30.9.21

VOET

 


"Wat nieuw? Hoe nieuw? Wij, Mark, Sigrid, Wopke en Gert-Jan, gaan gewoon op de oude voet verder!"

Uitvinder

 


Dit is de bekende Hongaars leider, tevens uitvinder van het fel klinkende, doch altijd ontstemde eensnarige snaarinstrument de Orbanjo.

O!

 BOEVENWAGEN:  RIJTUIG VAN DE RICHEL

29.9.21

FOLKLORE

 

Bizet componeerde begeleidingsmuziek voor Alphonse Daudets "L'Arlesienne", alhoewel componeerde? Want de "farandole" is in feite de muziek van een oud dansspel uit de Provence voor acht à tien jonge mannen die op bordkartonnen paarden rondhuppelden met de titel "Lei Chivau-Frus". Dat gebeurde wel vaker leentjebuur spelen door componisten, die we kennen uit de concertzaal, bij lokale of regionale folklore, Dvořák had er bijvoorbeeld ook een handje van. "Anuech Quand Lou Gau Cantavo" (Vanavond als de haan kraait) is een zestiende eeuws kerstlied dat in 1925 werd teruggevonden in de domkerk  van Avignon, toch horen we behalve drie pansfluiten en een tamboerijn geen haan maar een nachtegaal. De "Marche de Colinette à la Cour" heeft wel degelijk een te achterhalen componist maar wordt toch als Provençaalse folklore beschouwd, in feite is dat een grote eer voor André-Ernest-Modeste Gréty, een in 1741 in Luik geboren componist van komische opera's. In deze mars  zijn Maurice Maréchal en Pierre Eyguesier te horen, die ieder met één hand een fluit bespelen en met de andere hand een trommel. De épinettespeelster is Marie-José Morbelli. Alle drie werkjes komen van een CD van Les Musiciens de Provence (foto).

28.9.21

Heidewitzka

Hannes Blachpatzer, zijn echtgenoot  Tönis Blachpatzer-Meerrettich en hun dochtertje Sypeltje Blachpatzer, terwijl Tönis Blachpatzer het gemummificeerde hoofd van zijn zuster Veronika  op schoot heeft. De foto werd gemaakt door fotostudio "Ús Hoarlepypke" in de Zuiderbuurt in Drachten, vlak voordat het echtpaar dit jaar op bargebedevaart naar De Folgeren zou gaan. De bargebedevaart is een iedere twee jaar gehouden manifestatie waarbij de deelnemers het door de bekende componist Japik Beroerdstra geschreven "Bargesnijerslied" zingen terwijl ze Stationsweg in Drachten aflopen. De bedoeling is dat ieder deelnemend gezin minimaal één gemummificeerd hoofd meedraagt, op de terugweg van De Folgeren naar Drachten wordt het bekende "Heidewitzka" aangeheven, waarbij de gemummificeerde hoofden bij het woord Heidewitzka door de mannen in de lucht worden gegooid en door de partners opgevangen.

 

Muziek

bejaard popgroepje: "The Rock 'n rollators"

27.9.21

HUMOR

 


26.9.21

1945

Negentienvijfenveertig, maar in werkelijkheid is de muziek veel ouder: marsmuziek uit New Orleans, gespeeld door de brassband van Bunk Johnson, legendarische, destijds herontdekte trompettist. We horen hem samen met Louis "Kid Shots" Madison, eveneens op trompet; Jim Robinson, trombone; George Lewis, clarinet; Isidore Barbarin, althoorn; Adolphe Alexander, baritonhoorn; Joe Clark, sousaphone; Warren "Baby" Dodds; snaredrum en Lawrence Marrero, bassdrum in "Maryland, My Maryland", waarvan het tweede deel in onze kontreien beter bekend is als "O, Denneboom" en bij het CIOS als "Vrouw Hogeveen". De opname dateert van 18 mei 1945.
Zoals in een marching band gebruikelijk twee drummers: Lawrence Marrero op bass- en "Baby" Dodds op snaredrum.

 

25.9.21

THIERRY


 

MONUMENT


gister naar Amsterdam

23.9.21

SASCHA

Dat sommige auto's zo'n honderd jaar geleden er meer uitzagen als veredelde motorbakfietsen lag voor de hand, vooral als de fabriek naam  gemaakt als motorfietsleverancier. Een overduidelijk voorbeeld is de Tsjechische firma Laurin-Klement, gefinancierd door de in de Verenigde Staten geboren graaf Alexander Kolowrat Krakowski, die ook de Oostenrijkse filmindustrie op poten zette. Alexander (Sascha) was zeer geïnteresseerd in de racerij,  hier boven zien we hem in actie op een vroege Laurin-Klement (let op de onderste buis van het frame, fietsen van nu met een lage instap hebben een dergelijke vorm). Het pad van de luxueuze motorbakfiets werd echter al gauw verlaten en in 1907 verscheen zelfs een auto met acht-in-lijnmotor. De Laurin-Klements waren in veel wedstrijden in Midden- en Oosteuropa te vinden en vaak was de graaf  mee van de partij, op de foto hieronder echter in een naar hem  genoemde Sascha.
 
Onderstaande kleurenfoto maakte ik in het technisch museum in Praag, het is een  duidelijk voorbeeld van waar de oorsprong van Laurin-Klement lag: de motorfiets. 

 

22.9.21

LANCIA

Net ontvangen van mijn oudste zoon uit  Palermo, een foto  van een filmset met een Lancia uit  de vroege jaren vijftig. Bijzonder is het ontbreken van de middenstijl, zodat er een enorme brede in-  en uitgang ontstaat wanneer beide  deuren opengaan.



21.9.21

BOOTJE

Er is nog een ogenblik overwogen om de majesteiten vandaag per schip bij de Grote Kerk te laten arriveren. Vanuit de Koninklijke Stallen het twee miljoen  kostende bootje in de Prinsessegracht neer te laten en dan varen, helaas ligt er dan tot de Veenkade een dam, maar die zou eventueel kunnen worden verwijderd, of het schip zou op rollers kunnen worden gezet en in een keer tot de Grote Kerk kunnen worden gereden. Wopke Hoekstra had behalve een gloednieuw t-shirt aangetrokken, er al geld voor uitgetrokken.

20.9.21

826

Motorwagen 826 vorige week zondag op het terrein van het Haags Openbaar Vervoer Museum. Gebouwd door La Brugeoise, van de serie onderserie 821 - 830 met een AEG-motor en een  gewicht van 13.600 kg. In dienst 15 augustus 1929.

DAMES

 

Op het oog een gewoon derde klasse rijtuig van de P.L.M., maar het opschrift links verraadt dat het rijtuig een speciale coupé heeft voor alleenreizende dames.

19.9.21

Ook onderweg

 

Terug op het Kerkplein en meteen in de Tourist Tram, die langs diverse Haagse bezienswaardigheden helemaal naar Scheveningen Noorderstrand rijdt. Het is een stuk rustiger. dat zal wel met het prijsverschil te maken hebben. In plaats van vijf euro kost de Tourist Tram vijftien euro. Er zijn trouwens meer trams op pad. In ieder geval drie van de werkgroep Scheveningen van de Tramweg Stichting: de A327, een oorspronkelijke stadstram uit Haarlem, die later in Leiden reed, de A106, die als noodwoning in Nieuwkoop heeft gediend en de 77, een motorwagen die  bij de HTM als 34 in dienst kwam, in Hannover in 1931 verbouwd werd, vervolgens montagewagen werd en tenslotte terug verbouwd werd tot eenmanwagen. 


18.9.21

GRAPJE?

 WESTERBURK

Brandweer

Met de 36 naar het museum  en vandaar met de PCC-car 1210 terug naar het Kerkplein, waar inmiddels een Margirusbrandweerwagen is gearriveerd: HZ 12596*. Gebouwd  in  1932 en van opbouw voorzien door  Geesink in Weesp. De originele motor is vlak na de oorlog vervangen door een Chevroletzescylinder.

*H, HZ en HX waren de kentekens voor de provincie Zuid-Holland.

17.9.21

Trams


Zondag wordt  mijn tramdag. Ik heb al via het internet geboekt voor de Tourist Tram en ben met vrouw en hond onderweg naar de Grote Kerk. Het is jaren geleden dat ik met een taxi onderweg was naar een PCC-car. Ik vertrok toen per trein vanaf een stationnetje iets ten Noorden van Chicago, passeerde Winnetka, dat me ogenblikkelijk tot het neuriën van "Big Noise from Winnetka" bracht. Mijn reis eindigde op  de grens van Illinois en Wisconsin en ik moest naar Kenosha, dat lag nog een flink eind verderop,  dus ik ging op zoek naar een bus. Ik  wist dat ik in een merkwaardig gebied was, waar  ooit het dragen van bruine schoenen en het fluiten op zondag verboden waren, geheel in stijl werd ik, toen ik tenslotte een taxi gevonden had - ik moest en zou naar Kenosha - door de dame aan het stuur onderworpen aan een lange voordracht over Jezus Christus, die de enige redding, tijdens mijn aards  bestaan en zelfs daarna, zou zijn. Geen straatevangelisatie, maar  taxi-evangelisatie en dat is totaal andere koek dan een weekje New York voor de doorsnee vaderlandse toerist, die vervolgens denkt Amerika te kennen. Mijn - overigens mislukte - bekeringsrit eindigde bij het station van Kenosha met uitzicht op een grote, groene vlakte, waarover mijn favoriete tramtype, de PCC-car, zich voortbewoog. Terug naar Den Haag. Bij de Grote Kerk staat niet een als Tourtist Tram verklede PCC-car  maar Ombouwer 36, jaren ouder, ooit in dienst gekomen op 6 mei 1906,  als nummer 45, omgebouwd, weer in dienst in mei 1930 en op 14 februari  1963 zijn laatste officiële rit. 

16.9.21

Zeehelden

 


Zaterdag. Om de dag te beginnen  geen oude tram, maar met de tram van Zoetermeer één halte van het hotel naar Den Haag Centraal en daarna lopend naar de Wiener Konditorei in de Poten. We zijn er nog nooit zo vroeg geweest, maar we hebben een bezoek ook nooit overgeslagen. Daarna  naar de American Book Store en via  Spuistraat en Passage naar wat eens de Bonneterie was en met lijn 16 naar het Prins Hendrikplein (foto), ooit  zat daar in een hoek een bioscoop. Olympia, al heel lang verdwenen. De  Russische winkel, waar ik er achter kwam dat mierikswortel in het Russisch net als in het  Jiddisch krein  heet, is ook weg, net als de Portugese winkel, waar de eigenares ooit zei, toen ik opmerkte dat er  in zeeheldenbuurt veel was veranderd, behalve de grafzerkenzaak op een hoek van de Piet Heinstraat, dat zo'n zaak altijd nodig blijft. Ik zoek  in de  Witte de Withstraat  en Piet Heinstraat naar een Bretoens restaurant.  Het is verdwenen, net als het eethuisje van  die twee Amsterdamse meiden, die - heel ongewoon - een reuben op de kaart hadden staan. Alleen Bij Clarence in de Piet Heinstraat is er nog. Dat is een goed en door mijn jongste zoon aanbevolen eetadres. Wij gaan tenslotte  met een taxi terug naar het hotel.

15.9.21

1022


Lang weekeind in Den Haag vanwege open monumentendag. Voor mij betekent  dat gebruik maken van oude trams. Vrijdag, na een vergadering van de donateurs van het  Haags Openbaar Vervoer Museum, een rondrit met  PCC-car 1022 door straten waar ik lang niet  meer was: Hobbemaplein,  Edisonstraat, Thorbeckelaan: echt een feest der herkenning. De  1022 kwam op 13 november 1952 in dienst en reed op 29 september 1981 zijn laatste officiële dienst, voordat hij aangewezen werd tot museumwagen. Gebouwd werd hij door La Brugeoise in Brugge en hij had nog de kenmerkende kleine raampjes, de zogenaamde standy  windows, zodat passagiers van mijn lengte ook op de hoogte konden blijven waar de tram zich bevond.

 

 

14.9.21

TAAL


Auvâh taal gesprokûh. Ik maakte zes keâh gebrùik van un taxie omdat ut reguliere Haagse aupebaah vevoeâh met un rollattor reidelijk lastag te bestège valt en ik de moeizame handelinge beperrek wilde hâhwe tot de trems vannut Haagse Aupebaah Vevoeâh Museum. Zes keâh un taxie en gein keâh iemand die de taal van Keis van  Kaute, Wim de  Bie en Harrie Jekkâhs in ere hield, alle zes châhffeuâhs ongetwèfeld Hagenaahs, maah alle met un andere etniese achtâhgrond. Toen ik 's moâhges innut voâh rokâhs afgeteikende vieâhkant stond voâh ut hautel, draaide un man innun  blâh t-shirt un shaggie en hè sprak Haags, veitelde auvâh de trem naah De Haag Centraal, dattik, as ik nie oppas, nog altèd Staatsspoâh blèf noemûh.

Verdwaald

Waar ik precies ben is onduidelijk. Ergens tussen Den Haag en Voorburg. Wanneer ik eind jaren vijftig vanaf het Rijswijkseplein het Schenkviaduct overfietste, want dat kon toen nog, reed ik tegen sportvelden aan, onder andere van de voetbalvereniging VUC. Het leek me bijzonder als de club tijdens een Engelse tournee door fans werd aangemoedigd. Het hotel staat aan het Prinses Margrietplantsoen. Klaarblijkelijk is het woord plantsoen net als het woord park, in bijvoorbeeld Mediapark, van een nieuwe inhoud voorzien. De hele buurt heeft geen menselijke maat, de straten zijn veel te breed en de  bebouwing bestaat uit architectenstatements. Geen mens gaat hier voor  zijn plezier een blokje om. Roken mag, maar dan acht meter van een terras met uiterst lullige stoeltjes. En voordat  ik  het vergeet, de voertaal is hier Engels.


13.9.21

Blik van boven

 

Wij logeren op de zeventiende verdieping van een Haags hotel. Una kijkt regelmatig uit het raam. Hoe ziet een hond de wereld van zo'n hoogte. Is ze zich bewust dat ze zich ver boven treinen, trams en auto's bevindt, die daardoor kleiner lijken dan ze in werkelijkheid zijn, of denkt ze dat het speelgoed is, waarop ze uitkijkt?


10.9.21

TOERISTIEK 2

Uit de gids "Landelijke heerlijkheden rond Fötelburg en Häherbach".
Meteen bij de gemeentegrens van Übelschwandau ziet u onder het bord met de naam van de gemeente een hele reeks met andere plaatsnamen, want in Übelschwandau worden de zaken uiterst voortvarend aangepakt en dus heeft het dorp een band - een zogenaamde jumelage - met dorpen in de 27 andere landen van de EU, in ons land is dat met Lutjelollum en in België is dat met  Gooreind, over deze twee plaatsen verschenen respectievelijk de warm aanbevolen deeltjes “Op  stap met fiets en step in het land van Grutte Pier” en “Grensoverschrijdend pedaleren” (Uitgeverij Geseire te Junne). 
Übelschwandau heeft de toerist veel te bieden, zo is er op het plein midden in het dorp een magistrale fontein in de vorm van een vraagteken met het opschrift in zogenaamd frakturschrift “Wir haben es nicht gewusst”, met vlak er naast een gedenkteken voor de in de oorlogen van 1870-’71, 1914-’18 en 1939-‘45 gevallen soldaten afkomstig uit Übelschwandau. Ook een bezoek aan de centraal  geplaatste kerk, de Sankt Adalarduskirche met zijn doopvont uit 176 v.C. en een nog oudere uit roodkoper opgetrokken preekstoel is zeer de moeite waard. Aan de Von Bublitzkystrasse vindt U het geboortehuis van Orgas von Bublitzky, uitvinder van de schellenboom, zo typerend voor de Duitse marsmuziek, ook staan enige composities op zijn naam, waaronder “Frisch hinauf” en “Frisch hinunter”, marsen, die nog altijd gespeeld worden door het “Heeresmusikkorps Freistaat Bayern” als zogenaamde “heiße Super-Knüller zum Marschieren”.

 

9.9.21

TOERISTIEK

 

Uit de gids "Landelijke heerlijkheden rond Fötelburg en Häherbach".
Of u nu met de vouwfiets of op de vouwstep het landelijk gebied rond Fötelburg an der Elbe verkent, het is een uitermate  boeiende bezigheid en verre te verkiezen boven de stad Fötelburg zelf, die slechts de restanten van een weinig interessante abdij uit de twaalfde eeuw te bieden heeft. Laat uw auto achter op het naar Ritter von Schmorck genoemde marktplein in Fötelburg, ontvouw uw fiets dan wel uw step en sla om te beginnen de Lumperstrasse in, die u vanzelf in de richting van Übelschwandau brengt, links en rechts van de N3412 staan de eenvoudige huizen van arbeiders in de destijds voor deze streek zo kenmerkende geitenlerenhuisindustrie. Na ongeveer anderhalve kilometer vindt u aan de rechterzijde van de weg het gerestaureerde huisje van Swibold Flatersohn (1865-1911), thans een alleraardigst museum, dat zeker een bezoek meer dan waard is. Swibold woonde in dit huis met zijn vrouw en zestien kinderen,  terwijl  op het achterliggende grasveld van drie bij  zes meter zijn inkomstenbron - vaak meer  dan twintig geiten - graasde, have, die niet alleen voor drank en voeding zorgde. Geiten werden vooral voor de huid gehouden, die door Swibold zelf tot leer werd verwerkt en vervolgens door hem per hondenkar naar Fötelburg werd getransporteerd om daar tot schachten van laarzen te worden verwerkt. Het geitenhaar werd door Swibolds echtgenote Schwänchen, geboren Meuchelmann, verwerkt tot geitenwollensokken die door het modemagazijn "Mahlschatz" aan de reeds genoemde Ritter von Schmorckplatz naar de destijds nog bestaande Duitse koloniën met veel succes werden geëxporteerd, zo zijn ze nog gedragen door de vader van Hermann Göring in Zuidwest-Afrika tijdens diens veldtochten tegen de Herero's. Een paar van zijn met Hererobloed bevlekte sokken is bewaard gebleven in het nationaal museum van Namibië in Windhoek, maar dat is waarschijnlijk iets te ver voor vouwfiets en vouwstep.

8.9.21

KRO?

Gevonden op een website:

In de tijd dat ik naar country- en bluegrass muziek begon te luisteren had je op de radio verschillende programma’s die aandacht aan deze muziek besteedden. De NCRV had Jo Eumelen, de TROS had Gerard de Vries en de KRO had Wim Bloemendaal. Mijn favoriete radioprogramma was dat van Wim Bloemendaal; op de voet gevolgd door dat van Jo Eumelen. Met het programma van Gerard de Vries had ik niet zo veel op…

(Eumelen schrijf je trouwens zo: Eummelen)

DRIESTEMMIG

En weet u wat zo leuk is? Wij zingen het Wilhelmus driestemmig!

 

TWEE

 



Deze foto moet genomen zijn na 1909, toen alle zogenaamde "tweeramers" van de HTM waren voorzien van een glazen bescherming van de balkons en in de kenmerkende crème kleur waren geschilderd. De serie, bestaande uit twintig wagens, was op 6 augustus 1904 in dienst gesteld op de eerste electrische tramlijn in Den Haag, die liep van de plaats waar de foto genomen is, het Plein, via Korte Voorhout, Koninginnegracht, Wittebrug en Nieuwe Parklaan naar het Kurhaus in Scheveningen. Wat me verbaast is dat de tram op de foto geen nummer boven de koplamp heeft, dat moet door de Amsterdamse uitgever weggeretoucheerd zijn.

7.9.21

FRANKLIN

 

Citroën 2CV, Chevrolet Corvair, Volkswagen Kever, Fiat 500, ze hadden allemaal een luchtgekoelde motor, maar pioniers op  dat gebied waren ze geen van alle, die eer komt het Amerikaanse merk Franklin toe, een fabriek in Syracuse (N.Y.) die in 1902 een auto met een luchtgekoelde dwarsgeplaatste kopklepper op de markt bracht en de fabriek zou tot 1934, toen de fabriek wat automobielbouw betreft zijn poorten sloot, aan luchtkoeling vasthouden. In 1914 werd een zescylinder aangeboden en om te bewijzen hoe goed de motor gekoeld werd, werd een testrit van Walla Walla (Washington) naar San Francisco ondernomen in de laagste versnelling.
 

ONBEGRIP

De sfeer j.l zondag bij de  demonstratie in Amsterdam was gemoedelijk. En dat hoorde niet zo te zijn. Waarom de duizenden demonstranten, degenen onder hen die meenden  met een gele ster op hun kleding te moeten rondlopen, niet minimaal tien minuten hun strot hebben dichtgeknepen onder de uitroep: heldhaftig, vastberaden, barmhartig, begrijp ik niet. Waarom Amsterdamse  dienders, per slot van rekening uit het zelfde corps, die in de  jaren veertig zo fanatiek de bevelen van de bezetter opvolgden en joden uit hun huizen haalden, niet tot arrestatie van deze geschiedenisverkrachters overgingen, begrijp ik ook niet.

6.9.21

F1 IN ZANDVOORT

In zo'n tweeduizend jaar niets veranderd. Juvenalis (60-140): "Panem et circenses" (Brood en spelen). Zo schrijdt de  beschaving voort.

ROODKRAAGGORS


Muziek uit Brazilië door het Duo Siqueira Lima: eerst "Fuga pro Nordeste", daarna "Contrato de Separação" gevolgd door het spectaculaire "Tico-Tico", een choro gecomponeerd door Zequinha de Abreu in 1917 en beroemd gemaakt door de mevrouw met een fruitmand op haar hoofd: Carmen Miranda. Tico-tico is een vogeltje, de zonotrichia capensis of roodkraaggors.

 

5.9.21

DOKTOR

 


Dr. Dr. Willy Wrackhaffler , directeur van het Geodetisch-Keramisch Instituut aan de universiteit van Schwantau über Linden, verantwoordelijk voor "die Zucht von Kartoffeln ohne Erde im ersten Stock".

CROSLEY

De Amerikanen zijn niet bekend vanwege contructie van kleine auto's, toch waren die autootjes er wel, zoals de in licentie gebouwde Austin "Seven" die in Butler (Pennsylvania) eerst als American Austin en daarna als American Bantam werd vervaardigd, maar een succes werd het niet en Bantam is in feite alleen bekend gebleven als constructeur van de allereerste Jeep. De hierboven afgebeelde auto is een Crosley (met één s, want  Crossley was een  Engels automerk)  uit 1947, de fabriek, opgericht door radiopionier Powel Crosley, had in 1940 al een  m.i. beter ogend autootje op de markt gebracht met een luchtgekoelde tweecylindermotor. Na de oorlog werd eerst een door de Amerikaanse marine ontwikkelde, slechts zestig kilo wegende viercylindermotor gebruikt, daarna werd een CIBAmotor geïnstalleerd,  met een gietijzeren blok, maar met aluminium zuigers en inlaatspruitstuk.

 

Elzas-Lotharingen

 


Oplettende Thalysreizigers weten dat ze vanaf station Roosendaal in plaats van rechts links gaan rijden, want anders dan in Nederland en Duitsland wordt in België en Frankrijk op het spoor links gereden. Dat betekende in 1918 in Elzas-Lotharingen een probleem, want dat gebied was vanaf 1871 "Heim-ins-Reich" geweest en dus reden de treinen daar rechts. De pragmatische Fransen besloten dat zo te laten, ze veranderden niets aan de infrastructuur en lieten bijvoorbeeld de  armseinpalen rechts staan. Bovendien ontving Frankrijk een groot aantal Duitse locomotieven als herstelbetaling, daar stond de machinist rechts, dus hoefde hij de stoker in Alsace-Lorraine niet als uitkijk naar (on)veilige seinen te gebruiken. De Pruisische T18, een in 1912 ontwikkelde tenderlocomotief is een goed voorbeeld van zo'n Duitse locomotief er zijn vanaf 1915 27 machines gebouwd, waarvan twaalf door de Elsässische Maschinenbau-Gesellschaft Grafenstaden, opvolgers van André Koechlin & Cie in Mulhouse en Rollé & Schwillgué in Straatsburg-Graffenstaden*. In 1918 bleef 1 machine in Duitsland, de andere 26 kwamen in dienst van de A.L. (Chemins de fer de l'Alsace-Lorraine) met de nummers 8401 tot en met 8427, na de vorming van de SNCF in 1938 werden ze ondergebracht in de serie 232-TC met de nummers 401 tot en met 427. In de Tweede Wereldoorlog werd Elzas-Lotharingen opnieuw genaast en deden de locomotieven, opnieuw als T18's, overal in Duitsland dienst. De 413 kwam pas in 1950 naar Frankrijk terug, de 416 was onherstelbaar beschadigd, de 406 werd in Duitsland gerepareerd en deed daar onder nummer 78-408 tot juli 1967 dienst. In 1958 reden er in Frankrijk nog 24, maar daarna ging het snel bergafwaarts in 1962 waren er nog 10 en begin 1966 nog maar 2.

*Grafenstaden of Graffenstaden? Dat is, zoals gewoonlijk, uitkijken met plaatsnamen in Elzas-Lotharingen: zo heet een plaats Barembach in het Frans en Barenbach in het Duits, Bouxwiller heet Buchsweiler, Obernai heet Oberenheim en Graffenstaden heet Grafenstaden.


4.9.21

PITSPOEZEN

 


De door Prins Bernhard ingehuurde (doch onbetaalde) pitspoezen Margje Dubbelendunk en Frommesje Stompersgat gefotografeerd voor een van de VIP-boxen te Zandvoort.

DE SOTO

 

In november 1961 verdween het merk De Soto. Niet omdat de kwaliteit van de geleverde de auto's te wensen overliet, maar omdat het Chryslerconcern in 1955 boven de Chrysler de Imperial had gelanceerd en dat betekende dat het concern drie merken had die elkaar in de middenmoot beconcurreerden: Chrysler, De Soto en Dodge. In 1957 werden er zelfs bijna meer De Soto's verkocht dan Chryslers. De wagens hadden de voor die dagen kenmerkende staartvinnen, die, zoals het in een advertentie heette: bijdroegen aan de stabiliteit bij hoge snelheid. Dat was natuurlijk grote onzin, maar snel waren de De Soto's zeker. Een 1957 De Soto FireDome met Turboflash V8 haalde bijna 100 km/u in 7,7 seconden.
 
Wie Amerikaanse boeken raadpleegt komt bovenstaande 1959 De Soto "Diplomat" niet tegen, de "Diplomat" was speciaal voor de export bedoeld en was in dat jaar in feite een Plymouthcarrosserie met een De Sotogrille. 
Modellenfabrikanten hebben zich weinig gelegen laten liggen aan De Soto, het enige andere model in mijn verzameling is een  De Soto-taxi uit 1947.

3.9.21

R

Tijdens de Tweede Wereldoorlog deed de SNCF een enorme bestelling stoomlocomotieven in de Verenigde Staten  en Canada om het naoorlogse spoorverkeer weer op gang te brengen,  want van de 17259 dienstvaardige locomotieven in 1938 waren bij de bevrijding slechts 6000 bruikbaar. De 1340 nieuwe locomotieven kwamen in twee series: de 141 R 1 tot en met 701 waren kolengestookt, van de 141 R 701 tot en met 1340 was het merendeel oliegestookt. Een locomotief,  een in 1917-'18 voor de United States Railroad Administration ontworpen machine, kostte $12.000 (inclusief tender). De eerste serie werd door drie Amerikaanse fabrieken geleverd: Lima Works in Lima (Ohio), Alco in Schenectady (New York) en Baldwin in Chester (Pennsylvania), de tweede serie door Baldwin, Alco, Lima, de Montreal Locomotive Works in Montreal (Canada) en de Canadian Locomotive Works in Kingston (Ontario, Canada). De 141 R 1220 tot en met 141 R 1235 en de 141 R 1241 hebben nooit in Frankrijk gereden, ze zijn met het Noorse vrachtship Belpamela op 11 april 1947 ter hoogte van Newfoundland vergaan.  Op de foto's twee oliegestookte locomotieven, al werd onderstaande 141 R 1264 (gebouwd door de Montreal Locomotive Works) in 1956 tijdens de Suezcrisis omgebouwd naar kolenstook.

 

2.9.21

RAPPEN

Waren in de jaren tachtig de Hepies de rage in Drachten e.o., tegenwoordig is het damesrapkwintet "The Flipping Menobbeltes" buitengewoon populair, zij rappen zowel in het Nederlands als in het Fries als in het Reto-Romaans, dat laatste komt doordat Suteltsje Bargemin - Pronsel (op de foto middenvoor) getrouwd is met een Zwitser, de andere dames zijn v.l.n.r.  Hawwemine van der Knoffel, Nefiecha Dilletant, Scheintje Twaskonkich - Ungeunst en Dallesien Dobbema.

 

Spanbroek

Jochem-Jan Freutenklöver uit Spanbroek was voor de zesde keer gezakt voor zijn motorijbewijs maar de dikke banden bleven trekken.

 

Woppemans

Weet u nog dat Woppemans Hoekstra zich bescheiden ging opstellen vlak na de verkiezingen in maart, doch Woppemans wordt gekweld door een gebrek aan geheugen en heeft zijn bekje weer  in beide handen en alle goede voornemens zijn vergeten.