
Katskelia vroeg of ze zijn papiertje mocht vasthouden en ze begon zachtjes een melodie op zijn tekst uit te proberen. "Het moet een marsje worden", zei ze, "een vrolijk meezingbaar marsje."
"Maar alsjeblieft geen blaasorkest", zei Potifar, die bang werd dat de Grote Boentoet dan ontdekken zou dat de lofzang op hem oorspronkelijk een Marschlied van de NSB geweest was en de Grote Boentoet kon de vergelijking met die partij niet uitstaan.
"Wel nee man, een leuke accordeon met een koortje van ongesubsidieerde zangers.""Dat is een verrekt goed idee", zei Potifar, "maar misschien is het juist aardig om gesubsidieerde zangers te nemen en dan na de opname hun subsidie af te pakken. We hebben dan immers bewijs in handen dat kunstsubsidies helemaal niet nodig zijn!"
"Dat van die subsidie moeten we breed uitmeten en het Halbe Zijlstra melden, dat zal hij reuzeleuk vinden. Jammer dat Herman van Veen niet gesubsidieerd wordt, anders zou hij voor straf het koor kunnen aanvoeren. Als we snel genoeg zijn, kunnen we er een carnavalskraker van maken. Dat moet met het enorme succes van de Grote Boentoet in Brabant en Limburg toch lukken."