21.2.07

Verzamelen 3

Hoe zat het met de rest van de muziek in huize Bloemendaal? Geluisterd naar populaire muziek (ik weet niet eens hoe die toen genoemd werd) werd er wel, maar platen met dergelijke klanken werden niet aangeschaft. Mijn vader bezigde het motto: waarom geld uitgeven aan iets dat je twee weken later al kan weggooien. Ik wist dus wel wie Max van Praag, Jan Gorissen en Jan Corduwener waren, maar verder dan betaald te worden uit het luistergeld, zijn ze in Goudsbloemstraat 19 in Leeuwarden nooit gekomen. Mijn vader overleed, we woonden toen al negen jaar in Den Haag, plotseling eind 1962, maar dat betekende niet dat zijn principes betreffende het kopen van populaire muziek door mij overboord werden gezet: muziek waaraan je geld uitgaf, moest boven alles duurzaam zijn: “klassieke” muziek, jazz, folklore voldeden aan dat criterium. Het was dan ook met enige schroom dat ik in 1964 in een voor mijn volslagen onbekende platenzaak aan de Stationsweg in Den Haag, vlakbij het eindpunt van de tramlijnen 8 en 9, met veel schroom twee singletjes kocht . Het ene van The Beatles, het andere van The Dave Clark Five. (http://www.youtube.com/watch?v=Mb4I-FtEAXE) Ik voelde mij een verrader. Dat gevoel veranderde langzaam, vooral nadat ik Dylan ontdekt had.