Eindelijk een duidelijke uitleg bij een uitzonderlijk en in onbruik geraakt instrument: de ophicleide. In Parijs ga ik altijd even langs bij de antieke instrumentenhandel van Bissonet in de Rue du Pas de la Mule, nee ik ga niet naar binnen, maar ik vergaap me voor de etalage aan al het fraais: een oude draailier, een monochord, een concertina en een keur van blaasinstrumenten, waaronder de ophicleide. David Guerrier speelt Airs variés pour ophycléide et piano van Hyacinthe Klosé. Waarom ben ik zo geinteresseerd in dat instrument? Omdat het anders dan de saxofoon in feite bijna volledig verdwenen is. Toch heeft het een schitterende klank en had het oorspronkelijk net zo'n uitgebreide familie als de saxofoon, met bijvoorbeeld een alt, tenor, bariton en bas. De uitvinder van de saxofoon, Adolphe Sax was waarschijnlijk net iets handiger dan de uitvinder van de ophicleide, hij liet meteen speciale composities schrijven en belangrijker de sax werd ogenblikkelijk vergeleken met de menselijke stem. De ophicleide klonk misschien net iets te veel als een hoorn. Maar in deze Fantasie van Hummel, uitgevoerd door Patrick Wibart, klinkt de basophicleide fantastisch.