Ze misten de trein naar Amersfoort net. Neander wilde terug naar de bus om de chauffeur de huid vol te schelden, maar Katskelia weerhield hem daar van door zich hardop af te vragen of Von Schlummpfer dat gedaan zou hebben, Von Schlummpfer had toch immers sowieso niets met openbaar vervoer gehad. Neander grijnsde even en pakte het gratis krantje "Polis" van een stapel. Katskelia en Potifar volgden zijn voorbeeld. Twee berichten trokken Potifars aandacht: fractiegenoot en voormalig politieman Kapör Melis had in Friesland een andere politieman, Lolle Gronder, als lijsttrekker voor de Provinciale Staten naar voren geschoven en de partij bleef van mening dat het Afghaanse meisje Sahar diende op te donderen naar eigen land. Gronder bleek in 2001 een geboeide arrestant de hebben mishandeld. Nou en? dacht Potifar. Als je aan één beroepsgroep een gezond oordeel over kon laten dan was het wel aan de politie. Dat was in de oorlog wel bewezen, de politie had toch maar mooi meegezorgd dat het aantal Nederlandse rotjoden teruggebracht was tot een overzichtelijk aantal, waarom zou de politie nu niet kunnen zorgen voor het verwijderen van de rotmoslims. Daar kwam nog bij dat Gronder en Sahar allebei in Friesland woonden: moslims de wereld uit, te beginnen met Sahar.