14.6.14

WIJ

 Hedenochtend vroeg liep ik in de lokale supermarkt de zesennegentigjarige Henrik-Jan Baaijema, net als ik afkomstig uit de Drentse hoofdstad, tegen het lijf, die me van verre al toebrulde: "Wij hebben het gedaan!" waarbij hij een blik in de ogen had alsof hij hoogstpersoonlijk hare majesteit de koningin had bewangerd, dat bleek echter niet het geval, Baaijema sprak over het succes van het Nederlands elftal dat gisteravond op een vrijgemaakte plek in een Braziliaans regenwoud het Spaanse nationale elftal schijnt te hebben ingemaakt, terwijl als ik het goed heb in ons volkslied de koning van dat land eeuwige trouw is bezworen; ik informeerde onmiddellijk bij Baaijema in hoeverre hij persoonlijk - hij gebruikte immers de eerste persoon meervoud -  had bijgedragen aan de overwinning op de Spanjolen, dat bleek zelfs in percentages achter de komma niet uit te drukken, vervolgens heb ik Baaijema ernstig onderhouden over het misbruik van het woordje wij, dat Nederlanders immers toch reeds in de mond bestorven ligt, vooral als het over het verzet tegen de bezetters tussen 1940 en 1945 gaat.

Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold.