7.1.11

Potifar 20

"Neander wil neu-neu-neu-neukertjes doen", klonk het overluid.
Genant. De Grote Boentoet vroeg zich af wie Neander Thahlmann uitgenodigd had, keek de tafels rond en vroeg Pinus: "Enig idee hoe die man hier is binnengekomen?"
"Iedere gast is door u persoonlijk benaderd, Grote Boentoet."
"Weet je dat heel zeker, Pinus?"
"Nou en of, Grote Boentoet, u bent de grote leider, zonder u zijn we niets, nietige stofjes gewaaid door de wind, waterdruppels weggevaagd door een ruitenwisser op de voorruit van een BMW, scheten die niet waard zijn opgesnoven te worden, vlooien in de pels van een labradoodle, mottengaatjes in de boerka van zo'n verdoemde moslima, ongescheten stront van een ..."
"Ja, het is al goed, draag Potifar op die man samen met Katskelia, die weer eens volledig gefaald heeft, het restaurant uit te werken. Laat Potifar een taxi bellen.
Potifar liep met de smoor in, want er was nu gerede kans dat hij het hoofdgerecht, wildzwijn met vlierbessenbavarois, zou missen, naar de keuken en vroeg om een telefoonboek.
Maar in de wijde omgeving bleek geen taxi te krijgen.