30.7.18

In mijn jeugd 25

Al wordt het door velen ontkend, het Nederlands verliest terrein, niet alleen wordt het door neringdoenden minder gebruikt en vervangen door allerlei Engelse kreten, het duidelijkst manifesteert zich de teloorgang van onze taal door de verdwijning van allerlei goedvaderlandse scheldwoorden, wanneer hoorde u de laatse keer iemand anders een vlerk noemen om over proleet en patjepeeër maar het zwijgen toe te doen. Het schuim der natie, in grotere getale dan ooit aanwezig, wordt niet meer zo geheten, ook is voor dit tuig het woord falderappes in onbruik geraakt, evenals geteisem, terwijl het kortgebroekte, in singlet geklede, getatoeëerde, frikandelverorberende volkje onze binnensteden vervuilt. Wees eerlijk, wanneer hoorde u voor het laatst lamstraal, mafketel of hondenlul, laatstgenoemd woord eens zo populair bij het voetbalminnend deel der natie, waar zijn ploert, kloothommel, droplul en kapsoneslijer gebleven om over kluns, beheime en lamstraal nog maar te zwijgen. Nee, onze eens zo bloemrijke taal wordt zeer, zeer ernstig door the sons of bitches bedreigd.
Frederika van der Boems-Kenteken

28.7.18

In mijn jeugd 24

Nu door ziekte van de heer Bloemendaal en vakantie van mijn goede vriendin Alina Plunkenborgh dit blog en met name  de serie "In mijn jeugd" in de versukkeling dreigt te geraken, hebben beiden mij verzocht in ieder geval voorlopig genoemde serie voor te zetten, ik krijg daarbij ondersteuning van Edward Wombattenberg, gelieerd an het Britse koningshuis, wat betreft koninklijke en internationale zaken, Arturo Tortelini voor culinaire aangelegenheden, terwijl Arie Ramkraak zorgt dat alles netjes op dit blog komt, dat voorlopig onder dezelfde naam blijft verschijnen. Om een begin te maken wil ik het met u hebben over het democratisch-socialisme dat inmiddels vervangen schijnt door  het zogenaamde democratisch-lokalisme, waarbij het volk, nu een ieder een goede boterham en een automobiel bezit,  de kans wordt gegeven mee te bepalen welke boompjes in een plaatselijk plantsoen zullen worden geplant. Het democratisch-lokalisme waarbij Henk-Jan Spuytekoren, na jaren in zijn achterkamer de VVD-trompet te hebben geblazen,  plotseling opduikt  als leider  van een lokale partij met ideëen over rotondes, fietspaden, hondendrollen en openingstijden van supermarkten, maar vooral over plantsoenen, waarbij hij de trompet gewisseld heeft voor de grote trom en suggereert dat onder zijn leiding de lokale wereld er volledig anders uit zal gaan zien. Het democratisch-lokalisme is slechts een voorbode van hetgeen in de volgende decennia verwezenlijkt zal worden: buurtdemocratie,  waarbij slechts het welzijn van de bewoners van de eigen buurt voorop zal staan en de wereld een ieder een rotzorg zal zijn.
Frederika van der Boems-Kenteken

16.7.18

FORD

Het moet natuurlijk wel allemaal kunnen rijden op mijn miniatuurspoorbaan, deze  Fordsedan op rails. doet dat dus ook. Het is  een inspectievoertuig, waar de normale wielen voor de weg zijn afgehaald en vervangen door wielen waarmee op  spoorstaven kan worden gereden.

adv./i.m.


In mijn jeugd 23

Weet u nog dat de wereldkampioenschappen voetbal in 1948 in ons land werden gehouden, in Amsterdam in het Olympisch Stadion, in Rotterdam in het Feyenoordstadion en in Den Haag in het ADO-stadion. Nederland zelf voetbalde niet mee, het was in de Europese voorronde uitgeschakeld, ook de Sowjet-Unie was niet aanwezig: Stalin had deelname verboden en de Verenigde Staten ontbraken vanwege een tweetal redenen: de festiviteiten ter gelegenheid van de tweede verjaardag van de toekomstige vijfenveertigste president en de spraakverwarring rond  het woord football, omdat daar ginds een totaal andere sport onder wordt verstaan. Winnaar werd de Duitse Bondsrepubliek met trainer Alois Scherzenberger, die nog in het Legion Condor had  gevlogen,  uitblinkers onder de Duitse 11 waren  rechtsvoor Hans Globke en rechtsback Theodor Oberländer. Bij thuiskomst in de toenmalige hoofdstad Bonn werden Globke en Oberländer gezeten op de schouders van hun landgenoten toegezongen met het aloude vlaggelied : "Die Fahne Hoch!"
Alina Plunkenborgh-Smallenborst, Deventer.

15.7.18

In mijn jeugd 22

Ach, waar is de tijd gebleven dat er op dixielandmuziek gedanst werd en krautsurfing een nog onbekend fenomeen was, er diende netjes gefoxtrot te worden, want in de meeste lokaliteiten was het zogenaamde swingdansen verboden, dat veranderde met de intrede van de rok en rol, een uit de Verenigde Staten overgewaaid fenomeen, dat evenals het bekladden van andermans muur gemist kon worden als kiespijn, want heette een aloud vaderlands gezegde niet "gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen". Ook de plusfour - door een enkeling omschreven als drollenvanger - verdween dankzij de - alweer - Amerikaanse firma Levi, weldra gevolgd door Lee en branchegenoten. Oorspronkelijk vervaardigt van stevig materiaal is de tegenwoordige jeugd in staat, waarschijnlijk omdat zij veelvoudig rondkruipt, de pantalon  ter hoogte van de knie van forse gaten voorzien, vroeger werd de broek ogenblikkelijk door een nijvere huisvrouw hersteld, maar daar is tegenwoordig geen sprake meer van, moeder imiteert haar dochter en gaat eveneens volgaarne met een gescheurde spijkerbroek door het leven. Zoiets schijnt hip dan wel koel te heten.
Alina Plunkenborgh-Smallenbosrt, Deventer.

adv./i.m.


SOMUA

De P.L.M. schreef begin jaren dertig een  wedstrijd uit voor de constructie van een  licht type autorails, een railvoertuig voor maximaal veertig passagiers. SOMUA (Société d'Outillage Mécanique et d'Usinage d'Artillerie),  in Saint-Ouen-sur-Seine, onderdeel van het machtige Schneider et Cie, bouwde een tweetal railvoertuigen, die het best omschreven kunnen worden als autobussen op rails. Er was plaats voor 53 passagiers, 40 daarvan hadden een  zitplaats, de rest moest staan. De driecylindermotor kwam uit Lille, gebouwd onder licentie van Junkers, door de Compagnie Lilloise des Moteurs en was gekoppeld aan een vierversnellingsbak, die de autorail een topsnelheid gaf van 90 km/u. Beide SOMUA's hebben op verschillende baanvakken dienst gedaan, het laatst in 1939 tussen Pontarlier en Vallorbe en Pontarlier en Gilley.

SOMUA had in de jaren twintig met de bouw van autorails al enige ervaring opgedaan, daartoe was een in 1888 geconstrueerd tweedeklasrijtuig min of meer gehalveerd en voorzien van een viercylindermotor, die zowel op benzine, benzol of alcohol kon functioneren. Voorzien van een vierversnellingsbak lag de maximale snelheid bij 60 km/u. Er bestond de mogelijkheid om een passagiersrijtuig aan te koppelen, waardoor de snelheid natuurlijk lager werd. Het succes van het prototype was zodanig dat er  door de État (de Franse staatsspoorwegen) opdracht werd gegeven voor een tiental exemplaren, daartoe werden tien tweedeklasrijtuigen uit 1883 benut en voorzien van een motor. Er was plaats voor twintig passagiers, maar door het meenemen van één of twee rijtuigen steeg dat per rijtuig met veertig.

14.7.18

adv./i.m.


Rangeren

Niet alleen in de passagiersdienst verdrongen benzine- en dieselmotor stoom, dat gebeurde ook bij het rangeren, dat had diverse redenen: stoom is niet ogenblikkelijk beschikbaar en op de locomotief zijn twee man nodig. Toch duurde het geruime tijd voor alle stoomlocomotiefjes in de rangeerdienst in Frankrijk verdwenen. Eén van de vervangers was bovenstaande Y-1000 (al het rangeermaterieel van  SNCF kreeg een Y voor het nummer), die in 1947 werd gebouwd, door een fabriek, waarvan de naam tien jaar later niet meer te achterhalen viel, de maximumsnelheid was niet hoog: 15 km/u, maar de trekkracht ruim voldoende. In 1958 was een tweetal actief, één in het oosten en één in het westen van Frankrijk.
Men was er rond 1850 al achter dat er een diversiteit aan locomotieven  nodig was: locomotieven voor het vervoer van personen, locomotieven voor het vervoer van goederen en locomotieven voor rangeerwerk, De eerst genoemde locomotieven legden grote afstanden af en  reden met een losse tender met water en kolen, die losse tender hadden de rangeerlocomotieven  niet nodig, ze konden, omdat ze alleen maar op een rangeerterrein bij een station dienst deden regelmatig water en kolen opnemen: zo ontstond de tenderlocomotief. Hierboven staat zo'n tenderlok, die in 1850 bij  de P.L.M.  in dienst kwam.
Tussen 1857 en 1882 werd een een groot aantal van een losse tender voorziene  lcomotieven gebouwd, de zogenaamde "Bourbonnais", oorspronkelijk bedoeld voor het trekken van goederentreinen. Tussen 1907 en 1913 werd een aantal omgebouwd tot tenderlocomotief voor de rangeerdienst, in Somain en Valenciennes was in 1958 - na bijna honderd jaar - nog steeds een viertal actief.

13.7.18

In mijn jeugd 21

Toen ik jong was hadden manlijke bejaarden hun hoofd bedekt wanneer zij zich buitenshuis begaven, al naar hun sociale klasse dan wel met hoed, dan wel met pet, de huidige bejaarden verlaten schaamteloos hun woonte  om het volk hun knokige knieën en hun bespataderde kuiten te  tonen, dat zulks bij welopgevoede vaderlanders vomeerneigingen veroorzaakt, deert hen klaarblijkelijk  niet: bruine beentjes en een frisse wind rond het scrotum is het doel waarnaar zij streven. Zelfs neringdoenden generen zich niet om kortgebroekt achter hun toonbank te staan om de waar aan te prijzen. Stelt u u eens voor: Jelle Zijlstra, Paul de Groot, Jan Schouten, Marinus van der Goes van Naters en Hendrik Tilanus (terwijl laatstgenoemde alleen al door zijn achternaam enig recht aan het verschijnen in ondergoed kon ontlenen) om nog maar te zwijgen over Joannes Gijsen, in net boven of onder de knie  eindigende korte pantalons.
Alina Plunkenborgh-Smallenborst, Deventer.

adv./i.m.


KIOSK

 Met een kiosk bovenop  een autorail had je niet aan beide zijden van het railvoertuig een stuurstand nodig. Had de "Picasso" de stuurstand niet centraal, bij de Bugatti "Présidentiel" (foto) was dat wel het geval, voor de bestuurder moet dat vooral 's zomers afschuwelijk zijn geweest, beneden hem draaiden vier grote motoren en  als hij het dak van de kiosk afnam - want dat kon - scheen de zon recht op zijn hoofd. De constructie van de WR (Wagon Rapide) - pas later ging de autorail "Présidentiel" heten - was te danken aan een ontmoeting van de directeur van de État (de Franse staatsspoowegen), Raoul Dautry, en automobielfabrikant Ettore Bugatti. Dautry gaf Bugatti op 9 augustus 1932 de opdracht tot levering van twee autorails. Voor Bugatti's fabriek in Molsheim was dat een onverwachte zegen, want na de crash van Wallstreet en de wereld in crisis, ging  het de fabriek niet voor de wind: "La Royale", een enorme wagen met een enorme motor bedoeld voor koninklijke clientèle, bleek in feite onverkoopbaar en Bugatti zat in zijn maag met een behoorlijk aantal van die motoren. Vier ervan, achtcylinders met elk een inhoud van bijna dertien liter, gingen in één Wagon Rapide en vrijwel meteen werden met de autorail snelheidsproeven ondernomen, vooral nadat in Duitsland door de Reichsbahn de "Fliegende Hamburger", in de normale passagiersdienst tussen Berlin en Hamburg was geïntroduceerd, die 160 km/u reed. De Wagon Rapide haalde 166 km/u over zes kilometer en de top lag bij  172 km/u over een afstand van 400 meter. Nadat op 30 juli 1933 de president van de republiek, Albert Lebrun, de WR gebruikte om vanuit Parijs het nieuwe havenstation in Cherbourg te openen kreeg het railvoertuig de naam "Présidentiel". Inmiddels gingen de snelheidsproeven  door en in een advertentie meldde Bugatti een snelheid van 196 km/u: een wereldrecord voor een railvoertuig. Na het succes van de beide prototypes van de "Présidentiel", kwamen  er opdrachten voor de bouw van meer en kwamen er eveneens andere types, allemaal met een kiosk. er werden zelfs  WR Triple's gebouwd, een driedelig railvoertuig, waarbij  de verhoogde kiosk op het midddelste voertuig stond, dat het zicht op de baan abominabel was, begrijpt zelfs een leek. De bouw van autorails - in diverse vormen - was trouwens de redding voor Bugatti, zeer waarschijnlijk was de fabriek, net als zovele andere autofabrieken, in de jaren dertig ondergegaan. In 1958 waren de meeste Bugatti's van de Franse rails verdwenen, in het Middellandse zeegebied reden er nog vier van het Type "Surallongé" (met twee motoren) met een topdienstsnelheid van 140 km/u.
Hierboven een foto van de kiosk van een "Presidentiel", zoals hij staat opgesteld in het spoorwegmuseum in Mulhouse.

12.7.18

In mijn jeugd 20

Eén van de mensen die ik uit mijn jeugd herinner is de fameuze vaderlandse revolutionair Karel Stroberg, bevriend met Lieven van Marie,  Antonius Staatpal en Homme Zijlstra, vader van de dit jaar na een ontmoeting met Breznjew verdwenen Hobbe, voormalig duivenhouder te Donkerbroek of Oosterwolde, van het juiste dorp mag ik af zijn. Ik zou dat kunnen opzoeken in Wikipedia,  maar ik gevoel daar momenteel weinig lust toe, bovendien dient dit stukje over Karel Stroberg te gaan, die een aantal malen het vaderlandse gouvernement mocht leiden en daarnaast, zoals zovele Nederlandse politici, een aantal nevenfuncties had, zoals commissaris van een luchtvaartbedrijf en een overzeese gas- en electriciteitsfirma. Daarvoor ontginde hij o.a.  heide en bankierde hij, maar dat is al heel lang geleden, we zullen daartoe terug moeten naar het einde van de jaren vijtig, daarna rees zijn ster snel en verscheen hij veelvuldig op de televisie, gelukkig werden er in Eindhoven op dat ogenblik net grootbeeldtoestellen geproduceerd,  zodat hij volledig in beeld kon worden gebracht, hetgeen daarvoor - met die kleine zwartwittv's - een onmogelijkheid was gebleken. Stroberg leidde ook een minderheidskabinet, nadat de zoon van de vader des vaderlands van  die dagen, hem vanwege een geldkwestie in de steek had gelaten.
Alina Plunkenborgh-Smallenborst, Deventer,

O

Jan-Kees verloor zijn dwarsfluit en kon er dus naar fluiten.

adv./i.m


Renault


 In 1938 reden er totaal 111 Renault ABJ's in Frankrijk: 4 bij de Alsace-Lorraine, 21 bij de Est, 21 bij de Nord, 21 bij de État, 12 bij de PO-Midi en 19 bij de P.L.M., de ABJ's waren niet allemaal gelijk en konden worden onderverdeeld in drie series, sommigen had  een 1e klassecompartiment, andere niet,  terwijl er bij de Est een viertal reed met alleen maar eerste klas. Het maximale aantal zitplaatsen  voor passagiers was zeventig.  Op de foto's een ABJ 3 herkenbaar aan de aan één zijde op het dak geplaatste radiateurs. Van het type ABJ 3 reden er in 1958 nog 31 exemplaren, ze hadden een 300PK Renault-517-motor, de maximumsnelheid was 90 km/u. en waren toen te vinden in  het noorden, westen en zuidoosten van Frankrijk.

Reggae

a.s. Zondag kunt u, als u wilt, de originele uitvoering van het Franse volklied horen bij de aanvang van de finale voetbalwedstrijd tussen Frankrijk en Kroatië van het wereldvoetbaltournooi. Eind jaren zeventig zorgde Serge Gainsbourg (foto) voor schandaal door de "Marseillaise", samen met de befaamde Jamaicaanse rhythmtandem Sly &Dunbar en de I Threes op te nemen als "Aux armes et caetera". Ook "Adolf, du alte Nazisau" gaat in reggaetempo, AfDführer Alexander Gauland zal het niet zo gauw op zijn draaitafel leggen.

11.7.18

Picasso



Renault was qua productie van autorails de grootste speler op de Franse markt, op de voet  gevolgd door De Dietrich, vanaf 1950 bouwden ze samen met de Ateliers de Construction du Nord de France de X3800, die verouderde autorails ging  vervangen. In 1958 reden er 137 in de diverse delen van het Franse spoornet, terwijl de constructie  voortging. De door De Dietrich gebouwde exemplaren hadden Saurer-motoren van 320 PK, de andere constructeurs gebruikten verschillende motoren van Renault, het type 517 en het type 575, ieder goed voor 300PK. De maximumsnelheid was 120km/u. Ze boden een zitplaats aan 67 passagiers.  voor  De naam "Picasso" was ontleend aan het feit dat de bovengeplaatste bestuurderskiosk aan één kant stond, zoals de schilder regelmatig een neus scheef in een portret plaatste. 

Oostenrijk

Oostenrijk, op dit moment aanvoerder van de Europese Unie, is een land dat tevens flink rechts uit de flank meent te moeten gaan en bijna met de Hongaarse Führer Orban - na jaren verdwenen te zijn, zeker qua politiek, Oostenrijk-Hongarijen herschept - en  bovendien volgaarne koketteert met het feit dat Oostenrijk  het eerste slachtoffer van Hitlers gebiedsuitbreidingszucht was, dus de Oostenrijkers valt niets, maar dan ook helemaal niets te verwijten. De foto's uit 1938 van de Weners, Salzburgers, Linzers met één arm omhoog zijn vanzelfsprekend falsificaties, men stond 'wenen'd langs de kant.  Ik herinner overigens me nog de Österreichische Blassnäschen die kort na de Tweede Wereldoorlog in ons land kwamen aansterken, dus als zo snel na 1945 alles vergeten en vergeven bleek, kan er met het land de vandaag de dag  niets mis zijn, toch? 
Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold.

Juryrapport

Mathilde de Wilde danst  uitmuntend tango maar haar paal behoeft verbetering.

10.7.18

0-1

"Nôh duh Belguh hebbuh verloochuh heb ik mèn tillevisie maach wegguhflikkuchd..."

In mijn jeugd 19

"We doen de nutsbedrijven in de uitverkoop", kraaide het gouvernement, "want dan onstaat er concurrentie en dan wordt het voor de klant goedkoper". "We  schaffen tegelijkertijd ook het luister- en kijkgeld maar af, dat scheelt ook weer in uw portemonnaie."  Om met dat laatste te beginnen: sindsdien worden we stelselmatig geconfronteerd met ziekmakende programma's waarin we de gelegenheid krijgen aan iets afschuwelijks lijdende patienten  tot op hun sterfbed te volgen. Radio en  televisie zijn, anders dan bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, gratis. Zoiets is ongehoord,  een product wordt om niet aangeleverd. Over de verkoop van de nustbedrijven, of het nu om het thans bedreigde gas gaat, om electriciteit, of om post- en pakketbezorging of om telefonie, wat in ons land is klaargestoomd kent zijn gelijke niet: een tiental energiebedrijven, die slag leveren om de klant, die minimaal doctorandus economie moet zijn om uit  te vogelen, wie echt de goedkoopste leverancier is, ingehuurde post- en pakketbestellers, verdwenen postkantoren, nee, in mijn jeugd was dat totaal anders. Ter meerdere vervuiling is het vervoer van post per trein gestaakt en  worden vrachtwagens ingezet, de postbesteller ontvangt zijn te bezorgen brieven ergens in een achterafgelegen garageboxencomplex, terwijl pakketjes niet meer door één bedrijf worden bezorgd, maar door een aantal, die mensen, regelmatig in tweedehands dieselbusjes, op pad stuurt en per afgeleverde colli betaalt.
Alina Plunkenborgh-Smallenborst, Deventer.

SPREUK

EERST LAPTE WIEGER DE KETELS DAARNA DE RAMEN.

Autorail


Standard
Decauville is bekend gebleven dankzij de constructie van klein spoorwegmateriaal: locomotiefjes die gebruikt werden bij de constructie van grote bouwwerken of op uitgestrekte fabrieksterreinen, soms met een rij kiepwagens achter hen aan. Tussen 1898 en 1911 maakte de fabriek in Corbeil een uitstapje als automobielconstructeur, eerst met de bouw van de "Voiturelle" (Bollée had de naam voiturette gepatenteerd) uitgerust met een verticale, luchtgekoelde tweecylindermotor, maar ook en dat maakt de "Voiturelle" bijzonder: onafhankelijke voorwielvering. Toen begin jaren dertig, zoals we al zagen, Franse autocontructeurs zich - bijna en masse - stortten op het  nieuwe fenomeen autorail, ontstond er natuurlijk een probleem, de diversiteit werd te groot en om dat tegen te gaan verscheen de "Standard", soms met een gemotoriseerd draaistel, soms met twee gemotoriseerde draaistellen en de keuze aan motoren was niet gering, vaak was het een in licentie vervaardigde M.AN.-diesel, maar ook Renault leverde motoren. In ieder geval blies Decauvile met de vervaardiging van de "Standard" zijn partijtje mee.

9.7.18

DE WILDPLASSER

GEEN BEKEURING

In mijn jeugd 18

In mijn jeugd, geachte lezers, waren in Nederland, net als in de ons omringende landen, goede omgangsvormen een verplichting, met een onbekende verkeerde je niet op basis van je en jou. Tegenwoordig meent iedere vlerk of hij of zij nu in dienst is van DHL, een hotelboeker, een biblioteeksite, mij te moeten tutoyeren, wanneer men daar per email bezwaar tegen maakt, laat een pakketbezorger als DHL mij weten dat zulks de "policy of the company" is en dat hun klanten dat nu eenmaal wensen, alsof er een uitgebreide en degelijke enquête aan de beslissing voor het ge-je en ge-jou aan is voorafgegaan Hoogst merkwaardig, zou ik willen  opmerken, ik neem aan dat wanneer koning Willem Alexander even buitenslands verblijft en de bezorging van een aan hem gericht pakje misloopt eveneens een missive ontvangt met de inhoud "je was niet thuis, je kunt jouw pakketje ophalen". Ik herinner me de kreet "Fatsoen moet je doen", die is klaarblijkelijk verworden tot "Onfatsoen moet je doen". Slechts voor vrienden bekenden ben ik "je", voor de rest blijf ik "u",  maar dat hebben de met hufterigheid behepte vlegels niet in de  gaten, zo is dit tuig niet opgevoed.
Alina Plunkenborgh-Smallenborst, Deventer.

Micheline 4

 
 Geen Micheline, maar een Renault VH
Michelin was wat de constructie van railvoertuigen een vreemde eend in de bijt, maar de fabriek startte wel op het juiste ogenblik met de proefnemeningen en later de productie ervan: het rijden met stoomlocomotieven was kostbaar niet alleen qua verbruik aan kolen, maar ook qua personeel; op de locomotief waren twee personen nodig: een machinist en een stoker en voor de controle van de kaartjes een conducteur. Ook andere fabrieken als Renault, Bugatti en De Dion-Bouton, bekend uit de automobielindustrie, zetten voertuigen op rails, niet zo merkwaardig, want de crisis, ingezet in 1929, maakte de vraag naar hun product behoorlijk geringer en zeer waarschijnlijk had het merk Bugatti de jaren derig  niet  overleeft als de voor de "La Royale" ontworpen motor niet in een reeks van, door de fabriek in Molsheim gebouwde, railvoertuigen was beland. De Dietrich, dat weliswaar automobielen construeerde, maar oorspronkelijk locomotieven bouwde, Berliet, een autofabrikant in Lyon, Somua, bekend van oorlogsmaterieel,  heel wat Franse bedrijven zetten in op het nieuwe product. Een paar grote autofabrikanten hielden zich afzijdig: Peugeot en Citroën - laatst genoemde hield het bij openbaar vervoer over de weg, en Panhard, dat overigens wel de motoren leverde voor de Michelines. Het wonderlijke is dat de naam Micheline,  gebouwd door Michelin,  een kleinere speler op de markt dan  bijvoorbeeld Renault, in Frankrijk is beklijfd op een manier die doet denken aan de wijze waarop  elke pijnstiller asperientje genoemd wordt, want een echte Micheline staat op rubberbanden en de correcte naam voor een  voor passagiers ingericht railvoertuig is autorail. Soms leken de autorails op autobussen op rails, niet zo merkwaardig wanneer de bouwer zoals De Dion-Bouton daar ervaring in had. De Michelines veranderden overigens van uiterlijk,  het oorsronkelijke trekker/opleggermodel werd verlaten en kregen het ietwat gestroomlijnde uiterlijk van wat  andere fabrikanten op de rails zette, alhoewel het type "Coloniale" dat o.a dienst doet in Madagascar de oude vorm behield. Wie een Micheline wil zien moet naar Mulhouse, waar in het magnifieke spoorwegmuseum een latere Micheline staat. Helaas is het eerder op dit blog genoemde Type 5, dat voor het nageslacht bewaard zou blijven in het Musée nationale de la voiture et du tourisme in Compiègne maar wegens plaatsgebrek binnen, buiten werd opgesteld, dusdanig vervallen,  dat het  in  1948 moest worden gesloopt.
                                          Geen Micheline, maar  een Berliet


SPREUK

De humoristische bokser sloeg raak en kwink.

8.7.18

Russia & the World Cup

"Dat krèg-ie nôh as je tèdens elke wèdstrèd "Razzia, Razzia" schreeft."

Micheline 3

Micheline Type 11
Tegelijkertijd met  Type 5 ontwikkelde Michelin in 1930 het minder fraai ogende Type 6 (voorzien van een 40 CV Panhardmotor) dat 18 passagiers kon meenemen. Vervolgens  verscheen Type 7 (net als Type 5 met een Hispano-Suiza motor,), de vorm is duidelijk  anders, het lijkt op een trekker met oplegger, de trekker heeft drie assen, de oplegger twee en heel belangrijk er is plaats voor meer passagiers.  Het trekker-en-opleggerconcept wordt gevolgd en met Type 9 worden uitgebreide tournees ondernomen, eerst in Engeland, maar ook in Italië en er wordt zelfs een Micheline verscheept naar de Verenigde Staten. Autofabriek Minerva in Antwerpen neemt een licentie en Type 11 verschijnt in ons land in Utrecht en Arnhem. Zwitserland  Scandinavië, Oostenrijk, Polen, Hongarije en Tsjechoslowakije maken eveneens kennis met het fenomeen: een railvoertuig op rubberbanden.
Micheline Type 11 met op de achtergrond Type 5


In mijn jeugd 17

Isidoor Flötenkrammer dreef net, als zijn vader Frederik en zijn grootvader Heinrich, de kruidenierswinkel op de hoek van onze straat, op de andere hoek had Cornelis Zwinzenburg, net als zijn vader Philip en zijn grootvader Bastiaan een  groentenwinkel, want zo ging dat destijds bij de  neringdoende middenstand: winkels gingen over van  grootvader op zoon en vervolgens op kleinzoon. Niet dat het bijvoorbeeld in de vaderlandse politiek veel verschilde, zo had je Herman de Roek Voortgang wiens vader eveneens parlementariër was geweest, er waren Jeukmus en Plonker idem dito, en het zou werkelijk te ver voeren om alle burgemeesters op te noemen wier vader en grootvader dat ambt, vaak zelfs in dezelfde gemeente, hadden uitgeoefend. Maar ook in ze zogenaamde lichte sector van de Nederlandse muziek is het fenomeen niet onbekend, nadat Arie Fyfes was overleden, beklom Arie Fyfes jr. ogenblikkelijk het podium om dezelfde volkse tonen uit te stoten.
Alina Plunkenborgh-Smallenborst, Deventer.

SPREUK


De boer zaaide ’s ochtends wintertarwe en 's avonds bam.

7.7.18

Micheline 2

Het bleef natuurlijk niet bij experimentele railvoertuigen op rubberbanden, er werd wel degelijk aan verkoopbare Michelines gedacht en met name Type 5 (met een Hispano-Suizamotor van 46CV) ging op een uitgebreide en geslaagde tournee in Frankrijk. De carrosserie was ontleend aan die van een vliegtuig, de Wibault 280T, en bood net als het vliegtuig tien comfortabele zetels en dan zijn we meteen beland bij het grootste probleem  van Micheline Type 5, want met zo'n gering aantal passagiers bleek het voertuig niet commercieel dus werd er verder geëxperimenteerd.
 

In mijn jeugd 16

Ik herinner me dat, omdat het bijster weinig gebeurde, buiten de deur een maaltijd genieten, een feest was, waar je wekenlang naar uitkeek. Je had bij vrienden en bekenden geïnformeerd naar het menu en de prijzen van het restaurant en je genoot van het eten en de sfeer toen de heugelijke dag één maal daar was. Tegenwoordig echter meent iedere buitendedeureter, als ware hij een echte Jozef van het Plein, meteen na thuiskomst achter de computer te moeten kruipen en een recensie te schrijven over restaurant en maaltijd. En het liefst, in tegenstelling tot Van het Plein, om in uiterst  negatieve bewoordingen de eetgelegenheid neer te sabelen, zodat de lezer iedere eetlust vergaat. Ik geef een voorbeeld uit de practijk: "De drie kleine gerechtjes die we vooraf kregen waren heel simpele hapjes, weinig verfijnd en de combinatie van de ingrediënten was experimenteel, maar naar mijn mening niet geslaagd. Ook het hoofdgerecht was ondermaats. In feite was alles wat op ons bord verscheen ver beneden de maat. De gebraden eend is terug naar de keuken gegaan, het speenvarken was erg droog en zonder smaak, de gratin was niet gaar en zonder gebruinde bovenkant. De appelcrumble bestond uit stukjes appel nog in de schil en daarbovenop wat koekkruim zonder smaak. Zeer teleurgesteld in dit restaurant: wij gaan er nooit meer terug!" Ik zie het brok venijn zitten: trots op wat hij het volk kond gedaan heeft, terwijl hij een bamibal naar binnenschuift.
Alina Plunkenborgh-Smallenborst, Deventer.



SPREUK

De blinde vrouw vielen de schellen van de ogen.

6.7.18

In mijn jeugd 15

Weet u nog dat rachitis vroeger Engelse ziekte werd genoemd? Kinderen met een tekort aan vitamine D kregen kromme beentjes. Tegenwoordig helpt vitamine D niet bij de bestrijding van kromme Engelse namen en slagzinnen die de vaderlandse  middenstand  bedenkt om hun producten  aan de man te brengen,  heette vroeger de uitverkoop - die twee keer per jaar plaats vond, maar thans het ganse jaar - uitverkoop, sinds een aantal jaren heet zoiets SALE, hetgeen Franstaligen een lachstuip moet bezorgen, kappers bezitten een barbershop en een sprankelend alcoholisch drankje wordt gesleten onder de naam bubbles. Pannenkoeken uit mijn jeugd worden pancakes genoemd, stront shit, opdonderen fuck off, om over teksten op Nederlandse vrachtwagens getooid met transport and logistics nog  maar te zwijgen. Afval is waste. Zo gaat dat door net zolang tot de Nederlandse taal ook tot waste verworden is.
Alina Plunkenborgh-Smallenborst, Deventer.

Micheline

Het begon allemaal met dit type Renault - een zescylinder 40CV met een cylinderinhoud van meer dan negen liter - en het eindigde met het feit dat bijna iedere Fransman een zelfbewegend passagiersrailvoertuig, zoals onderstaande Standard, een Micheline noemt en het wordt hoog tijd  de historie van de echte Michelines uit de doeken te doen. De naam, maar dat had u al begrepen, komt van de befaamde Franse bandenfabriek Michelin, die in 1929 bedacht dat een railvoertuig net als een automobiel zich op rubberbanden op spoorstaven kon voortbewegen en daartoe een Renault 40CV van speciale wielen voorzag, het chassis later verlengde, een derde as installeerde,  vervolgens verschillende motoren (o.a. van Panhard en Hispano-Suiza)) uitprobeerde en  eerst, omdat de fabriek zelf niet de mogelijkheid had om de autorails  te  testen, bij de P.L.M.aanklopte en later bij de P.O., die toestond het baanvak Laqueville/Mont Doré te gebruiken.

SPREUK

“Je moet de tering naar de nering zetten”, zei de tuberculeuze belastingambtenaar.

5.7.18

BIRDY

Misschien was u het fietsje, eergister op de achtergrond op de foto van de VandenPlas "Princess 1100", opgevallen, het is mijn "Birdy", mijn meest recente, maar toch inmiddels al weer een flink aantal jaren geleden, aanschaf in mijn rijwielcollectie. Ik kocht de vouwfiets bij Tromm tegenover de RAI in Amsterdam, destijds en waarschijnlijk nog steeds DE vouwfietsspecialist in de omgeving. Ik was uit op een Brompton, maar die werd me vawege mijn lengte (1,96) afgeraden en ik heb geen moment spijt gehad van de koop. Je moet er geen heel grote afstanden op rijden, maar van  Bussum heen en terug naar Hilversum of Weesp gaat prima en momenteel nu lopen, vanwege een pijnlijke slijmbeursontsteking in de linkerheup, uiterst moeizaam gaat, is de "Birdy" een uitkomst.

In mijn jeugd 14

Vroeger, en dan praat ik over kort  voor de Tweede Wereldoorlog, was er geen sprake van een eigen  bijdrage in de ziektekosten, nee, er was sprake van het tegendeel, slaapmiddelen, zoals Zemazekwam, werden  aan het ganse volk van staatswege verstrekt, Hendrik-Jan, niet te verwarren met de tuinman, Konijn, de toenmalige minister-president, liet de slaapmiddelen, na een oekaze zijnerzijds, door de, toenmalig nog florerende, P.T.T. huis aan huis  bezorgen, zodat iedere Nederlander een welverdiende nachtrust kon genieten en dat natuurlijk, op enige oproerkraaiers na, ook deed. Wellicht zeggen de letters P.T.T., vanwege u te late geboorte, u niets, de P.T.T. was een staatsbedrijf dat zorgde voor post, telefonie en telegrafie, voor de post - het verzenden van brieven en pakjes had je destijds  postkantoren en postbestellers - telefoneren deed  je thuis, - luidkeels kakelen in treinen en op  terrassen was uit den boze en  je zag evenmin moeders die achter de kinderwagen in plaats van met hun spruit te converseren, de laatste roddels met hun vriendinnen uitwisselden -  telegrafie was een snelle wijze van communiceren, waardoor je middels een telegram bijvoorbeeld aan oom en tante kon laten weten dat je Hendik-Jan Konijn zo'n kerel vond en dat je met de trein om 12.55 in Coevorden zou arriveren, zodat oom Knillis je met zijn D.K.W. van het station kon komen afhalen.
Alina Plunkenborgh-Smallenborst, Deventer

SPREUK

“Je kan beter op de fles dan aan de fles gaan”, zei de man met levercirrose.

4.7.18

TRAMS


Beide foto's, van "J.H. Schaefer's Kunstcentrum, Amsterdam", zijn meer dan honderd jaar geleden genomen en hevig geretoucheerd: zowel op de Amsterdamse als de Haagse foto ontbreekt de bovenleiding en de Haagse tram mist zelfs een stroomafnemer. Ik heb lang naar beide foto's zitten kijken, vooral het plaatje van de tram op de brug bij de Groothertoginnelaan stelt me voor raadsels: want het nummer van de motorwagen ontbreekt en waarom zit het lijnnummer 3 links, terwijl dat in de regel rechts zat? Het koersbord is onleesbaar, er zijn drie aan de bovenzijde gebogen ramen aan de zijkant, dus het is geen 'tweeramer", maar het is ook geen "fordje" want die hadden rechte ramen, lijn 3 reed in die tijd nog over het Binnenhof en omdat de toegangspoorten laag waren, reden daar lage "tweeramers" later aangevuld met lage "fordjes". Uiteindelijk heb ik besloten dat de motorwagen een "laagdakker fordje" is uit een in 1907/08 door Werkspoor geleverde serie van achttien wagens.
De Amsterdamse foto genomen van motorwagen 68 op lijn 8 is gelukkig minder geretoucheerd, zelfs het koersbord is met het enige moeite leesbaar: "Stationsplein, J.D. Meijerplein, Weesperzijde", het is een zogenaamde "Union" uit de serie 50 t/m 99 geleverd in 1904 door een Hongaarse fabriek, de kosten waren destijds f.2900 per wagen.

UNA II

"Ah raither chase cats than gaither plastic."

SPREUK

Voordat hij het paard achter de wagen spande pakte de boer eerst het tuig van de richel

In mijn jeugd 13

Net zoals thans noch immer  het geval is werden vroeger de bewoners van de Nedelandse randgebieden en met name die in Limburg gekweld door een grenzeloze jaloezie jegens de randstad, die toen nog niet zo heette, maar u begrijpt wat ik bedoel. Bij tijd en wijle wist een Limburger nationale bekendheid te verkrijgen, zo herinner ik mij een hoge rooms-katholieke geestelijke die volgaarne zijn kerk in al haar middeleeuwse glorie wilde herstellen, hij is later dan ook naar IJsland verbannen, waar waarschijnlijk nog veel zendingswerk viel te verrichten. Ook de zoon van de voormalige vaderlandse volkszangers Gert & Hermien Hamer, die daarna zeer fors in de Heer traden, Frans mag zich  in  de nodige bekendheid verheugen, hij is evenwel niet naar IJsland doch  naar Brussel vertrokken, nadat hij in onze kontreien Jaap Leefsma, die nota bene in Maastricht had gedoceerd, het leven bijzonder zuur had gemaakt, Leefsma ooit door Wubbe Woudstra, volgens eigen zeggen spreker van de tale Kanäans,  naar de randstad teruggehaald, stond een grote linkse partij voor, maar daar gruwde Frans  Hamer van en deze Limburgse Brutus, immer bedacht op eigen glorie, wist Leefsma eens en voor altijd uit te schakelen.
Alina Plunkenborgh-Smallenborst, Deventer.

3.7.18

SPREUK

“Een kinderhand is gauw gevuld”, zei de kapelaan ter verontschuldiging tegen de rEchter.

UNA

"An' let's nae forget: fur these walkin' bags filled wi' contagioos illnesses ye dornt hae tae pay taxes while they ruin yer yard."

BMC ADO16

Het rode kroontje op de grille verraadt om welk BMC-product het hier gaat, want deze VandenPlas verscheen- zij het minder luxieus ingericht - ook als Austin, Morris, Riley, Wolseley en MG, kortom de BMC ADO 16 is een staaltje van badge engineering waarmee de Britse automobielindustrie zichzelf in de jaren zestig ten gronde richtte. VandenPlas, oorspronkelijk een Belgisch carrosseriebedrijf, dat name op  het bovenste gedeelte van de markt opereerde en na de Tweede Wereldoorlog deel ging uitmaken van Austin en  onder meer zorg droeg voor een fraai gelijnde body op de Austin A135,  maar sinds 1960 produceerde onder eigen naam en in 1964 zijn versie uitbracht van de door Issigonis ontworpen voorwielaangedreven Austin 1100. De officiële naam van de gefotografeerde auto is VandenPlas "Princess 1100", hij dateert  van 1965 en het gaat om een origineel in  Nederland geleverde wagen. 


FOTO

Deze foto is zeker dertig jaar geleden  gemaakt met één van mijn oude, dus niet digitale camera's op weg  naar Schiphol. Vanuit  de lucht probeer je altijd dingen te  herkennen, maar destijds kwam ik niet veel  verder dan dat de weg de A4 moest  zijn, gister heb ik  met behulp van Google Earth gepoogd te achterhalen waar ik toen boven  vloog: Warmond, de Kaag liggen het meest voor de hand. Met heel veel slagen om de arm, denk ik dat het water rechts onder Het Joppe is.

2.7.18

In mijn jeugd 11A

Alhoewel ik me in het algemeen wel kan vinden in de geschiedbeschrijving van mevrouw Plunkenborgh uit Deventer wil ik haar er toch even op wijzen dat pastoor Knödelberg niet de allereerste was die behalve in het Nederlands ook in een andere taal, in zijn geval in  het Duits, uitzond.  Nee, die eer komt toe aan het echtpaar Jarich en Uilkje Tochtich, oorspronkelijk uit Anjum, maar die voor de Friese immigranten in Amsterdam in de zogenaamde koperenknopenbuurt in januari 1909 begonnen met zogenaamde Fryske útstjoeringen, helaas kwam er binnen een week, tengevolge van een echtelijke twist, reeds een einde aan hun radiowerkzaamheden.
Ulbe Verzet, Makkum.

In mijn jeugd 12

Wie in dit land van meet af aan een succesrijke carrière in de beeldende kunst ambieert, doet er goed aan eerst schreden te zetten op een totaal ander pad, dat van acteur,  heb je daar succes, vooral op de beeldbuis, gegarandeerd dat je kostje gekocht is, want wie wil nou niet een echte Harmen Kroebel aan de wand, niet waar? Vooral als je faam hebt vergaard in Hollywood in rolprenten waar je een nazi-officier mocht spelen en wellicht mag je daarna voor de vaderlandse publieke omroep op reis om diep in het leven van buitenlandse schilders te duiken. Er zijn natuurlijk andere wegen die naar veel pecunia leiden, huw een veelvuldig op de televisie figurerend heer als Janus Q. de Drent en penseel, zoals destijds reclames op de gevels van  bioscooptheaters werden gefabriceerd, portretten van bekende  vaderlanders en slijt die voor forse bedragen aan volk dat boven de vijfzitsbank iets bijzonder fraais aan de wand behoeft.
Alina Plunkenborgh-Smallenborst, Deventer.

ID 19

 In 1967 waren er vijf versies van Citroëns ID 19 in verlengde vorm: de Familiale Luxe, de Familiale Confort, de Break Luxe. de Break Confort en de Commerciale Luxe. Er  werden in 1967 in totaal 7211 exemplaren van  de break geproduceerd. De prijzen lagen rond de 15000 Frs. De gefotografeerd auto werd in 1997 geïmporteerd.

1.7.18

Grégoire

Nee, vierwielaangedreven is deze Grégoire uit 1910 niet, maar toch is deze "triple berline de voyage" in mijn ogen een verre voorganger van de s.u.v van vandaag. Grégoire, een fabriek in Poissy, begon  in 1903 met de fabricage van automobielen maar hield het in 1924 voor gezien. Alhoewel de fabriek het meest naam maakte met kleine, snelle auto's, was ook dit indrukkende voituur leverbaar, alhoewel het qua carrossserie waarschijnlijk om een eenmalig product ging.

BUSSUM

KIJK ZO DOEN ZE DAT IN BUSSUM: TERWIJL ER VIJF METER VERDEROP EEN LEGE PARKEERPLAATS IS, ZET EEN LOKALE MACARONIBOER ZIJN AUTO OP HET TROTTOIR.

In mijn jeugd 11

In november 1912 vond in Nederland de eerste Duitstalige radiouitzending plaats, pastoor Bernhardus Johannes Maria Knödelberg, zelf van Duitse komaf, uit Ouderkerk aan de Amstel, maakte een programma voor de destijds aanwezige gastarbeiders onder de titel "Programma voor den Hannekemaaier en den Blaaspoep", het verdween om begrijpelijke redenen in october 1914 uit de aether, om na de oorlog, in 1921 onder leiding van pastoor Knödelberg, inmiddels werkzaam te Hilversum, waar hij een paar jaar later gevierd zou worden als pionier van de K.R.O.,  terug te keren als "Mädelonia", gericht op de in ons land werkende Duitse dienstmeisjes. Het programma werd zo populair dat er dikwijls extra postbestellingen  moesten plaatsvinden met enthousiaste ansichtkaarten en brieven gericht aan de pastoor en er werd in Haarlem zelfs door de daar werkende dienstmeisjes een mandolineorkest met de  naam "Mädelonia" opgericht,  dat het genoegen had een aantal malen voor de microfoon van de voorloper van de K.R.O.  op te treden.
Alina Plunkenborgh-Smallenborst, Deventer.