17.9.13

Forts 10

Inmiddels was rond de deuropening naar de grote zaal van het theater een enorm slagveld ontstaan. Het was opvallend dat met name de dames zich niet onbetuigd lieten door schoppen, slaan en bijten. Ene Geertruida von Grepsch - haar voorouders van oude Duitse landadel, waren rond 1840 in Nijmegen beland van waaruit ze zich over geheel Nederland hadden verspreid -  kauwde moeizaam het linkeroor van Ronalda Plasterk weg, waarna ze een fikse boer liet. Boekweit Kassiers trombone was volslagen in het ongerede geraakt, de schuif van het instrument was in een hoek van 90º verbogen. Jantien van Ruusbroecs piccolo stak in de gulp van Hommert Stuitje die volslagen verdwaasd een gedateerd kinderliedje mompelde: "Epompee, poedenee, poedenaske, epompee, epompa". "Hier steek dat in je zak, pompeeër" krijste Tipitina Kruiden - Bitter, terwijl ze de piccolo verder in het kruis van Hommert Stuitje dreef. Forts had intussen het podium bereikt, waar harpiste Frederika Teeven juist maatregelen nam om haar harp in te pakken en weg te wezen. Forts keek voor de eerste keer om, overzag de chaos en riep: "Doorspelen Fredrika, juist nu doorspelen!"