31.3.16

"Laat ik nu alweer gelijk hebben!"

"want ik heb  altijd gelijk!"

Twee maal Tekno

 De Tekno cementmixer is gemodelleerd naar een Ford truck uit  1939, de Dodge vrachtwagen met Carlsbergbier van Tekno dateert uit 1948, in datzelfde jaar moet Dodge de echte vrachtwagen hebben uitgebracht. 

78 C4

Bob (volledig George Robert) was het negen jaar jongere broertje van Bing (volledig Harry Lillis) Crosby, Bob begon ook als zanger, maar nam medio jaren dertig de overblijfselen van het orkest van drummer Ben Pollack over. In het grotere orkest van Bob Crosby was een kleiner orkest opgenomen, de Bob Cats, het repertoire daarvan bestond uit gearrangeerde dixielandnummers. In 1942 viel het orkest uiteen, maar er bleven contacten tussen de orkestleden bestaan en zelfs tot na de Tweede Wereldoorlog kwam het dixielanddeel van het orkest, de Bob Cats, bij elkaar en maakte opnames. De belangrijkste leden waren: Yank Lawson, trompet; Eddie Miller, tenorsax; Nappy Lamare, gitraar en zang; Bob Haggart, bas en Ray Bauduc, drums. Soms werd onder een andere naam opgenomen, zo heb ik op een langspeelpaat  twee stukken van Nappy Lamare's Louisiana Levee Loungers. "Milk Cow Blues" is op de plaat gezet met Kokomo Arnold als componist, alhoewel andere bronnen Sleepy John Estes als componist noemen. Pianist Bob Zurke is de solist in  "Yancey Special".

30.3.16

Jeroen Dijsselbloem en het vaderlands chagrijn

"Ik ben zo blij, zo blij, dat mijn neus van voren zit en  niet opzij!"

Front 2

En nu ik het toch over de Eerste Wereldoorlog heb, in "Der Spiegel" van deze week vond ik een artikel over de zomertijd, die net weer is ingevoerd. De allereerste keer dat er sprake was van zomer- en wintertijd was in 1916 toen Duitsland zomertijd invoerde. De theorie erachter:  door langer daglicht zou het verbruik van petroleum- en gaslampen, van kolen en kaarsen verminderd worden, in de praktijk zorgde de invoering alleen maar voor verwarring en na de oorlog werd zomer- en wintertijd weer afgeschaft om in 1940 door de "Ministerrat für die Reichsverteidigung" weer te worden ingevoerd. In 1950 was het weer afgelopen, om in 1980 onder druk van de oliecrisis weer van stal te worden gehaald en sinds 2002 geldt de discrepantie in alle EU-landen. Het spaareffect - zo "Der Spiegel"- is te verwaarlozen en ligt vermoedelijk bij 0,03% en Herbert Reul CDU-afgevaardigde in  het Europaparlement vindt dat de schade aan de gezondheid door invoering van de zomertijd niet valt weg te poetsen, maar stelt hij" Aber viele denken: einmal beschlossen, für immer beschlossen."

Front


Tijdens de Eerste Wereldoorlog gingen Franse soldaten o.a. met Parijse taxi's naar het front, de Britten zetten o.a. Londense dubbeldekkerbussen in, maar ook Rolls-Royce leverde een bijdrage, niet alleen met personenwagens -  de fameuze "Silver Ghost" - maar ook lichte vrachwagens op basis van dat model, er waren een paar honderd Rollses aan het front. Bovendien was er een Rolls-Royce pantserwagen op basis van de "Silver Ghost", met dubbel lucht achter.

78 C3

Over de opnamedatum van "Back to the Land" zijn de geleerden het niet eens: zomer 1943 of zomer 1944 of maart 1946 en op de originele plaat stond Aye Guy als pianist, de tenorsaxofonist was Lester Young en de drummer Buddy Rich. Maar wie was Aye Guy? Aye Guy was Nat "King" Cole, briljant pianist, die een andere richting insloeg en als crooner furore maakte. Hier het King Cole Trio (Cole, piano en zang, Oscar Moore,  gitaar en Johnny Miller, bas) op 2 november 1943 in "Straighten up and fly right".

29.3.16

Beieren

Willem Alexander naar Beieren: er wordt o.l.v. Sepp-Alois Blechfass (rechts) al druk gerepeteerd

GOYSE MOKKELS

te herkennen aan: blote knieën in gescheurde broek, passagier omgekeerd op voorspatbord, telefoontje in hand of aan oor

78 D1

Misschien herinnert u u de skifflerage, hoofdzakelijk een Engels fenomeen, eind jaren vijftig begin jaren zestig, waarbij heren op niet als muziekinstrument bedoelde utensiliën klanken voortbrachten, er kwamen onder meer wasborden, theekisten en zakkammetjes aan te pas. Het was een herhaling van wat aan de  andere kant van de Atlanische Oceaan zo'n twintig à detig jaar eerder was geproduceerd zij het zonder theekist, maar met een jug als bas. Eén  van de leukste jugbandjes was de "Dixieland Jug Blowers" met Earl McDonald op jug en Clifford Hayes op viool, het duo werd door andere muzikanten aangevuld, de meest bekende was de clarinettist Johnny Dodds. Twee nummers: "Boodle-Am-Shake" en "Memphis Shake", de opnamen werden in 1926 in Chicago gemaakt.

Sjouke en het kalifaat


Sjouke Sjollema kwam oorspronkelijk uit Winaem, in het Nederlands Wijnaldum, maar dat zei hij nooit tegen  zijn nieuwe geloofsgenoten, want de woorden wyn en wijn zouden hem verdacht maken, ze bevatten een verwijzing naar alcohol en daar had zijn nieuwe god problemen mee.  Hij had niet lang geaarzeld toen hij zag uit welke hoek de wind, zelfs in het Noordfriese, ging waaien en dus was hij mohammedaan geworden en omdat Winaem oorspronkelijk in de gemeente Barradeel gelegen had, koos hij Barra, of beter, uit Barra als achternaam. Hij ging nu als Achnoek al Barradi door het leven, had zijn baard laten staan en was voor de rest van de bewoners bijna onherkenbaar, maar omdat dat volgens hem nog niet voldoende was had hij op het internet een bivakmuts gekocht, daarmee uitgedost snorde hij regelmatig over de Beintsemiedleane. Tussen zijn voeten lagen aardappelen - Borger Eigenheimers - waarvan hij zo nu en dan eentje, alsof het een handgranaat was, naar een boerenerf wierp, onder de uitroep "Allahoe akbar".
Uit een zwarte directoire van zijn moeder had hij een vlaggetje geknipt dat hij met een touwtje aan de bagagedrager van de scooter had bevestigd. Het wapperde vrolijk in de voor het Friese land zo kenmerkende harde wind. 
Sjouke vergiste zich trouwens nog  wel eens wanneer hij vergat dat hij als mohammedaan natuurlijk geen Friese liedjes hoorde aan te heffen, hij strafte zichzelf dan ogenblikkelijk, wanneer hij bijvoorbeeld 'Dêr 't de dyk it lân omklammet, lyk in memme-earm har bern' zong, door snel naar  huis te rijden, zich met een eind touw te geselen  onder de uitroep: “Ik, Achnoek al Barradi ben een grote zondaar!" Maar dan wel in ’t Fries.
Diep in zijn hart droomde hij af te reizen naar het IS-kalifaat, maar dat was een verschrikkelijk eind - hij had bijna 'een alle Jezus’ eind' gezegd en wist niet of 'een alle Mohammeds eind' toegestaan was -  op zijn scootertje. Zo zou hij nooit een martelaar worden en zou hij nooit beloond worden met zeventien of zeventig maagden, want dat aantal wist hij niet precies.
Hij had na een maand al een flinke baard, maar was nu onderweg naar een kapper in Harlingen om zijn hoofd kaal te laten scheren, want als echte IS-mohammedaan was dat een noodzakelijkheid: haar had je aan je kin, niet op je hoofd. Sjouke had  zijn bivakmuts thuisgelaten. Het was gelukkig niet druk bij de kapper, die begon met de gebruikelijke vraag of hij 't een beetje gedekt zou houden. "Nee", zei Sjouke, "alles moet er af". Een kwartier later keek een zeer kale, maar uiterst tevreden  Sjouke in de  spiegel. Hij reed terug naar Wijnaldum, maar bedacht onderweg dat hij vandaag nog geen zendingswerk had verricht. Hij merkte ook hij hoe koud het was, zo zonder haar en hij vond het jammer dat hij zijn bivakmuts niet bij zich had. Hij wilde keren op de Haulewei toen hij werd ingehaald door Klaas-Jan van Zuchtelen, een Hollander die sinds drie jaar het boerderijtje van Harm Poppinga had overgenomen en hem treiterend vroeg of Sjouke misschien te hard gereden had en zo zijn haar was kwijtgeraakt. "Nee, nee, als echte IS-mohammedaan hoort het zo." "Aha", zei Klaas-Jan, "je gaat uit een kalifaatje tappen." Maar dat snapte Sjouke niet.
"Uit een kalifaatje tappen? Mohammedanen tapten niet, dat was juist zo bijzonder, niet uit een bierkraan en zeker niet uit een kalifaatje, waar had die Hollander het over?", dacht Sjouke en hij zei narrig: "Wij mohammedanen tappen niet!""Dan heb ik me vergist", zei Klaas-Jan, want hij vond dat je woordgrappen niet moest uitleggen, maar nu ze toch min of meer in gesprek waren, wilde hij wel eens weten hoe het zat met die zeventig maagden die in de hemel op een mohammedaanse martelaar wachtten en hij vroeg: "Die maagden, die zeventig maagden, hoe zien die er uit, zijn ze naakt en als ze al wat aan hebben, dragen ze dan een boerka? Zijn het alleen mohammedaansen of zitten er ook bijvoorbeeld Friese meisjes tussen?" Sjouke had daar nog nooit over nagedacht.
Toen Sjouke het antwoord schuldig bleef, kreeg Klaas-Jan echt zin in een pesterijtje: "Enne hoe zit het met de mohammedaanse homomartelaren, die hebben toch niks met maagden of ze nu een boerka aanhebben of Afke heten." "Die komen  in de hel", zei Sjouke. "In de hel? Maar het zijn martelaren, ze hebben in jullie ogen een goede daad verricht!" "Ze komen in de hel!" "Dus als homo kun je maar beter geen goede daad verrichten." Sjouke vond dat het gesprek nu lang genoeg geduurd had, wreef over zijn pas verworven kale schedel, startte zijn scootertje en besloot in de richting van It Heidenskip te rijden, want daar dacht hij nog veel zendingswerk te kunnen verrichten.

28.3.16

Jaren dertig

De achtenzeventigtoerenplaten zitten in hoezen die geen enkele mededeling bevatten over de musici op  de plaat, nee, er staan heel veel namen op de hoezen en wonderlijk genoeg  wordt er reclame gemaakt voor mensen die mij tachtig jaar later niets zeggen. Toch ben ik nieuwsgierig,  want hoe klonk het orkest van Jean Lensen en dat Kedroff Quartette was het de moeite van  het beluisteren waard? En Norman Allin was dat een zanger?

Lekkum






Bewaking



Una: "Whit dae ye think ay tois seconds, divit?"

27.3.16

78 C2

Mooi, bijna antiekogend etiket van een Vocalionplaat met "When day is done" door het orkest van Benny Carter (1907-2003), die zelf soleert op trompet en altsax.  Extreem lange loopbaan van bijna tachtig jaar van deze trompettist, clarinettist, saxofonist, orkestleider, componist en arrangeur. In 1930 vinden we hem in het orkest van Fletcher Henderson, zelf een bekwaam arrangeur, waar Carter dat vak onder de knie krijgt. Daarna leidt hij eigen orkesten onder verschillende namen met befaamde musici (Chu Berry, Teddy Wilson, Dicky Wells en Sid Catlett). De opname van "When day is done"  dateert vermoedelijk van april of mei 1936, maar waar en hoe heb ik niet  helemaal precies kunnen achterhalen, maar waarschijnlijk werd hij in Londen gemaakt met Britse musici onder wie de latere orkestleider Ted Heath op trombone. Carter werkte vanf 1935 tot 1938 in Europa.

26.3.16

Paaspuzzel

 
 
Op de achtergrond zong het "SamenSterk"-kerkkoor uit Dronrijp "Öperdepöp zat op de stöp en laten we vrolijk wezen en Öperdepöp zat op de stöp en laten we vrolijk zijn", terwijl in het naburige Menaldum Katrien Lohte-Zooistra, die in november 1944 aan een Duitser was blijven hangen, langzaam uit haar graf opsteeg en de weg naar Slappeterp insloeg. Zij was ongeveer 38 jaar dood, maar zag er desondanks, zeker voor een Friezin, nog redelijk goed uit.
Inmiddels schijnt Katrien door een uiterst betrouwbare getuige, immers een ex-politieman, gistermiddag per rijwiel gesignaleerd te zijn, op de weg van Oudebildtzijl naar Nieuwebildtzijl. Zij was geheel naakt. Vermoedelijk was haar doodskleed vergaan en ze zong met een wonderlijk accent: "Ich bin ein Menamer op weg naar Dokkum und dan geradeaus nach beppe." Ik heb gisteravond de lokale Menaldumer historicus drs. Sybren Loegema gebeld en geïnformeerd naar de juistheid van Katriens wederopstanding. Hij vertelde me dat de graven op de Menaldumer begraafplaats na veertig jaar worden geruimd. Soms lukt het een enkele dode aan de ruiming te ontsnappen door op te staan, maar dat gebeurt alleen maar als de het Dronrijpster kerkkoor "SamenSterk" tegelijkertijd "Öperdepöp" zingt.
Drs. Loegema vervolgde: "Het is natuurlijk bijzonder irritant dat wij ter wederopstanding van onze doden een kerkkoor uit een naburig dorp nodig hebben, dat een wat verbasterd onnozel lied als "Oeperdepoep" dient te zingen. Wij hier, in Menaldum, hebben inmiddels van alles geprobeerd: het punkrockkwartet "Rúnemiich", de fanfare "Pro Patria", het shantykoor "De Menamer Bûzehapperts" hebben op diverse uren van de dag en de nacht met hun eigen  repertoire op de begraafplaats opgetreden, maar helaas geen dode is uit zijn of haar graf gekomen. Wij dachten even succes te hebben met het gereformeerde kerkkoor "Hij Leeft, Ja, Hij Leeft", dat een weeklang iedere nacht om vijf voor twaalf "Mana Mana" van The Muppets aanhief als "Menaam, Menaam", maar behalve dat Sybbeltje Patier op de zesde nacht om precies twaalf uur een   fatale hartaanval kreeg, is er niets gebeurd."
Bijna riep ik: "Dan is mevrouw Patier rond 2056 een nieuwe opstandingscandidaat", maar ik hield me nog net in, doctorandus Loegema zou dat geen goede grap kunnen vinden en ik vroeg hoeveel doden in Menaldum uit hun graf waren herrezen en wat de verhouding was tussen uit hun graf gekomen mannen en vrouwen. "Helemaal exact weten we dat niet, mijn voorganger Hobbe Ossebosse, destijds hoofd van de christelijk-nationale school alhier, heeft er rond 1969 eens een slag naar geslagen en vermoedde dat het aantal verrezenen toen op 128 stond, sindsdien zijn er hooguit 43 bij  gekomen. Het heeft uiteindelijk natuurlijk allemaal te maken met de populariteit van "Oeperdepoep" en de Dronrijpse uitspraak van dat lied. Daar is nooit een gedegen onderzoek naar gedaan. Wel weten we dat "Öperdepöp" oorspronkelijk niet gezongen werd door het kerkkoor "SamenSterk", dat is pas het geval sinds de samensmelting van de hervormde en gereformeerde kerken in Dronrijp, oorspronkelijk schijnt het gezongen te zijn door het koor van de gereformeerde kerk onderhoudende  artikel 31 uit Dronrijp, begeleid door de harmonie "Soli Deo Gloria" uit Minnertsga. Maar ik moet daar nodig eens induiken, ik bedoel in de geschiedenis van de wederopstanding. De eerste wederopstandelingen schijnen allemaal mannen te zijn geweest, pas sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw zien we ook vrouwelijke herrezenen, de eerste was, maar dan citeer ik opnieuw de heer Ossebosse, Geesje Evel-Stienstra, zij was een getrouw volgelinge van Hedy Smit en Joke d'Ancona, heb ik mij laten vertellen."
Meteen nadat ik het gesprek met doctorandus Loegema beëindigd had ging de telefoon. Het was de oud-politieman, die eerder contact met mij over Katrien had gezocht en zoals hij zelf zei zijn stinkende best deed om gang en wandel van Katrien na te speuren, hij zei ook dat het hem deed denken aan tijden van weleer, toen hij, nog in uniform, jacht maakte op Obbbeltje* Verkommeling, die begin jaren zeventig bekend stond als de neurende potentate van Ee. Op woensdagavond j.l. schijnt Katrien rond half zeven 's avonds - het was dus al donker - gesignaleerd te zijn op het kerkhof van Anjum, een plaats met een luguber verleden, vanwege de moord op een paar pensiongasten in de jaren negentig. Een dik uur later werd Katrien gezien door Jabikje Kruis-Wortel in Oosternijkerk, daarna moet ze in Wierum door een ernstig beschonken groep uit Moddergat, een groep, waarvan, volgens Seth Ierappel, melkveehouder te Metslawier, recent enige leden via Dokkum, Bontebok en Assen schijnen te zijn afgereisd naar Syrië, zijn gemolesteerd en voor dood op de Koaterhústerwei te zijn achtergelaten. 
*Obbbeltje moet volgens mijn zegsman inderdaad met drie b's worden geschreven, vanwege een fout van een ambtenaar van de burgerlijke stand in Dongeradeel.
"Dit is geen leven", mompelde Katrien "na de dood", terwijl ze langzaam weer bij  haar positieven kwam. Ze probeerde te gaan staan, toen de bromscooter van kapelaan Vincentius Unzigmann, oorspronkelijk afkomstig uit het Brabantse Ulicoten, die juist het laatste oliesel aan een parochiaan in Nes had  toegediend, naast haar stopte en vroeg: " Vrouwe waarom zijt ge bebloed en onbedekt? Naakt, mag ik wel zeggen, ge zijt toch niet Zelikah, Potifars vrouw, zo laat nog onderweg? Ik kan u kond doen dat ge in deze Friese uithoek Jozef niet zult treffen". "Jezus", zei Katrien. "Nee, nee," zo moogt ge mij niet aanspreken", was Unzigmanns antwoord. "Ik ben opgestaan", zei Katrien. "Welnee, ge zijt nog niet geheel herrezen, kom ik zal u helpen" en hij greep Katrien onder de rechterarm. "Dat bedoel ik niet", zei Katrien, "ik ben uit het graf herrezen". "Jezus Christus", zei Unzigmann en  zijn mond viel open.
"Dat kan niet waar zijn", voegde hij er meteen aan toe, "tot dusver is er slechts één onzer opgestaan en dat is de net door mij genoemde Jezus Christus  en aangezien gij van de vrouwelijke kunne zijt, lijkt het mij...". Hij werd onderbroken door een jammerende Katrien: "Ik wil weer dood". "Dan zij ge bij mij aan het verkeerde adres, wij doen niet aan euthanasie." "Ik wil weer dood en het kan mij helendal niks verdommen waar u niet aandoet." "Ge zijt wat ruw in de mond", zei Unzigmann, maar nu pas viel het hem op dat de vrouw die nu, zij  het wankel, naast hem stond, wel heel erg weinig vlees op haar botten had. Zou het dan toch waar zijn, werd hij hier in Frieslands hoge noorden geconfronteerd met een uit het graf opgestane vrouw? Dan verzocht ze niet om euthanasie maar om reuthanasie en hij vroeg zich af of Rome daar een encycliek over had doen laten verschijnen. En onder supervisie van welke paus zulks was geschied? Simplicius, Hilarius?
Hij zou het opzoeken, maar eerst, gedachtig de Barmharige Samaritaan, zou hij de vrouw, die klaarblijkelijk toch waarlijk was opgestaan naar een onderkomen voor de nacht transporteren. Hij trok zijn jas uit en hing deze om haar knoken. "Ik wil weer dood", zei Katrien opnieuw. "Jawel, jawel, ook daar gaan we iets aan doen, nadat ik de encyclieken heb geraadpleegd, maar eerst moet ge eens goed uitrusten." "Dat heb ik goddomme bijna veertig jaar gedaan." "Nog immer ruw in de mond", zei Unzigmann,  "ge gaat achterop de scooter en ik breng u, als het niet te ver is, naar een nachtverblijf. Waar wilt ge naar toe?" "Naar Menaldum!" En zo geschiedde het dat Unzigmann met Katrien op de buddyseat onderweg ging naar Menaldum. Het was bitterkoud en het duurde even voordat Unzigmann de N357 richting Stiens gevonden had. Ze stuiterden over het niet al te best onderhouden fietspad. Even voorbij Stiens moest hij afslaan, hij keek op de borden en lette een moment niet op de weg en zag Sybrichje Krous-Kenstra, die met haar recent uit Duitsland geïmporteerde Mercedes S-klasse, die, ver boven de toegestane maximale snelheid, onderweg was naar Sint Annaparochie, over het hoofd. En zo gebeurde het dat Katrien Lohte-Zooisma's wens werd ingewilligd, zonder dat kapelaan Vincentius Unzigmann, die overigens ook het leven liet, de encycliek over reuthanasie  hoefde te raadplegen.
Vragenlijst n.a.v. Paaspuzzel.
De tekst van "Paaspuzzel" werd dit jaar gebruikt voor het eindexamen Nederlands en Wetskennis van het Sint Formosus College te Sibrandabuorren. Dit waren de te beantwoorden vragen:
1. Waarom zong het koor uit Dronrijp "Öperdepöp" en niet "Aperdepaap"?
2.Hoe kwam het dat Katrien  "Ich bin ein Menamer op weg naar Dokkum" zong en ging zij werkelijk naar Dokkum? Zij had bijvoorbeeld ook naar Zwartewegsend kunnen gaan.
3. Noem drie andere punkrockgroepen uit Menaldum, behalve "Rúnemiich".
4. Hoe heette de grootvader van hoofd der school Hobbe Ossebosse en met wie was hij in de echt verbonden? 
5. Wat is een neurende potentate en kan daar soep of pap van  gekookt  worden?
6.Waarom woont Jabikje Kruis-Wortel niet in Sint Jacobiparochie?
7. Welke rol speelt Bontebok in de strijd in Syrië?
8. Wat is het verschil tussen een encycliek en Fred Teeven?

Voor het beantwoorden van de vragen heb je 45 minuten de tijd.

 Antwoorden op de vragenlijst n.a.v. Paaspuzzel
1. Waarom zong het koor uit Dronrijp "Öperdepöp" en niet "Aperdepaap"?
Het koor zong "Öperdepöp" omdat het koor uit Dronrijp kwam, wanneer het koor uit Dokkum gekomen was dan had het "Aperdepaap"gezongen als herinnering aan de aldaar vermoorde Bonifatius.
2. Hoe kwam het dat Katrien ""Ich bin ein Menamer op weg naar Dokkum" zong en ging zij werkelijk  naar Dokkum? Zij had bijvoorbeeld ook naar Zwartewegsend kunnen gaan.
Menaldummers kennen maar één weg en dat is de juiste weg en die leidt naar Dokkum en niet naar Zwartewegsend, want in Dokkum is de waarheid en het leven.
3. Noem drie andere punkrockgroepen uit Menaldum, behalve "Rúnemiich".
Slobbe & De Kwitsers, De Krêbestinders en De Kloatklopjers maken sinds 1987 furore in de wijde omgeving van Menaldum. Vooral een tournee naar Boksum en Zweins heeft enorm bijgedragen aan de populariteit van Slobbe & De Kwitsers, Omrop Fryslân maakte in 2005 een driekwartierdurende televisiereportage over de groep. De Krêbestinders was het favoriete bandje van Johannes Jacobus Willebrordus (Joost) Zwagerman en het wordt momenteel gesponsord door Ernst Daniël Smid.
4. Hoe heette de grootvader van het hoofd der school Hobbe Ossebosse en met wie was hij in de echt verbonden?
De grootvader in mannelijke lijn ligt figuurlijk op het kerkhof, die in vrouwelijke lijn is Saapke Katsje-Blom, want zij werd onbevlekt ontvangen, maar was desalniettemin gehuwd met Sipke Katsje uit Oenkerk, maar die is ten gevolge van de onbevlekte ontvangenis natuurlijk niet de natuurlijke grootvader, misschien  is het juister in dit geval te spreken over: geen of over de Heer.
5. Wat is een neurende potentate en kan daar soep of pap van gekookt worden?
Maria Theresia van Oostenrijk is een voorbeeld van een neurende potentate, zij kreeg zestien kinderen en daar kan behalve door Leo Blokhuis soep noch pap van gekookt worden.
6. Waarom woont  Jabikje Kruis-Wortel niet in Sint Jacobiparochie?
Ja, waarom eigenlijk niet? Vermoedelijk heeft zij niet op Funda gekeken. Zij heeft een rose mantelpakje aangeschaft dat zij in 2018 een jaarlang dag en nacht gaat dragen tijdens Leeuwarden Culturele Hoofstad.
7. Welke rol speelt Bontebok in de strijd in Syrië?
 
ماعز أرقط
was tussen 12 november 2009 en 17 november van dat jaar een geliefd vakantieoord aan  de Schoterlandse Compagnonsvaart voor WASWAS-strijders.
8. Wat is het verschil tussen een  encycliek en Fred Teeven?
Er is geen enkel verschil, zowel een encycliek als Fred Teeven heeft  de wijsheid in pacht.








78 C1

In een aantal boeken over jazz ontbreekt hij, de schrijvers hebben hem in het grote geheel van de muziek te weinig substantieel bevonden: te veel lolbroekerij, al moet er meteen aan worden toegevoegd dat er toch een aantal muzikanten in zijn band gezeten hebben die naam maakten. Laat ik me tot twee trompettisten beperken, Doc Cheatham zat medio jaren dertig in het orkest van Cab Calloway (1907-1994) en Dizzy Gillespie eind jaren dertig, begin jaren veertig. Gillespie verliet het orkest trouwens na een handgemeen met de leider. De opname  van "When you're smiling", met een vocale bijdrage van Cab, dateert uit 1936. Nu kunt u zich terecht afvragen waarom zo'n grammofoonplaat  in mijn collectie zit. Het antwoord is simpel: ik heb hem in de jaren vijftig niet nieuw gekocht, maar jaren later samen met een aantal andere interessantere 78-toerenschijven van iemand overgenomen.

25.3.16

Cruz

Over die andere Republikeinse kandidaat Ted Cruz verchenen op dit blog eerder volgende mededelingen.                                                
 15.1.14

"United" States

Commentator Bill Whittle op een bijeenkomst o.l.v. Ted Cruz, Texaans Republikeins senator:


Kruis

De eerste candidaat voor het Amerikaanse presidentschap heeft zich gemeld, het is de Texaanse senator Ted Cruz en omdat gods zoon aan het kruis genageld is denkt Cruz (spaans voor kruis) ook een directe relatie te hebben met de vader en meldde: " God's blessing had been on America from the very beginning of the nation, and I believe God isn't done with America yet".
Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold

78 B12&13

Zingende herenkwartetten werden al rond 1900 op de plaat gezet, dit is bijvoorbeeld het Dinwiddie Colored Quartet met een gospel, later in de late jaren twintig is er een zingend herentrio bestaande uit Bing Crosby, Al Rinker en Harry Barris dat begeleid door het Paul Whitemanorkest in het breekbare schellak belandde. Maar hoe zit het met de dames? Solozang is er voldoende in de vroege jaren, maar het duurt tot 1931 voordat een damestrio echt populair wordt: de Boswell Sisters, Martha, Connie (later gespeld Connee) en Helvetia uit New Orleans. Connie hoort de in 1920 opgenomen alleerste grammofoonplaat van een zwarte zangeres: "Crazy Blues" van Mamie Smith en modelleert daarnaar haar zang, voordat ze een eigen stijl ontwikkelt. Er is beeld van de dames en dit zal de zelfbenoemde vaderlandse popprofessoren, van wie de muziekkennis niet verder dan tot  halverwege de jaren vijftig reikt, ernstig uit hun evenwicht brengen, dit is "Rock and Roll". Verantwoordelijk voor de arrangementen van de Boswellzussen waren Connee en Glenn Miller en de musici die hen begeleidden waren onder anderen: de Dorseybroers, Benny Goodmanen Joe Venuti, maar ook trompettist Bunny Berigan en gitarist Eddie Lang bijvoorbeeld in "Heebie Jeebies". Een volledige uitvoering met orkest van dat nummer hoort u hier. De Boswells hadden twintig hits in de jaren dertig: "Shine on Harvest Moon" was er één van. Dat je het niet van  de informatie op de hoezen van 78-toerenplaten moest hebben toont  onderstaand voorbeeld, je kon de sterren volgen, maar je kwam uit de verpakking over hen  niets te weten.


24.3.16

Demonstrant

Vraag van Una: "Pigida zeker?"

78 B10&11

Hij had dezelfde initialen als Bix Beiderbecke (zie 78 B8) en wie Bunny Berigans leversverhaal met dat van Bix vergelijkt moet tot de conclusie komen dat er opmerkelijke parallellen zijn: een eigen stijl van spelen, niet te beroerd om met commerciële orkesten op te treden en plaatopnames te maken en last but not least alcoholmisbruik dat uiteindelijk het lichaam zo verzwakte dat longontsteking dodelijk bleek.  Trompettist Berigan (1908-1942) speelde o.a. in de orkesten van Paul Whiteman, Tommy Dorsey en Benny Goodman. De twee platen, die ik van hem heb, zijn een op 8 april 1933 opgenomen "Is that Religion?" (met aan de keerzijde "Harlem Lullaby") en "I'm coming, Virginia" (met aan de keerzijde "Blues"), op de plaat gezet 13 deember 1935. "Is that Religion" wordt gezongen door Mildred Bailey (zie 78 B1), het orkest is dat van  de Dorseybroers: Tommy,  trombone en Jimmy, clarinet. In "I'm coming, Virginia" horen we Berigans eigen orkest: Bunny Berigan's Blue Boys met Berigan op trompet; Edgar Sampson,  clarinet en altsax; Eddie Miller (clarinet en tenorsax; Cliff Jackson, piano; Grachan Moncur, bas en Ray Bauduc, drums.

23.3.16

Passie

Burgemeester Lucas  Bolsius heeft meegdeeld dat rond het spektakel The Passion, donderdag in Amersfoort, extra veiligheidsmaatregelen zullen worden genomen. Jezus zal daardoor  niet worden gekruisigd.

Electrisch

Nu her en der allerlei plannen worden aangedragen om electrisch automobilisme te propageren, wil ik eveneens volgaarne mijn  steentje bijdragen: het lijkt mij raadzaam de berijders van volledig electrische auto's toe te staan op snelwegen andere verkeersdeelnemers rechts in te halen, ongestraft op invalideplaatsen te parkeren, door rood te rijden, rotondes links te nemen, in de bebouwde kom 80 km/u. te rijden, in noodgevallen ook fietspaden te benutten, hun tienjarige kinderen achter het stuur plaats te laten nemen en toe te staan voor in- en uitritten te parkeren; kortom er gaat een  wereld van automoblistisch genot open voor de electrische chauffeur.
Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold.

REPUBLICANS


78 B9

Dat er zulke summiere gegevens op het etiket van een achtenzeventigtoerengrammofoonplaat werden gezet was in feite onzin, want het kon veel beter, zoals te zien is op het label van deze Franse plaat van de Australische Dixielandband van Graeme Bell, met aan de ene kant "Square Dance" dat bij YouTube is weggepoetst en "Smoky Mokes", een compositie uit 1899 van Abe Holzmann, geboren in New York  in 1874 als zoon van Jacob en Isabella Holzmann. Abe - voluit Abraham - moet muziek gestudeerd hebben in Duitsland, want in een krantenartikel uit 1901 wordt hij omschreven als een Duits componist, die Amerikaanse cakewalkmuziek schrijft. Hoe "Smoky Mokes" klonk, voordat Graeme Bell het onderhanden nam, laat ik in verschillende uitvoeringen horen: eerst op een forse Reginaspeeldoos, daarna op een pianola, vervolgens gespeeld door Prince's Orchestra (met als extra aanwijzing "Cakewalk Two Step") en tenslotte op een Orchestrelle, een orgel, dat werkt als een pianola. Holzmanns meest bekende compositie is trouwens een mars: "Blaze Away".

22.3.16

Sanders

Amerikanen buiten de Verenigde Staten zijn in meer dan 170 landen verenigd in Democrats Abroad, zij hebben inmiddels ook hun stem uitgebracht: Bernie Sanders kreeg 69% van de stemmen, Hillary Clinton 31%, dat betekent dat, bij de van 25 tot en met  28 juli te houden  Conventie van de Democraten in Philadelphia, Sanders negen gedelegeerden heeft en Clinton vier.

78 B8

Hij past in het rijtje Janis Joplin  (1943-1970), Brian Jones (1942-1969), Jimi Hendrix (1942-1970), maar eigenlijk voert Bix Beiderbecke (1903-1931) het rijtje te jong gestorven musici aan. Geboren in Davenport (Indiana) leert hij jong zowel piano- als cornetspelen. In 1923 maakt hij opnamen met de Wolverines, waarna een zwerftocht begint langs verschillende orkesten, eerst bij Charlie Straight, daarna via het orkest van Frankie Trumbauer naar Jean Goldkette om daarna twee jaar in het orkest van Paul Whiteman te spelen om tenslotte in Glen Gray's Casa Loma Orchestra te belanden Alcoholmisbruik en longontsteking voeren naar zijn overlijden. Op de plaat opnames in New York van 5 october 1927 met Bix op cornet; Don Murray, clarinet; Bill Rank, trombone, Frank Signorelli, piano; Adrian Rollini, bassax en Chaunvey Morehouse, drums. "Royal Garden Blues" en "Jazz Me Blues".

BT of DM

 BENITO TRUMPOLINI OF DAVID MUSSO?

21.3.16

Mathis

Nu een vergeten Franse fabriek - al begon het verhaal van Mathis in Duitsland omdat de fabriek in Straatsburg stond - maar in 1927 na Citroën, Renault en Peugeot wat verkopen aangaat het vierde merk in Frankrijk. Op de foto een Type P dat begin jaren twintig een aantal jaren in productie was met een 1140cc-motor, de topsnelheid was 65 km/u.

78 B4,5,6,7

Vier achtenzeventigtoerenplaten van sopraansaxofonist Sidney Bechet (1897-1959), al moet ik meteen bekennen dat van één van de platen een hoekje is afgebroken, toch vind ik het zonde om hem bij het oud vuil te zetten, maar daarover zo meteen meer.  Bechet was, na uitgebreid in de zuidelijke staten van de V.S. met  Clarence Williams op tournee te zijn geweest, in begin jaren twintig al in Europa - met Will Marion Cook's Southern Syncopated Orchestra - waar dirigent Ernest Ansermet buitengewoon enthousiast over hem sprak. Hij bleef na het uiteenvallen van Cooks orkest in Parijs maar wass in 1924 terug in de Verenigde Staten waar hij samen met Clarence Williams en Louis Armstrong en een paar anderen als de Red Onion Jazz babies "Cake Walking Babies" opnam. Ik heb zowel op langspeelplaat als op CD nogal wat van Bechet en zag hem twee keer optreden in het Gebouw voor K&W in  Den Haag, maar het is wonderlijk dat er op YouTube het aantal successen miniem blijft. "When the Saints go marching in" met de langzame intro "Nobody knows the Trouble I've seen"  (met Wild Bill" Davison  op cornet en Art Hodes op piano) op Blue Note is bijvoorbeeld niet te vinden. Ook de nummers van de plaat met de hoek eruit, opgenomen met Bob Wilber voor het Franse label Blue Star ontbreken, maar gelukkig is "Les Oignons" er wel, op 14 october 1949 op de plaat gezet met Claude Luter et son Orchestre, niet verbazend trouwens want na de Tweede Wereldoorlog vestigde Bechet zich in Frankrijk.

20.3.16

Citroën 7

 EENENVEERTIG JAAR "VOORUITGANG"


Renault

De RDW noemt dit een Muna Quatre, zullen wij het maar houden op de naam die fabrikant Renault duidelijk op de bumper heeft gezet: Monaquatre, een viercylinder, in dit geval een YN4 uit 1935.

78 B3

Het label, zo u wilt het etiket, van een achtenzeventigtoerengrammofoonplaat bevat verdraaid weinig informatie, want zie hiernaast: wie zaten er in het Count Basie Quinet en wanneer werd de plaat opgenomen? Pas toen ik op zoek ging naar de "Second New Rhythm Style Series" kwam ik na enige moeite achter de opnamedatum, na eerst op het verkeerde been gezet te zijn vanwege een heruitgave in 1942. "Shoe Shine Swing" en "Lady Be Good" werden op 9 october 1936 opgenomen door Count Basie, piano; Carl "Tatti" Smith, trompet; Lester Young, tenorsax (zijn allereerste opnames!); Walter Page, bas en Jo Jones, drums. Behalve Smith is de rest genoegzaam bekend, Smith geboren in Texas kwam in 1936 naar Kansas City en ging deel uitmaken van de Basieband, samen met drummer Jones leidde hij ook een het gezelschap Jones-Smith, Inc., oorspronkelijk werd de plaat met "Shoe Shine Swing" en "Lady Be Good", vanwege contractuele problemen, onder die naam uitgebracht. In 1937 heeft Smith het Basiegezelschap verlaten en na een oponthoud in Skeets Tolbert's Gentlemen of Swing speelde hij o.a. in de orkesten van Benny Carter en "Hot Lips" Page. om na de Tweede Wereldoorlog naar Zuid-Amerika te verhuizen, waarna elk spoor van hem ontbreekt.

19.3.16

Rosengart

Altijd lastig wanneer de Rijksdienst voor het Wegverkeer andere gegevens ophoest dan mijn boeken, want volgens de de RDW is deze Rosengart een LR4 uit 1928, maar mijn boeken vertellen dat de LR (Lucien Rosengart) 4 pas in 1931 werd geïntroduceerd. Hoe het ook zij het autootje is duidelijk een Franse versie van de Austin 7, die in Duitsland als Dixi (en later als BMW)  in licentie werd vervaardigd, er waren zelfs Japanse en Amerikaanse versies.

78 B2

Dat Charlie Barnet (1913-1991) de muziek inging was geheel tegen de zin van zijn grootouders, door wie hij werd opgevoed nadat zijn ouders gescheiden waren, toen hij twee jaar oud was. Grootvader was vicepresident van de New York Central Railroad, had duidelijk ander plannen en Charlie werd naar verschillende kostscholen gestuurd om hem op "het rechte pad" te houden. Inmiddels leerde hij wel piano- en saxofoonspelen en spijbelde hij om her en der die kunsten te  vertonen. Op zijn achttiende had hij zijn eigen band, maar het zou nog even duren voordat hij zijn eerste hit had met "Cherokee", een werkje van Ray Noble, gearrangeerd door Billy May, een man die begin jaren vijftig een band leidde met "huilende" saxofoons. Een ander befaamd werkje was "Skyliner", dat in 1944 in Hollywood werd opgenomen met o.a. Dodo Marmorosa aan de piano en Barney Kessel op gitaar. Dat was jaren nadat Barnet als één van de eersten zijn band integreerde, want ook Roy Eldridge en Oscar Pettiford speelden ooit in Barnets orkest. Op mijn  achtenzeventigtoerenplaat met opnames uit 1949 staan "Over the rainbow" met trompettist Ray Wetzel als solist en "Pan Americana" waarin Barnet op tenorsax  soleert en Carlos Vidal (oorspronkelijk uit Machito and his Afro-Cuban Boys) de congas speelt.

18.3.16

PvdA

binnen tien jaar geen benzineauto's meer

Citroën 6

Opnieuw een Citroën Traction Avant uit 1938, maar dit is een 11BL, de 11 staat voor de fiscale paardenkrachten, de motorinhoud was 1911cc.  In dat jaar werden totaal 36526 BL's gefabriceerd. Naast de voorwielaandrijvers leverde de fabriek nog 1213 achterwielaangedreven  Citroëns, het was het  laatste jaar dat ze werden geleverd. De clignoteurs op de spatborden van de auto op  de foto zijn van later datum en ook de wieldoppen zagen er in 1938 anders uit.

78 B1

Ik moet gaan smokkelen want de nummers die ik van Mildred Bailey en haar Swing Band op de plaat heb ("Id rather listen to your eyes" en "I'd love to take orders from you") , zijn op YouTube niet te vinden. Ik zou haar dus kunnen overslaan en net doen of ik de plaat niet had, maar daarvoor is  Bailey te belangrijk, want zij was eind jaren twintig,  begin jaren dertig, de allereerste bigbandzangeres. Haar meisjesnaam was Mildred Rinker, maar ze behield tijdens haar zangcarrière de naam van haar  eerste echtgenoot, Ted Bailey. Ze was een zus van een van The Rhythm Boys (Bing Crosby, Harry Barris en Al Rinkler), een vocaaltrio dat  optrad met het Paul Whitemanorkest en met dat orkest maakte ook Mildred in 1932 een opname van "Rockin' Chair", waarmee ze haar naam voorgoed vestigde. Daarna had ze, samen met haar  derde echtgenoot vibrafonist Red Norvo, haar Swing Band, maar ze maakte later ook opnamen met het orkest van Benny Goodman en met The Delta Rhythm Boys, een vocaalkwartet dat uiteindelijk meer dan vijftig jaar zou bestaan. Mildred stierf op 44-jarige leeftijd in 1951.

Eten & Drinken

Binnenkort kunt u niet alleen kiezen welk vorkje u gaat prikken: een Argentijns, een Italiaans of een Grieks, maar ook door welk personeel u uw etenswaar wilt zien  worden aangereikt. Daar hebben we bijvoorbeeld "Brownies & Downies",  het eerste slaat op  Amerikaans gebak. het  tweede op het syndroom van Down. Het personeel in dit café is geestelijk gehandicapt, nu heb ik  daar geen enkele moeite mee, maar waarom dat in de naam van de gelegenheid moet worden vermeld is mij niet duidelijk. Zo'n naam opent wel ongekende mogelijkheden: een tweesterrenrestaurant met de naam "Dwaeserije", het eetcafé "In de Lorum" en de bistro "Crème Dement", waar vergetende bejaarden de spijzen aandragen. Op een aantal grote stations komt "Debielzen",  een keten van snackshops en de nachtclub "IQ75" gaat floreren in Schin op Geul. Wie vervolgens onze oostgrens oversteekt kan terecht bij Currybude "Imbisseal" in Aken.
Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold

17.3.16

Fans


78 A6&7

Meer Armstrong op een tweetal achtenzeventigtoerenplaten, maar net als zijn veel latere activiteiten: het  opnemen van hitjes als Hello Dolly", eigenlijk beneden zijn waardigheid. "Confessin'", met Lionel Hampton op drums, voldoet helemaal aan de smaak van dat ogenblik:  de hawaiigitaar heeft recent zijn intrede  in de populaire Amerikaanse muziek gedaan en dus is hij bij de opname van 19 augustus 1930 in Los  Angeles prominent aanwezig. Aan de andere kant van de plaat staat "Song of the Islands", de gister al genoemde Pops Foster, Paul Barbarin en Luis Russell doen mee, naast clarinettist Albert Nicholas, trompettist Henry "Red" Allen en trombonist J.C.  Higginbotham, die een solo voor zijn rekening neemt. Wie op het idee gekomen is om de opname op te leuken met drie violisten blijft een raadsel. Op de andere plaat staan  twee nummers die in het jazzrepertoire wat steviger verankerd zijn: "Body and Soul" opnieuw met Hampton op drums en "You can depend on me" met o.a. John Lindsay (die trouwens ook trombone speelde) op bas en Tubby Hall (een broer van de bekendere drummer Minor Hall) op drums.

Citroën 5

In de leggers van de RDW staat deze auto vermeld als Citroën Traxian Avant 7c, waaruit blijkt dat ook dat vaderlandse instituut niet onfeilbaar is, want een voorwielaangedreven auto heet Traction Avant. In 1934 kwam de eerste voorwielaangedreven Citroën op de markt: een revolutionnair ontwerp. De eerste 7c's dateren van 1935,  ze hadden een motor met een inhoud van 1628cc. De foto is van een 38'er  met de zogenaamde "roues Pilote", die dat jaar werden geïntroduceerd. Totale productie van 7c's in 1938 6153 exemplaren als berline (sedan), daar bovenop komen dan nog 71 cabriolets en 21 coupé's.

16.3.16

Animal Farm


78 A5

Terug bij  Louis Armstrong met opnames uit 1936 van een groot orkest, waarvan ik niet alle musici ga opnoemen, maar Pops Foster is de  bassist, Paul Barbarin de drummer, Jimmy Archey een van de trombonisten en Luis Russell de pianist. Anders dan in de jaren twintig speelt Armstrong in plaats van cornet nu trompet en zingt hij, zowel in "I hope Gabriel likes my music" als in "Shoe Shine Boy". Pops (eigenlijk  George Murphy) Foster, geboren op een plantage ten noorden van New Orleans, studeerde oorspronkelijk cello, voor hij oa. met King Oliver, Freddie Keppard en Kid Ory werkte, van 1935 tot 1940 is hij de vaste bassist van de Armstrongband. Ook Paul Barbarin komt uit New Orleans en hij tourt tussen 1935 en 1939 met Louis Armstrong. Jimmy Archey had o.a. in het orkest van King Oliver gespeeld voordat hij in de band van Luis Russell ging spelen. Luis Russel, geboren in Panama, leidde zijn eigen orkest dat in 1935 werd overgenomen door Louis Armstrong. Solisten in "I hope Gabriel likes my music" zijn behalve Armstrong tenorsaxofonist Greely Walton, Jimmy Archey en Luis Russell.

Citroën 4

De opvolger van de C4 was de "10". Tien omdat dat het aantal fiscale PK's waren. De motor bleef identiek: 1767cc, maar was anders opgehangen en voor de eerste keer zien we de woorden "moteur flottant" onder het zwaantje voor de double chevrons. Er zijn drie versnellingen, waarvan de twee en drie gesynchroniseerd zijn. De "10" was leverbaar met vijftien verschillende carrosserieën, maar wie dan nog geen keuze kon maken kon buitenshuis terecht en bijvoorbeeld bij het carrosseriebedrijf Manessius.