Krekt mijn oudste beppezegger aan de tillefoon, of beppe tussen vijf voor achten en acht uur het licht wel uit wil doen? Ik dalijks vragen waarom dan wel, lieve, komen er bommenwerpers over? Moet ik de vensters verduisterjen? Nee, beppe, zei hij, het gaat om het miljeu, daarom moeten de lampen uit, ons meester heeft het ons gevraagd en dan doen we allegaar iets om de aarde te bewaren. O, zei ik, en jelui meester was vandaag op de fiets en niet met de luukse wagen naar school toe? Dat wist mijn beppezegger niet. Zulkzowat, zei ik. Ja, maar doet beppe ook mee, zangerde hij verder. Beppe zal erover nadenken, zei ik. Maar intussen gaat onze aarde naar de bliksem, beppe. Als beppe de schemerlamp branden laat en moet het theestoofje ook uit?, vroeg ik. Dat wist mijn beppezegger niet. Het zijn ook hampelmannen, die onderwijzers van tegenwoordig, in stee zo’n jonkje deugdelijk voor te lichten, zeggen ze niet of het theestoofje aan mag blijven. Zal ik meester even schellen en het hem vragen beppe? Nee, doe dat maar niet lieve, als beppe daarom denkt, zal beppe het theestoofje uit doen.
Vrouw Ymkje Sinnema - Meidertsma, Rotsterhaule
