Hij noemt zich Willemdeschaker en omdat hij dat pseudoniem boven zijn echte naam prefereert noem ik hem ook zo. Willemdeschaker is vrachtwagenchauffeur en luistert naar Beethoven en Ries als hij onderweg is, maar zo kende ik in mijn Trucktijd nog wel een paar, het is echt niet allemaal jankende steelgitaren wat in de cabines de klok slaat. Wat uiterst uitzonderlijk is, is dat Willem een blog onderhoudt, want neem van mij aan: het overgrote deel van de vrachtwagenchauffeurs is geen schrijver. Laat ik een stukje dat hij vorige week schreef citeren:
Maandag, 5 juni, de eerste dag; nee nee, ik vergis me niet: het werd de week van, onder meer, Uzi Narkiss en Motke Hod, twee aluf's die voortvarend met hun manschappen de verdediging van hun land op zich namen, zes dagen lang en bijgestaan door nog een derde, de bijna aan de vergetelheid ten onder gegane, Israël Tal; alle drie geboren, geleefd, gestreden en ten slotte, in de afgelopen tien jaar, gestorven.
Vroeg
laden in de Moerdijk, nagenoeg volle bak, en daarna, nog voor acht uur,
op weg, rechtstreeks de ochtenddrukte; eerst via de oud-hollandse steden
Klundert en Zevenbergen die met Willemstad pas jaren nà de
Elisabethvloed van 1450 bij Brabant werden gevoegd, de oude baan op naar
Made, de weg waarbij je langs het oude chauffeurskoffiehuis te
Langeweg komt; het regende en terwijl de ruitenwissers over de voorruit
waaierden kwamen wat oude herinneringen boven; toen, daarbinnen, jaren
terug, de confrontatie met de zachte g, het toen voor mij onverstaanbare
brabants van de witbeoverhemde kastelein.
Trouwens; ook in 1944
viel 5 juni op een maandag: vanaf 1 maart liepen de twee jaren
parallel; de andere, 1967 die na afloop, met een toespeling op de zes
scheppingsdagen, door Moshe Dayan Zesdaagse Oorlog werd genoemd, de
oorlog waar het kleine land, na al de verschrikkingen na de Tweede
Wereldoorlog, het opnam tegen al zijn buurlanden, maar stand hield, meer
dan dat; grote gebieden - die overigens reeds in een eerder stadium aan
het land waren toegezegd - op de aanvallers veroverden; in zes dagen, met
zes Aluf's, majoors, de vier hiervoren genoemden en de later lafhartig
vermoorde Yitzak Rabin en Ariël Sharon.
Nog een restje file, Waalwijk, 's-Hertogenbosch en tussen de buien door stak ik bij Eind- een
Beethoven-cd in het afspeelsysteem en of het door de muziek kwam, weet
ik niet, maar al spoedig braken de wolken, hield de regen op, liet de
zon zich zien en spoedig genoot ik van het intens groene landschap om
mij heen; Maastricht en Luik. Daarna zwalkte ik verder de Ardennen door,
langs Jalhay en Spa en voor een eenvoudige middaglunch pauzeerde ik net
over de grens in het Luxemburgse Wemperhard.
Vijf juni's zijn
toch al aardig gedenkwaardig al vallen ze doorgaans niet op maandag; een
groepje jongelui werd destijds op de vijfde binnengehaald, zoals vandaag
een ander groepje teveelverdieners naar Brazilië vertrok: per vliegtuig
en dat groepje, een stel van vier, werden precies 50 jaar terug onder
begeleiding van hysterisch geschreeuw en gekrijs Nederland
binnengelaten, vier, waarvan er twee reeds zijn heengegaan; u wist het
al: The Beatles en ze zouden als groep een zes jaar stand houden.
In
de middag door Diekirch, langs de Sûre dat later, toen ik vanaf
Echternach aan de Duitse zijde reed, Sauer werd en even later klom ik,
voordat de Sauer de Mosel bereikt, met een ferme klim het dal uit, Trier
tegemoet, dus aan de andere kant weer zakken, dan langs de Moezel en
even buiten Trier, te Longuich, haalde ik een palletje op dat ik met
veel propwerk de kar in kreeg gewurmd.
Ze vertrokken, gingen
scheep al in de late avond: maandagavond de vijfde juni, de schepen voor
de operatie Overlord. Jonge kerels, sommige niet eens twintig, door de
nevelige en maanloze nacht. De volgende dag zouden ze het leven laten,
de zon in de avond van de zesde niet meer onder zien gaan: duizenden,
getroffen door granaten, spervuur, mijnen, ver van huis, op de
Normandische kusten; het meest gruwelijk daar waar de Omaha strijd
leverde; er werd daar zelfs tot terugtrekken overwogen; jonge Amerikanen
vielen; soms twee, drie uit één gezin.
Onverstoord reed ik
verder, nam de oude weg naar Hermiskeil en denderde verder, richting
Saarbrücken, tot aan Friedrichsthal om er straks, in de vroegte van de
zesde, te lossen. In de avond fietste ik nog wat in de heuvelachtige
omgeving rond, zes, misschien acht kilometer met toch wel een paar
korte, maar pittige klimmetjes waar ik al hijgend boven kwam; de zon
scheen overdadig en de temperatuur liep op tot over de twintig graden.
Genieten kon ik, kón ik in het thans "vrije" Duitsland; merkwaardige
loop der geschiedenis; het ondergaan van het Derde Rijk, de terugkeer
van het Oude Volk naar het land waar ze al spoedig hun Zesdaagse
voerden; dankzij die jonge kerels die vielen op gindse stranden. Jongens
die nooit trouwden, nooit lang mochten leven.