaud, Bartok en Hindemith, na de pauze kwamen "Alexander's Ragtime Band" van Irving Berlin en songs van Jerome Kern en George Gershwin (met de componist aan de vleugel) aan de beurt. Dat zorgde onder liefhebbers van klassiek repertoire voor groot lawijt, maar het concert was in feite een groot succes. Gauthier werd een beroemdheid en trad tot aan het eind van de jaren twintig op in haar geboorteland, in de Verenigde Staten en in Europa tot ziekte haar tot stoppen dwong en ze les ging geven in New York.

25.7.12

Barney Wilen 2

Van Martin Smit uit Amsterdam kreeg ik een aanvulling op het stukje over Barney Wilen op dit blog:  "In de jaren negentig maakte de Franse striptekenaar Loustal een strip getiteld Barney et la note bleue (samen met scenarioschrijver Paringaux), over een ietwat aan lager wal geraakte saxofonist die nog met Miles Davis had gespeeld (natuurlijk de filmmuziek van Ascenseur pour l'échafaud). Wilen voelde zich in zijn eer aangetast en zocht ruzie met Loustal. Later hebben de twee het bijgelegd, met als resultaat dat het hoesje van de cd Barney Wilen: "La Note Bleue", dezelfde tekening heeft als het stripalbum van Loustal. Bovendien komen de titels van de hoofdstukken in het boek overeen met de nummers op de cd! Een aanrader."

Wobbe

"Jim mutte noait fergete dat Zalm, dyt nou as ABN-Amro-opperhoofd syn feulsten te groate bek openskeurt over de hipoteken, jim jim kwatsje ontnomen het."

Nashmotoren

In een Amerikaanse folder uit 1937 staan de drie motoren, die Nash in dat jaar in zijn auto's bouwde: rechts de beide kopkleppers: een acht-in-lijn en een zes-in-lijn, beide met dubbele ontsteking (twee bougies per cylinder), links de zescylinderzijklepper, waarbij zowel in- als uitlaatspruitstuk in het motorblok waren ingebouwd. Alle drie motoren hadden een waterpomp, die met een flexibele koppeling met de dynamo waren verbonden. Die waterpomp haalde je, herinner ik me, met twee steeksleutels uit elkaar, een kind kon als het ware de was doen. Ik had ooit zo'n enorme onstekingskap van een Nashachtcylinder met achttien gaten, die is helaas door een Larense garagist ten onrechte meegepikt.

Les Charbonniers de l'Enfer

De CD waar "Les Jours d'la Semaine" op staat is inmiddels zestien jaar geleden verschenen. Gezongen a cappella in het nasale Frans van Quebec, begeleid door twee man van de groep die met hun voeten op de vloer trappen (podoritmiek) blijft het fascinerende, Canadese muziek: "Les Charbonniers de l'Enfer" met als gast Gaston Lepage. Om even te laten zien hoe die podoritmiek werkt hier een kort voorbeeld.

Immerhin 10

Het enige dat Immerhin nog miste was een Nederlandse klerenhangercatalogus met afbeeldingen en prijzen. Hij had het er met Balkema op hun jaarlijkse bijeenkomsten in Zwolle wel eens over gehad, maar die vond het onzin. Toch zou het handig zijn, want zonder catalogus wist je niets van zeldzaamheid en prijzen, je moest een schatting maken. Immerhin begreep best dat een vooroorlogs  Amsterdams C&A-hangertje hooguit twintig cent waard was, maar wat was een klerenhanger van Van Schuppen uit Veenendaal waard? Tien euro, dertig euro, vijftig euro? Balkema zei als het over prijzen ging altijd: "Het is, wat de gek er voor geeft!" Maar dat was het nou net, Balkema en hij waren de enige gekken. En het als het er op aankwam wist Balkema heel goed wat hij voor een klerenhanger uit een kleine Friese plaats, die hij dubbel had, moest vragen. Laatst nog bood hij in een telefoongesprek een hanger aan uit Dokkum, die moest vijfenzeventig euro opbrengen. Dat was geen kattenpis.

24.7.12

Wobbe

"Hewwe jim dat nou oek, dat as jim an Balkenende denke: su hij fandaach te snoekfissen weze?"

Kelvinator

Negentienzevenendertig was een belangrijk jaar voor Nash, de automobielbouwer ging samen met de koelkastenfabrikant Kelvinator, een niet geheel ongewone combinatie, want Frigidaire maakte al sinds 1919 deel uit van het General Motorsconcern. Ook de carrosseriefabriek van Nash, de Seaman Body Corporation ging deel uitmaken van het conglomeraat. In mijn verzameling automobilia bevindt zich een een originele kopie van het contract met ondermeer de echte handtekeningen van  Charles Nash, chairman of the Board of Directors van Nash en George Mason, de president van Kelvinator. Ik kocht het stuk jaren geleden toen het Nasharchief in Kenosha, Wisconsin werd opgeruimd.

Immerhin 9

Er zat niks anders op dan alle klerenhagers van de latten te halen en voorlopig aan een pas aangeschaft metalen rek op te hangen, de latten te verwijderen, de deuren te plamuren en te schilderen, nieuwe latten aan te schaffen, die op maat te zagen en te beitsen en er vervolgens, zoals Balkema had gezegd, oogjes in te schroeven. Dat laatste ging nog een paar keer mis omdat Immerhin de afstand verkeerd had ingeschat. Maar na een maand lang iedere avond en in het weekend stug  doorgewerkt te hebben, mocht het resultaat er zijn. Goed, geen van de deuren viel zonder gekletter van de klerenhangers  tegen de latten te sluiten, maar hij keek met voldoening naar zijn klerenhangermuseum, want dat was het, en vergeleken met de renovatie van het Rijksmuseum in Amsterdam was het toch nog snel gegaan.

Polka Dogs

Hank Snow, Oscar Peterson, Buffy Sainte-Marie, Leonard Cohen, Kate & Anna McGarrigle, Bob Nolan, The Guess Who, The Band, Neil Young, Joni Mitchell, Paul Anka, Bruce Cockburn, Amos Garrett, Glenn Gould, Gordon Lightfoot, Zal Yanovsky, zomaar en paar namen van musici die me te binnenschieten en die iets gemeen hebben: het zijn allemaal Canadezen. Ik weet dat de lijst bij lange na niet volledig is, maar ik had het ook over te binnenschieten, want ik heb niets opgezocht. Ik bedacht mijn lijstje, nadat ik gister de Shuffle Demons op dit blog had gezet.  Aan welk ander Canadees bandje bewaar ik plezierige herinneringen?  Natuurlijk! De Polka Dogs! Zelden zo'n energiek musicerend gezelschap gezien en gehoord. John Millard (foto) was de componist/tekstdichter en zanger/banjospeler van het stel, verder waren er Tiina Kiik, accordeon; Tom Walsh, trombone; Colin Couch, tuba en Ambrose Pottie, drums. Ik ontving ze midden in de nacht in  het VPRO-radioprogramma "After Hours", begin jaren negentig. Dit is "Thirty Reasons" van de Polka Dogs-CD "The Entertainers" opgenomen in 1990.

23.7.12

LaFayette?

 Het moet voor Nash-importeur Englebert in Den Haag niet eenvoudig zijn geweest toen, halverwege de jaren dertig, een goedkopere Nash in de Verenigde Staten LaFayette gingen heten en hier de naam Nash in zwang bleef. Het reclamemateriaal kwam uit de Verenigde Staten - het werd daar ook gedrukt - en dus werd de auto in 1935 in Nederland aangeprezen als, juist ja, Nash Lafayette. Goed, de Nederlandstalige folder werd iets aangepast door in een geheel afwijkend lettertype het woord NASH op de prachtig getekende prospectus te zetten, maar Lafayette werd hier niet als een apart merk in de markt geplaatst. Mijn Nash uit 1937 had dan ook geen LaFayette embleem op de motorkap en op de grille zat een Nashnaamplaatje en niet een gestileerd portret van de markies De La Fayette (een generaal onder George Washington), waarnaar het merk genoemd was. Onderstaande reclamefoto zou zomaar van de Nash, die ooit in mijn bezit geweest is, gemaakt kunnen zijn. Hij staat voor de KLM DC2 PH-AKT "Toekan", na de inval der Duitsers in 1940 enige tijd het persoonlijke vliegtuig van General der Flieger Christiansen, Wehrmachtsbefehlhaber in Nederland, waarna het toestel overging naar de Lufthansa en vervolgens verongelukte.

Shuffle Demons

De Shuffle Demons, een leuk groepje uit Toronto, Canada, ooit gast in een programma van me - maar ik weet niet meer welk. Ze moeten het in ieder geval naar hun zin gehad hebben, getuige deze kaart van Richard Underhill. Twee stukken: "Funkin' Pumpkin" en "Spadina Bus".

Immerhin 8

Maar omdat hij te dunne, te korte spijkers had gebruikt, die hij bovendien nog te ver in de latten had geslagen, begon het Immerhin na en paar weken toch heel erg te vervelen, dat wanneer hij een deur achter zich dicht trok, er klerenhangers van de spijkers vielen. En iedere keer aan de andere kant van de deur die hij net gesloten had. Hij probeerde het euvel te verhelpen door de spijkers met een tang iets naar boven om te buigen, maar dat lukte slecht. Hij besloot Balkema te bellen. Die raade hem aan de spijkers te vervangen door oogjes met een schroefdraad. "Maar dan moet ik de hele zaak demonteren. Nieuwe latten op de deuren schroeven, dat is een enorm werk, dan ben ik weer een paar weken bezig." "Ja", zei Balkema, "maar het is het één of het ander." 

22.7.12

Yvette Horner

Vanavond om vijf voor half tien is ze gast op België Eén in "Vive le Vélo": Yvette Horner. Ze moet er in 1954 ook bij geweest zijn in de Tour de France, in een exact op dezelfde manier uitgedoste Traction Avant 15/6, met haar echtgenoot aan het stuur. De Franse accordeoniste Yvette Horner. Ze trad daamee in de voetsporen van haar vooroorlogse collega Freddo Cardoni. Haar eerste Tour de France was in 1951, toen in een Ford Vedette, waarbij zij ernstig door zonnebrand geteisterd werd, zodat ze het volgende jaar dik ingesmeerd werd met een antizonnebrandcreme, waardoor ze uiteindelijk iedere etappe eindigde met een gezicht vol insecten. In 1953 zat Yvette in een glazen koepel op het dak van een Mercury, in 1954 en 1955 werd haar voertuig een Traction Avant 15/6, speciaal voor het doel geprepareerd met een groot open dak en anders dan de foto weergeeft, zat ze meestal in een leren stoel en in noodgevallen werd een pop van haar uit de kofferbak gehaald, terwijl haar muziek uit de luidsprekers schalde. Dat kon wanneer er met flinke vaart door dorpjes op de route gescheurd werd om het peloton voor te blijven, maar toen het publiek die stunt doorkreeg werd er met stenen naar de auto gegooid. In het voorjaar van 2010 had de Franse Traction Club "La Traction Universelle" een volledig identieke 15/6 op de tentoonstelling "Rétromobile" neergezet, de toen 87 jaar oude Yvette kwam kijken zette de volgende boodschap op de motorkap van de Traction Avant: "Faire le Tour de France avec une 15 Citroën, c'est la Traction Universelle, et c'est un véritable bonheur. Merci. Je t'aime, Yvette Horner".

Barney Wilen

Langzamerhand komt er een eind aan de serie op dit blog van in Parijs opgenomen jazz. De tenorsaxofonist Barney Wilen (1937 - 1996), zoon van een Amerikaanse vader en een Franse moeder, werd geboren in Nice en maakte samen met drie leden van het Modern Jazz Quartet (Milt Jackson, piano; Percy Heath, bas en Kenny Clarke, drums) en Gana M'Bow, percussie, op twintigjarige leeftijd in februari 1958 deze opname van het door Django Reinhardt gecomponeerde "Minor Swing".

LaFayette

LaFayette, uit de vroege jaren twintig, was gevestigd in Mars Hill, Indiana en later in Milwaukee, Wisconsin en bekend door de bouw van uiterst luxe automobielen met een V8-motor, ontworpen door D. McCall, die in 1915 de V8 voor Cadillac ontworpen had. De wagens hadden automatische temperatuurafhankelijke sluiters voor de radiateur en ook een noviteit, een electrisch klokje. In 1923 kreeg Nash de meerderheid van de aandelen in handen en een jaar later sloot de fabriek zijn poorten.

Dennis Weaver

De televisieserie uit de jaren zeventig met Dennis Weaver, als de in New York "verdwaalde" marshall Sam McCloud uit Taos, New Mexico, is in ons land nog altijd populair want de dvd's van de serie McCloud zijn de bij Blokker best verkochte, ze staan op nummer één. Ik heb Dennis Weaver (1924 - 2006) een aantal keren gesproken, zowel hier als in de Verenigde Staten. Het was een bijzonder aardige, bij de wereld betrokken man, met grote zorgen voor het millieu. De laatste keer was bij hem thuis in Calabasas, even ten noorden van Los Angeles. Ik was op dat moment samen met Augie Meyers, organist van het Sir Douglas Quintet, onderweg van San Antonio naar San Francisco met een aanhangertje achter de auto, waarop Augies Vox-orgeltje en de nodige technische apparatuur voor plaatopnamen in laatstgenoemde stad. Ik zag op een wegwijzer Calabasas en zei "Let's visit Dennis Weaver!" Augie had meteen zijn twijfels: "You can't do that". "Oh, yes we can, he told me that whenever I was near his home, I should come and see him." Dus draaiden we van de grote weg en reden naar de top van een heuvel. Dennis' vrouw Gerry (die ik eerder in Amsterdam had ontmoet) deed open, keek wat verbaasd en riep: "Dennis, here is somebody from Amsterdam to see you". Even later zaten we op het terras en haalden herinneringen op. Helemaal zeker ben ik nu niet meer waar ik hem het eerst ontmoette: was het in Hollywood of in Amsterdam? Vermoedelijk was het Amsterdam, dat hij bezocht om Steven Spielbergs "Duel" te promoten. De tweede keer dat hij naar Nederland kwam was voor "Eén van de acht". Ik kreeg een dag voor de uitzending een telefoontje van Mies Bouwman of ik Dennis en zijn vrouw wilde begeleiden. De uitzending vond vanuit de Jaarbeurs in Utrecht plaats en het eerste dat Dennis me vroeg was of ik de programmastaf maar even duidelijk wilde maken, dat hij niet van plan was op een wildvreemd paard vanachter uit de zaal de trappen af naar het podium te komen.  Dat was een moeilijke opgave. Maar ik begreep Dennis' bezwaar en bracht dat klaarblijkelijk goed over, want het programmaonderdeel werd geschrapt. Na afloop nodigde Dennis me uit samen met zijn vrouw ergens in Amsterdam te gaan eten, vis, geen vlees. Dat hebben we gedaan, tijdens de maaltijd vroeg hij me of ik hem en Gerry "the red light district" wilde laten zien. Daar moest ik even over nadenken, want Dennis was zoals gewoonlijk als McCloud gekleed en oploopjes op de Wallen leken me niet je dat. Maar alles verliep zonder ordeverstoring, al was het geroep "McCloud" niet van de lucht. Toen de Varagidsredactie van mijn escapades hoorde, werd ik samen met fotograaf Ernst Niewenhuis naar Parijs gestuurd om Dennis daar alsnog te interviewen. Gelukkig had hij me verteld waar hij logeerde. De beide keren dat we ons aan de hotelbalie meldden was hij er echter niet, zodat we uiteindelijk, op zoek naar hem, besloten een aantal bezienswaardigheden in Parijs langs te rijden. Dat lijkt achteraf een wanhopig idee, maar we hadden succes, we vonden hem en Gerry in het Louvre. 
 Dennis en ik op een bank in Parijs
Dennis was actief betrokken bij dierenbescherming, leidde een campagne tegen de overmatige Amerikaanse afhankelijkheid van olie en leefde tenslotte in Ridgway, Colorado, waar hij architect Michael Reynolds zijn ecovriendelijke huis "Earth Ship" had laten ontwerpen met gebruik van gerecycled materiaal.

21.7.12

Nash & LaFayette

 Auto's hebben niet altijd overal dezelfde naam. Wat bij ons Mazda heet kan, het is slechts een voorbeeld, in Australië Ford heten. Wat voor de oorlog in de Verenigde Staten LaFayette heettte, heette hier Nash en om precies te zijn Nash 400. LaFayette was een in 1920 gestarte fabriek van dure auto's, die in 1924 in handen van Nash kwam, omstreeks dezelfde tijd werd ook het merk Mitchell aangeschaft en in laatstgenoemde fabriek begon de fabricage van Ajaxauto's. Het succes was niet van wat ervan verwacht werd en Ajax ging Nash heten. In 1934 besloot men in de Verenigde Staten LaFayette opnieuw in de markt te zetten, dit keer als goedkoopste Nashfabrikaat. In Europa bleef dezelfde auto gewoon Nash heten. Ik heb een poos zo'n Nash uit 1937 gehad met een zescylinderzijklepper. Op de bovenste foto (een fabrieksfoto) klopt alles: het is mijn auto, behalve het motorkapembleem, het naamplaatje op de grille en de wieldoppen, want op laatstgenoemde staat duidelijk LaFayette. Op mijn wieldoppen stond Nash. Op de foto hieronder staat een een Lafayette van 1938,  op de wieldoppen staat Nash en het woord LaFayette staat in kleine letters op de gebolde strip langs de motorkap.

Louis Armstrong

Ook Armstrong verzamelde, maar dan zo'n twintig jaar eerder, namelijk in 1934, een gelegenheidsband om zich heen, waarmee hij niet alleen in Parijs optrad, maar waarmee hij ook op tournee ging en van het optreden in Kopenhagen werden filmopnamen gemaakt.  Dit is de samenstelling de band, voor zover ik de herkomst van het gezelschap heb kunnen achterhalen: Alfred Pratt (tenorsax), Peter DuCongé (clarinet & altsax), Henry Tyree (trombone), Herman Chittison (piano), Oliver Tines, drums en Jack Hamilton (trompet) waren Amerikanen, Hamilton woonde trouwens al jaren in Frankrijk, Leslie Thomson (trompet) kwam uit Jamaica en Louis Guimaraes (trombone) en German Arago (bas) waren in Parijs wonende Antillianen. Er is in het filmpje naast Amstrong maar één andere trompettist te zien, of het Hamilton of Thomson is, weet ik niet.

Immerhin 7

De laatste keer dat ze elkaar spraken, hadden ze het over het probleem gehad zijn verzameling te laten zien, Balkema had zijn hele huis van onder tot boven behangen met klerenhangers. Balkema had overal spijkers in de muur geslagen en aan iedere spijker een hanger gehangen. Dat leek ook voor Immerhin een prachtige oplossing, maar de meeste muren in zijn woning werden in beslag genomen door boekenkasten en hij kon toch moeilijk zijn eerste hobby - het stuklezen van boeken - voor zijn tweede hobby - het verzamelen van klerenhangers - aan de kant schuiven. Balkema had vervolgens een wisseltentoonstelling voorgesteld: ieder maand een ander stel hangers, maar uiteindelijk had Immerhin besloten op alle deuren van zijn huis latten te schroeven en daar spijkers in te slaan om daar zijn klerenhangers aan op te hangen. Het maakte wel flink lawaai als hij een deur achter zich dichttrok en er viel wel eens een hanger van een spijker, maar hij kon nu elke dag van zijn hangers genieten.

20.7.12

Krzysztof Zanussi

Opruimen brengt de meest merkwaardige zaken boven water, zoals deze prentbriefkaart van de befaamde Poolse filmregisseur Krzysztof Zanussi. Ik ontmoette hem in 1975, singer/songwriter Chip Taylor (broer van acteur Jon Voight) had een rol gepeeld in een film van Zanussi en hij wilde, voordat hij ergens in het zuiden van ons land optrad, Zanussi ophalen van Schiphol. Imanda Wapenaar van de platenmaatschappij, waarbij Chip destijds  onder contract was, zat aan het stuur van de auto. Zanussi was gauw gevonden en we gingen op weg. Zanussi vertelde dat hij één andere Nederlander kende, een natuurkundige, De Graaf. Dat moest - hoe wonderbaarlijk -  mijn achterneef Tseard zijn, die ik al zo'n 23 jaar niet meer gezien had. Zanussi reageerde verbaasd en ik beloofde, zodra we op de plaats waar Chip zou optreden, hem telefonisch te achterhalen. Dat lukte, want Tseard woonde ergens in de buurt van Groningen. Een paar weken later ontving ik deze kaart van Zanussi uit Polen.

Londen

Natuurlijk herinner ik me het gejuich van de Londenaren zeven jaar geleden toen ze de Olympische Spelen 2012 binnenhaalden, inmiddels denken ze er iets anders over, Dan Hancox schreef: "It's as if someone else is throwing a party in our house, with a huge entry fee, and we're all locked in the basement".

Chet Baker

Chet Baker op 24 october 1955 in Parijs met Gérard Gustin, piano; Jimmy Bond, bas en Bert Dahlander, drums: "You go to my head". Een kwartet met twee Amerikanen, een Fransman en een Zweed.

Oldsmobile

 Van mijn 1940 Oldsmobile heb ik weinig foto's. Het was een acht-in-lijn, een "Custom Eight Cruiser" met een automatische versnellingsbak. De volgende eigenaar heeft, voor zover ik weet, er een Mercury V8-motor van later datum ingeknutseld. Ik heb dat nooit zo goed begrepen. Ik begrijp die behoefte om aan auto's om te knoeien trouwens helemaal niet: een Citroën Traction Avant met een DS-motor, een Morris Minor met Chevrolet een V8-motor in het vooronder. Wat is de zin? Orginaliteit gaat toch boven alles?

Tekening

Deze tekening maakte ik in het midden van de jaren zestig, het is eigenlijk een collage. want zowel het blauwe deel als de kluwen rechtsonder en de letters zijn ingeplakt.

19.7.12

Sidney Bechet

Opgenomen op 16 mei 1949 in Parijs: "On the sunny side of the street" door Sidney Bechet, sopraansax; Gérard Bayol, trompet; Benny Vasseur, trombone; Eddie Bernard, piano; Jean-Pierre Sasson; gitaar, Guy de Fatto, bas en André jourdan, drums.