31.7.10

Clarinetti

Vier basklarinetten in "The New Korridor" en "Va Larga".

Eeuwig pech

Als Laura Weeda, redacteur van Uitgeverij Boom, nadrukkelijk bedankt voor haar secure doorlezen in het nawoord van Mauride Swircs "Altijd mazzel" (Een wereldreis langs joodse gemeenschappen) haar werk goed had gedaan, was het boek gevrijwaard van overbodige tussenzinnen, een immense niet terzake doende reeks adjectieven, halve en hele glimlachen van diverse geinterviewden en herhalingen van volledige zinsneden. Misschien had het boek zelfs een andere en betere titel gekregen, want over de etymologische verklaring van "Altijd mazzel" valt ook wel het nodige op te merken, de schrijver gaat uit van die merkwaardige omkering, die we ook van koefnoen kennen, dat in plaats van kost niks, juist heel duur betekent. Swirc veronderstelt dat schlemazzel veel of altijd mazzel betekent, ik heb altijd begrepen dat schlemazzel een samentrekking is van schlimm mazzel, in Nederlands omgezet, zo ongeveer eeuwig pech. Ondanks deze kritiek is het een interessant boek, waarin de schrijver langs joodse gemeenschappen in Nederland, Oostenrijk, Polen, Rusland, Marokko, Argentinië, Scandinavië en de Verenigde Staten trekt. Hij doet daarvan op een uiterst persoonlijke wijze verslag door in gesprek te gaan met diverse leden van die gemeenschappen. Vooral de hoofdstukken over Argentinië, waarin joden samen met uit Duitsland en Oostenrijk gevluchte nazi's wonen in Bariloche en waar zijdelings ons koningshuis passeert en Scandinavië, waarin met name het tijdens de Tweede Wereldoorlog "neutrale" Zweden wordt neergezet, springen er uit.

30.7.10

Ate

Ate Doornbosch was een van de eersten die ik inmiddels zo'n vijfenveertig jaar geleden beroepshalve interviewde. We werkten destijds beiden voor de VARA en hij, moet net als ik, de grap gekend hebben, die over hem de ronde deed: hoe hij net te laat met de bandrecorder in aanslag bij een doodkist arriveerde, die net in het graf afdaalde, terwijl de overledene (en alleen hij) het twaalfde couplet van een oude ballade kende. Ik zag hem vaak in de VARA-kantine, hij zat er meestal rechtsachterin alleen aan een tafeltje en het gekke is dat ik hem, als ik mijn ogen dichtdoe, mij zo ook herinner, terwijl ik hem nog geen twintig jaar geleden, in dezelfde woonkamer waar ik deze regels tik, nog geproken heb. Ik had toen zijn raad nodig bij het schrijven van een hoofdstuk over Nederlandse folklore in een Engels boek en bij wie kon ik beter te rade dan bij deze beminnelijke autoriteit op het gebied van het vaderlandse lied. Hij was de eerste die, niet alleen mij, bewust maakte van een stuk cultuur dat anders verloren was gegaan: zijn "Onder de groene linde" was een uniek programma. Vorige week vrijdag overleed Ate Doornbosch.

Bassi

Vier contrabassisten, die zich "The Bass Gang" noemen, met Dizzy Gillespies "A Night In Tunesia".

29.7.10

Piani

Nu we de ukeleles, de celli en de saqueboutes voorbij hebben zien komen, wordt het tijd voor het grotere werk: vier vleugels met Gershwins "I Got Rhythm" uit de door hem en zijn broer Ira geschreven musical "Girl Crazy". Na enig zoeken vond ik Gershwin zelf met dit nummer in 1934 in een hoog tempo.

28.7.10

Niets nieuws


Een half uur geleden viel "The Boneshaker", het blad van de Britse Veteran-Cycle Club, in mijn brievenbus met een interessant artikel van Christine Watts, getiteld "Familes Awheel", een historisch overzicht hoe mensen kinderen op de fiets meenamen. Eén foto trok meteen mijn aandacht en bewees wat ik altijd al vermoedde, dat de vaderlandse kinderbakfiets voorgangers heeft gehad. Dit is Gladys Armond in 1926 of '27 ergens in Noord Londen op een heel elegant ogende kinderbakfiets. Let op het olielampje.

Saqueboute

Wanneer de saqueboute trombone werd is moeilijk te achterhalen, in ieder geval is het instrument een voorloper van de schuiftrombone. Hier een viertal sackboute- (ook wel sackbutt) spelers, van wie een het basinstrument bespeelt, dat wonderlijk genoeg is uitgerust met een handvat aan de "slide". Het Slokar Quartet bestaat uit Branimir Slokar, György Gyivicsan, Wassil Christov and Armin Bachmann,

27.7.10

Ukeleli en celli

Vorig jaar op 2 oktober zette ik een paar werkjes van het Ukelele Orchestra of Great Britain (foto) op dit blog. Hoog tijd om me behalve met hondenkledij ook weer met dat fenomeen bezig te houden. Dit is hun versie van "The Orange Blossom Special". Van heel andere orde is deze "meercellige" uitvoering van "Final Countdown" door het symphonieorkest van de Letse stad Liepaja.

Cranberrier

De kans dat ik de heer Ozenfant ooit verkleed als taco door het goyse dorp met geiwe zal laten paraderen zijn nihil. Toen vanmorgen naar zijn ras werd geinformeerd en een mevrouw cranberrier verstond, bedacht ik dat het hoog tijd werd om te kijken wat men in de Verenigde Staten nu weer voor hondencostuumpjes heeft uitgedacht.

26.7.10

Primitief

Wie dit plaatje
met dit plaatje

vergelijkt ziet een groot verschil. De eerste foto laat een model zien van een Bugatti Présidentiel, zo echt mogelijk als het grote voorbeeld.
De tweede foto is van wat meer een karikatuur lijkt van diezelfde Présidentiel. Om gemakkelijker bochten te nemen op een modelspoorbaan is hij in het midden zelfs scharnierend.
Toch heb ik hem, toen ik hem meer dan tien jaar in Frankrijk, zag ogenblikkelijk gekocht, juist niet vanwege het natuurgetrouwe, maar omdat het met een sleutel opwindbare model iets ontroerends heeft, net als ander blikken speelgoed.
Het heeft, als je de geschiedenis van modelspeelgoed bekijkt, lang geduurd voordat fabrieken in staat waren iets "echts" te vervaardigen: iets wat op het grote voorbeeld leek. In de poppencollectie van mijn vrouw zie ik poppen rond 1900, die er uitzien als echte dametjes, maar de locomotiefjes uit dezelfde tijd ogen buitengewoon primitief. Juist dat primitieve ontroert.

Been

Sla je benen over elkaar en blijf zo een kwartiertje zitten, gegarandeerd dat het onderste been gaat "slapen". Ik hoef mijn benen niet over elkaar te slaan, want mijn linkerbeen "slaapt" nu al een maand of zes. Ik kan er alles mee doen, lopen, fietsen enz. enz. Maar het blijft uiterst irritant. Ik was er mee bij een neuroloog en een neurochirurg. De laatste wil opereren, maar geeft een succespercentage van zeventig. De oorzaak zit ergens onder in mijn rug, waar een uitsteeksel van een wervel een zenuw in de weg zit. Ik vind zeventig wat aan de lage kant en probeer nu eerst andere wegen te bewandelen, de tinteling zit nu alleen nog in mijn voet. Het gaat vooruit, maar ik heb intussen de raad gekregen niet teveel te lopen en te fietsen en zoveel mogelijk mijn been uitgestrekt te laten rusten, dat maakt werken aan mijn blog verdraaid lastig, vandaar dat ik me vorige week uitgebreider dan gewoonlijk over mijn miniatuurautoverzameling heb gebogen.

25.7.10

Bugatti 6


Het automerk Bugatti ontstond in 1910 toen Ettore zijn eigen fabriek in Molsheim (Elzas) opende. Het Type 10 was een kleine auto en op dat stramien zien we hem de eerste jaren voortborduren, naast het Type 41, hierboven met een door Park Ward in Londen gebouwde carrosserie, oogt het wagentje miniscuul.
Het Type 41, ook "La Royale" genoemd, met een motor van bijna 13 liter inhoud moest koningshuizen in de verleiding brengen de wagen aan te schaffen. Dat lukte niet, de wagen met de Park Wardcarrosserie werd in 1933 verkocht aan captain C.W. Foster. De immense motoren, speciaal ontworpen voor "La Royale" belandden in autorails, de fabricage daarvan hielden de fabriek in de jaren dertig draaiende. Dat de Bugatti-autorails door de Franse spoorwegen na de Tweede Wereldoorlog snel werden uitgerangeerd had alles te maken met het hoge brandstofverbruik.

Peugeot Bébé ontworpen door Bugatti
In 1912 verkocht Ettore een ontwerp aan Peugeot, dat hij eerder aan de Duitse fabriek Wanderer schijnt geprobeerd hebben te slijten. Dat klinkt vreemd een autofabriek, die een ontwerp onder een andere naam elders laat bouwen, maar dat komt ook nu nog voor, het oorspronkelijke ontwerp van de Espace is van Matra, die de "ruimteauto" eerst aan Peugeot had aangeboden, maar toen die er niets in zag naar Renault is gestapt. Bugattis werden in de eerste jaren ook elders in licentie gebouwd, in Duitsland door Rabag (Rheinische Automobilbau AG), in Engeland door Crossley motors Ltd. en in Italië door Diatto.

In Engeland door Crossley in licentie gebouwde Bugatti

24.7.10

Bugatti 5


Na een paar jaar bij Mathis verhuist Bugatti naar Keulen, waar hij voor Deutz twee auto's ontwerpt: een met ketting- en een met cardanaandrijving. Tegelijkertijd bouwt hij in de kelder van zijn huis een kleine auto, het Type 10, met een vierylindermotor (acht kleppen, boring en slag 62 x 100mm, vier versnellingen), de eerste "Pur Sang", bijgenaamd "Le Homard", vanwege de kleur van het chassis en de wielen.

23.7.10

Willem Breuker


overleden: Nederlands meest muzikale muzikant

Bugatti 4

Om een of andere reden werd Bugatti door de De Dietrich ontslagen en op 1 april 1904 trad hij in dienst van zijn vriend Emil Mathis, voor wie hij een auto onder de naam Hermes ontwierp. Bugatti en De Dietrich zouden elkaar dertig jaar later opnieuw tegenkomen, dit keer als bouwers van "autorails". Bugatti zette om te beginnen de "Présidentiel" op de rails, een voorloper van de TGV, hij haalde 196km/u, een wereldrecord. De passagiers hadden vrij uitzicht over de baan, omdat de bestuurder bovenin een plaats vond in een soort kiosk, dat nam de noodzaak van een dubbele stuurstand weg, maar het uitzicht over de baan was belabberd en de de man zat boven de motoren.
Toen de Franse spoorwegmodellenfabriek Jouef een aantal jaren geleden met een miniatuurprésidentiel uitkwam, was ik teleurgesteld, want in plaats van de oorspronkelijke autorails als voorbeeld te nemen, had men een verbouwde, naoorlogse versie genomen. De vooroorlogse, originele versie heb ik uit de naoorlogse omgebouwd. Ook de Prinetti & Stucchi driewieler en de De Dietrichauto, die Bugatti ontwierp heb ik, omdat er geen modellen in de handel, waren zelf geconstrueerd.

Bugatti autorails

De Dietrich autorails
Het Jouefmodel van een naoorlogse Bugatti-autorails, waarvan ik een vooroorlogse versie heb gemaakt (zie eerste foto).

22.7.10

Bugatti 3


De Milanese tentoonstelling werd bezocht door baron De Dietrich, een industrieel uit Niederbronn in de Elzas en hij contracteerde de jonge Bugatti, die bovenstaande auto ontwierp, waarbij de chauffeur met zijn passagier boven de achteras zaten en de bagage voor hen opgestapeld lag. Toen een soortgelijke wagen in 1903 werd ingeschreven voor de Parijs - Madridrace werd hij geweigerd, omdat men het zicht op de weg te slecht vond, de auto werd later verbouwd en kreeg een normale, hoge zitplaats voor de bestuurder.

21.7.10

Bugatti 2


Bugattihistorici geven in de regel de viermotorige Prinetti & Stucchi de type-aanduiding 1, maar een enkeling geeft dat nummer aan de tweemotorige driewieler van hetzelfde merk. Het lijkt onbelangrijk, maar omdat Bugatti later geen namen, maar nummers gaf aan zijn ontwerpen, werkt het verwarrend. In feite zou je pas bij het Type 13 met de echte aanduiding moeten beginnen. In 1900 bouwde Bugatti zijn eerste echte auto met een viercylindermotor, vierversnellingen en kettingaandrijving. De auto, aangeduid als Type 2 en hierboven afgebeeld, won op een internationale tentoonstelling in Milaan een gouden medaille.

20.7.10

Bugatti


Tweemotorige Prinetti & Stucchi driewieler

Met die nieuwe, door Volkswagen in de markt gezette, Bugatti's heb ik geen donder. Een automerk blijkt verhandelbaar, dat hebben we recent gezien met Rover, MG en Jaguar. Het heeft iets arrogants: een legendarisch automerk als Bugatti te doen herleven. Ettore Bugatti, geboren in 1881 begon zijn carriere in 1897 of '98 in Milaan bij de fietsenfabriek Prinetti & Stucchi, die o.a. een driewieler maakte met een ééncylinder De Dionmotor. Bugatti installeerde er een tweede De Dionmotor naast en schreef zich in voor races, waarin hij regelmatig successen boekte. In 1899 bouwde hij een vierwielige Prinetti & Stucchi om tot een viermotorige auto, met twee De Dionmotoren voor en twee achter de achteras. Dat bleek teveel van het goede, want het ontwerp was niet succesvol.

Solidariteit

Ontving uit Harkema de volgende solidariteitsverklaring voor Ymkje Sinnema - Meindertsma, die ik meteen aan haar heb doorgestuurd:

Beste Vrouw Ymkje Sinnema - Meindertsma
Laat u niet verkatsen en ga terug en zeg dat mens het mannenweer maar even op, als die direktrise niet om lijk wil. kunnen wij wel even met een ploegje delkomen om haar even na te kijken, het moet toch niet malder worden en laat een beppe van uw leeftijd zo ompielen, het raast aan de protters dat fijne gedoe, maar als het zo door gaat komt er een klap op en kan ze een schoftje academisch door een slankje gaan eten wat ons aanbelangt, wat een onverstand dat mens en het huisjepapier kunt u wel van ons Aukje krijgen, want die werkt al een fins jaar bij de Poiesz en krijgt het voor een poerbeste prijs, dus daar moet het niet om over gaan.

Met hartelijke groetenis,
Meinte Bottema, De Harkema

19.7.10

Baka

Ik heb een paar CD's van Martin Cradick, de Brit, die prachtige opnamen maakte met de Baka, een pygmeeënvolk in Kameroen, heel toevallig vond ik dit beeldmateriaal.

Huisjepapier

Ik ben nu al een week uit van huis in De Harkema, maar ik zal op het eind wel werom moeten naar het oudereendhuis, al heb ik daar helendaal geen nocht aan. Waar ik anders heen moet, weet ik ook niet, van mijn kinderen, kindskinderen en zo verder hoef ik geen steun te verwachten. Het is wis en waar allerovergrijselijkst, want ik moet er niet aan denken dat ik sluikstaartend naar dat vrouwmens van een direktrise moet en me moet eksuseren. Ik vraag me onderwijlens wel af of alle oudereendhuizen zo zijn. Uit de krant heb ik voor het verstand gekregen dat men in sommige tehuizen zelfs huisjepapier in rekken brengt. Dat is nog het alderminste probleem, want in de oorlog heb ik het gat ook al met de Leeuwarder afgeveegd. Alles went, wil ik maar zeggen, tot het hangen toe. Ik heb er al omdenken aangegeven of ik de Ankers er op af sturen zal, mogelijk dat de de direktrise dan in het gat bebeten raakt.

Vrouw Ymkje Sinnema - Meindertsma in De Harkema

18.7.10

Paulus 2

Hoogst irritant: bezit van platen die je niet kunt afspelen. Dus op zoek naar mijn koffergrammofoon, want die heeft een lichtere arm en misschien lukt het daar wel op. En ja hoor, zelfs een van binnen naar buiten draaiende plaat blijkt beluisterbaar en de herkenningsmelodie van "Paulus" doe het nu ook veel beter. Die draait trouwens gewoon van buiten naar binnen.

Paulus

De eigen opnamen van de omroep werden gemaakt op glasplaten en ik heb een aantal, die in het begin van de jaren tachtig bij de VARA werden weggegooid. Ik heb gisteravond geprobeerd ze te draaien, maar dat is mislukt, ze draaien van binnen naar buiten en de automatische afslag van de platenspeler maakt het beluisteren onmogelijk. De enige plaat die, overigens met moeite doordat de plaat slipte en arm te zwaar was, afspeelbaar bleek, werd opgenomen op 23 februari 1957 en het is de tune van "Paulus de Boskabouter". Tekenaar/schrijver Jean Dulieu begonnen "Paulus" als strip in "Het Vrije Volk" met Eucalypta de heks, Pieter de veldkabouter, Oehoeboeroe de uil, Dorus de das, Salomo de raaf en Krakras de kraai. Ik herinner me in Leeuwarden een poppenkastvoorstelling van Dulieu te hebben gezien. Van 1955 tot 1964 werd Paulus door de VARA als hoorspel uitgezonden.

17.7.10

Hoes

Waar ik de hoes vandaan heb? Geen idee. Er zit geen grammofoonplaat in en als die er wil in zou zitten, zou ik de plaat niet kunnen afspelen, want ik heb er niet de juiste apparatuur voor. Ik lees de "Belangrijke Mededeeling".
1e De Pathéplaten hebben boven andere platen voor, dat het gebruik van naalden overbodig is.
2e De Pathéplaten moeten bespeeld worden met een Pathéweergever speciaal voor deze vervaardigd en welke voorzien is van een onverslijtbare saphir.
3e Men begint de platen te bespelen vanaf het midden (men plaatst de saphir aan den buitenkant tegen de k;eine opstaande rand)
4e De Pathéplaten moeten bespeeld worden met een snelheid van 90 a 100 omwentelingen per minuut.
5e De Pathéplaten kunnen bespeeld worden op elke andere spreekmachine die regelmatig loopt, mits voorzien van de speciale geluidgever Pathé voor platen.
Grammofoonplaten die niet van buiten naar binnen, maar van binnen naar buiten moeten worden gespeeld ken ik, ik heb een aantal eigen opnamen van de omroep, gemaakt voordat de bandrecorder in zwang kwam. Maar dit is een ander systeem, waarbij een specifiek apparaat noodzakelijk is en dat bovendien sneller draait dan de 78 tpm, die gebruikelijk is. Pathé schijnt de speler tussen 1905 en 1915 te hebben gemaakt en de hoes is dus zo'n eeuw oud. Maar hoe zag zo'n Pathéweergever er uit en hoe klonk die? Op YouTube vond ik twee voorbeelden.

16.7.10

Samuel Hicks

Om straks voordat u gaat slapen even te proberen op de rand van het bed: de "hambone".

Wobbe

"Hew 'n skoftsje nadocht of ik mij in nafolging fan Van Bemmel Whobbe su gaan noeme, doen 't toch mar niet."

15.7.10

De heer Ozenfant als straatschuimer

Bij tijd en wijle duikt de heer Ozenfant het struikgewas in, wat hij daar precies uitvoert is lastig te zien, een enkele keer komt hij er likkebaardend uit, dat kan ik niet waarderen, want de heer Ozenfant krijgt thuis voedsel genoeg. Gister was hij naar de trimmer, maar die kon haar werk niet afmaken, omdat de heer Ozenfant moest overgeven. Eigen schuld, dikke bult zou ik zeggen, want vermoedelijk had hij weer ergens iets tot zich genomen dat niet tot zijn dagelijks voedselpakket behoort. Gisteravond was het plotseling opnieuw raak, maar het wonderlijke is dat het hem niet schijnt te deren, want meteen daarop was hij weer druk in de weer met zijn speelgoed.

Vanmoof


De eerste zorg voor een fiets is: laat hem niet gestolen worden en daar is bij het ontwerpen van deze fiets aangedacht: geen vervelend mee te slepen kabel, want de ketting zit in het frame opgeborgen en wordt er pas uitgetrokken als je de fiets ergens aan verankerd. De fiets heeft ook geen, zoals veel fietsen tegenwoordig, van uiterst breekbaar plastic gemaakte lampen, maar ze zitten in de buis en voor een Nederlandse stadssfiets zijn 27 versnellingen volledig overbodig, die heeft de in Groningen gemaakte Vanmoof dan ook niet. Zaterdag zag ik een, op de Haagse Denneweg geparkeerde, Vanmoof, aanzienlijk meer bruikbaar dan die krankzinnige Amerikaanse ondingen die ik eerder in het Noordeinde zag.

Trenet 3

Vanochtend op zoek naar "Boum" in de albums met achtenzeventigtoerenplaten en waarachtig de plaat heeft het meer dan zeventig jaar overleefd. Ik ga op zoek naar een ander favoriet nummer, ik verstond er geen barst van, maar die gekke stemmetjes in "Tout va très bien madame la marquise" vond ik als kleuter fascinerend. Hoe ik ook zoek, ik kan de plaat niet vinden, maar gelukkig heb ik het originele nummer op een dubbel-CD van het orkest van Ray Ventura*. Het is zo'n stuk dat Engelstaligen een noveltynummer noemen, ook The Ramblers hadden dergelijke werkjes op hun repertoire, een mooi voorbeeld daarvan is "Meneer de baron is niet thuis". De muziek van "Tout va très bien madame la marquise" is van Paul Misraki (1908 - 1998), die bekend werd als filmcomponist o.a. voor films van Jean Renoir, Claude Chabrol, Jacques Becker, Jean-Pierre Melville, Jean-Luc Godard, Henri-Georges Clouzot, Orson Welles, Luis Buñuel en Roger Vadim.
*Ray Ventura et ses Collégiens, Disques Pathé 855 931 2.

14.7.10

Trenet 2

Dat "boem" had in mijn kinderoren iets stouts en ik zong het in een zelfgefabriceerd Frans luidkeels mee, zoiets van: "toetelekwiriboem". Nu ik de tekst voor me zie, bedenk hoe wonderlijk het is dat in het Frans een kalkoen dinde (dindon) heet, in het Engels turkey, in het Duits Truthuhn (Truthahn) of Pute, het lijkt net alsof men het over de naam van deze exotische vogel in Europa niet eens kon worden. In het Deens heet de vogel kalkun, dat klinkt al bekender in de oren, in het Fins kalkkuna, maar in het Hongaars pulyka en in het Spaans pavo. Kalkoen is een verbastering van Calicut, een stad in India en ook andere namen als turkey en dinde (d'Inde) duiden op een onjuiste aanname waar vandaan de vogel werkelijk kwam: uit Yucatan in Mexico. Voor Truthuhn bestaan twee etymologische verklaringen: trut-trut zou een klanknabootsing zijn van het geluid van het dier, of afkomstig zijn van het Middelnederduitse woord droten dat dreigen betekent.

13.7.10

Trenet


Dit is het eerste chanson dat ik ooit hoorde, mijn vader had het op een achtenzeventigtoerenplaat: Charles Trenets "Boum". Hij zong het in de film "La route enchantée" in 1938.
"La pendule fait tic-tac-tic-tic
Les oiseaux du lac pic-pac-pic-pic
Glou-glou-glou font tous les dindons
Et la jolie cloche ding-dang-dong
Mais... boum!
Quand notre coeur fait boum
Tout avec lui dit boum
Et c'est l'amour qui s'éveille
Boum!"

Wobbe

"Balkenende, jimme wete wel, die man fan fatsoen mutte je doen, het teugen 't Nederlaans elftal seid: "Het verdriet moet plaatsmaken voor trots". Seker trots op 23 gele kaarten, meer as elk ander elftal tidens 't WK?"

Bugatti 2


Natuurlijk begrijp ik de opmerking van die passant over de Bugatti heel goed, zelfs ik was zaterdag een ogenblik in verwarring, maar kwam na beter kijken al gauw tot de conclusie dat het hier om een imitatie ging, vooral een aantal geraffineerde details, zoals de wel degelijk oude koplampen, het op de typerende Bugattimanier bewerkte dashbord met op het oog originele instrumenten en het fat man's wheel zorgden in het begin voor twijfels, die gauw werden weggenomen toen ik beter keek. Hierboven een echte Bugatti Type 35, met de zo kenmerkende wielen. Hieronder een Type 37 met een bijzondere, gesloten carrosserie.


Blauwe tram 2


De lijn naar Delft was voorbehouden aan de Haagse Tramweg Maatschappij, bovenstaande motorwagen werd op 6 november 1923 aan de HTM door Linke-Hofmann afgeleverd, in december 1964 afgevoerd, maar voor sloop gespaard en in 1969 gerestaureerd. Ik heb er in mijn Haagse jaren weinig gebruik van gemaakt, onderstaande bus, die tramlijn 15 verving en van de Zuiderparklaan naar Staatsspoor reed, komt me bekender voor.


12.7.10

Tuktuk

Dit is een Thaise tuktuk, zaterdag j.l. maakte de heer Ozenfant gebruik van een Haagse tuktuk, met zijn wenkbrauwen wapperend in de wind stond hij snuivend tussen Den Haag Centraal en Molenstraat op de uitkijk. Het is een merkwaardig voertuig, aangedreven door een driecylinder Daihatsumotor, die flink wat lawaai produceert, maar ik was van mening dat de heer Ozenfant na trein, tram, bus en auto ook kennis diende te nemen van deze vorm van transport.

Blauwe tram


De oorspronkelijke bedoeling was om gister vanuit het Haags Openbaar Vervoer Museum een rit naar Delft te maken met de blauwe tram, maar omdat we voor enen al voor het hek stonden en de tram pas om half drie zou gaan rijden, kozen we voor een korte rit met een PCC-car en de 265 (overstappen op het eindpunt van lijn 17 aan de Statenlaan). Op ondertstaand filmpje rijdt de blauwe tram (het NZH-stel A327 - B303) op de vrije baan van lijn 11 bij de Wouwermanstraat. De in 1913 door Beijnes in Haarlem gebouwde A327 is eigendom van de Tramweg-Stichting en heeft nooit in Den Haag dienstgedaan, maar reed oorspronkelijk op het stadsnet van Haarlem en daarna in Leiden. De B303 is een bijwagen van het Amsterdamse GVB, die is omgeschilderd in NZH-kleuren. Hier vindt u een filmpje van de echte interlokale blauwe tram, die reed met door Ganz in Boedapest (vandaar de naam Boedapester) gebouwde trams de dienst Scheveningen - Den Haag - Voorburg - Voorschoten - Leiden en dus niet naar Delft, want die lijn was voorbehouden aan de HTM.

Bugatti



De heer Ozenfant ontleent zijn naam aan de bekende Franse schilder Amédée Ozenfant (1886 - 1966), hierboven afgebeeld als de trotse bezitter van een Bugatti 35.

Zaterdagmiddag komende uit de Haagse Maliestraat dacht ik heer Ozenfant te kunnen fotograferen voor een Bugatti. Maar er omheen lopend ontdekte ik allerlei anomaliteiten: het was zeker geen Type 35, maar ook geen Type 37.





Zo'n stuurwiel zag ik ooit op een Dodge (een zogenaamd fat man's wheel, zodat je gemakkelijker kon instappen), maar waarom zat het links? De achterwielen stonden er ook vreemd onder en de voortrein was beslist niet origineel. Een passant legde zijn familie uit dat je zo'n auto alleen in een museum kon zien en dat hij zeker een miljoen euro's waard was. Ik bleef aarzelen, het was allemaal heel mooi gemaakt, te mooi, want wie verchroomd nu een uitlaat? Gisteravond thuis het kentekenregister geraadpleegd: 10-85-RG is een 1971 voor de eerste keer opgenomen Volkswagen.