31.8.14

Ziss

 Adler Limousine 1905
 Adler Limousine 1905 overgeschilderd
 N.A.G. Phaeton 1904
 N.A.G. Phaeton 1904  overgeschilderd
Was J.M.K. de firma die de RAMI-modelletjes maakte - waarvan de grote voorbeelden in het Henri Malartremuseum in Rochetaillée-sur-Saône stonden -  al in 1958 actief, het Duitse bedrijf Ziss volgde later, in de jaren zestig en maakte niet alleen modellen van, zeg maar, pionierwagens. Ziss Modelle was niet de naam waaronder de firma startte, de eerste autootjes verschenen als RW-Modelle. Het bedrijf was anders dan J.M.K.  en DUGU ook niet gekoppeld aan een museum, dus waar de grote voorbeelden staan, weet ik niet. De Ziss-autootjes lijken qua materiaalkeuze en uiterlijk op de RAMI's, ze zijn bijvoorbeeld in "harde" kleuren geschilderd en een enkele keer lijkt de buitenkant van een deur, door de kleurkeuze, met leer bekleed. Toch is de basis goed en gaat het niet zoals vandaag de dag om het zoveelste Ferrari- of Bugattimodel. Ik heb ze overgeschilderd, zowel de hierafgebeelde N.A.G. als de Adler. Laatstgenoemde was een bekende fietsenfabriek, die vanaf 1900 auto's bouwde, een paar jaar later Edmund Rumpler aantrok en de eerste Duitse fabriek was die motor en versnellingsbak als een geheel bouwde. N.A.G. (Neue Automobil Gesellschaft) was een onderdeel van A.E.G. in Berlijn, het bedrijf had de kans (volgens Hans-Heinrich von Fersen in"Autos in Deutschland 1885-1920) tot één van de machtigste automobielconcernen in Duitsland uit te groeien, dat dat niet gebeurde vindt zijn oorzaak in de jaren twintig, toen het bedrijf een aantal noodlijdende autofabrieken opkocht en ervan een strikte modellenpolitiek geen sprake was. In 1934 was het gedaan met de personenwagenproductie.

30.8.14

Renault 7

Eind 1905 verscheen ook de tweecylinder taxi, de fameuze "deux pattes", door een onbenul in het door Pierre Tisné uitgegeven boek "1898 Reanult 1965" in het Nederlands vertaald met "tweetakten".
Er werden alleen al in Parijs 1500 exemplaren besteld, uitgerust met een nieuw apparaat dat afstand en ritprijs berekende, de taximeter. Maar hun faam en hun erenaam onstond pas in 1914 toen het Franse leger de wagens rekwireerde om soldaten naar het front aan de Marne te brengen: de "taxi de la Marne". Het is dan ook geen wonder dat de auto door diverse firma's in miniatuur is gefabriceerd, hier onder staat een drietal.
 Minialuxe
 Safir
Rio

29.8.14

Frans 8

Eerst even duidelijk maken waar de volgende muziek vandaan komt. Uit Franche-Comté, dat is een stukje zuidelijker dan de Vogezen, maar desalniettemin is er een instrument doorgedrongen dat "epinette des Vosges" heet, een soort dulcimer, een zusje van onze hommel, alhoewel ik me ervan bewust ben dat de laatste toevoeging voor de meeste mensen niets zegt, omdat de zij denken dat ik het over een insect heb in plaats van over een instrument. Jawel, de niet te missen draailier, in het Frans veille à roue, is opnieuw aanwezig. Op de foto verschillende vormen van de epinette des Vosges, het instrument wordt het eerst in het begin van de 18e eeuw vermeld.

Renault 6

In 1905 heeft een Renault één radiateur in plaats van twee en die zit achter de motor voor het schutbord, een kenmerk dat de fabriek meer dan twintig jaar zal handhaven. De afgebeelde auto is een Type X uit 1907. Type X werd in december 1904 geïntroduceerd en zou tot 1908 in productie blijven. De wagen had een viercylindermotor met een inhoud van 3050cc.

28.8.14

Brief


26.8.14

Knuffel

U hebt u, net als ik de, afgelopen weken wellicht afgevraagd waar de vaderlandse knuffel - en dan bedoel ik het zelfstandig naamwoord en niet het werkwoord - zijn oorsprong vindt. Die oorsprong blijkt terug te voeren tot een met de hand geschreven manuscript van dr. Hermanus Krotermans (1904-1999), die een middeleeuwse Duitse oproep ter kruistocht te gaan van Heinrich Ritter de la Prune zu Pflaumenburg uit Paderborn in  1993 onderzocht en vervolgens in het Nederlands vertaalde. In die oproep uit 1043 is sprake van "pruegeln mit dem Knueppel zum Thode die unglaubige Bestien im Heiligen Lande". Krotermans manuscript werd door diens dochter drs. Agatha Berkeboom - Krotermans verzorgd, door haar van een inleiding voorzien en na haar vaders dood in 2001 uitgegeven door Uitgeverij "In den Zondeval" te Gorinchem. Omdat Krotermans geschreven p sterk leek op een f, werd bovenstaande Duitse regel foutief gelezen als "de ongelovige beesten dienen in het Heilige Land te worden doodgeknuffeld". Doodknuppelen uit Krotermans manuscript veranderde in de gedrukte versie in doodknuffelen. Agatha's echtgenoot Bastiaan Berkeboom, directeur van een speelgoedfirma te Spekholzerheide, zag vrijwel ogenblikkelijke commerciële mogelijkheden in de combinatie beesten, dood en knuffelen en bestelde 1000 pluche pandaberen in China, waarvan hij een vijftal na na een tragische botsing tussen een scooter een fietser te Kerkrade op de plaats van het dodelijke ongeval  als memento mori deponeerde. Binnen de kortst mogelijke keren was hij, door steeds opnieuw pluche pandaberen op ongevalplaatsen achter te laten, door zijn voorraad heen, hij bestelde in China vervolgens behalve pandaberen eveneens pluche schildpadden, foxterriers, olifanten en andere dieren. De vraag naar deze pluche speelgoeddieren, die Berkeboom onder de naam knuffel in de handel bracht en brengt is inmiddels uitgegroeid tot een miljoenenbedrijf, want iedere goede vaderlandse ingezetene wenst zijn dierbaren en niet alleen zijn dierbaren te herdenken met tenminste één pluche dier op het graf.

Jan-Frans Stummelaar, taalkundige, Kampen.

Nederlands nieuwste crematiehit

Plant  some knuffels by my graveside
Just a little bunch of them
Makes no difference what they are dear
Since your hand has planted them
op deze melodie.

24.8.14

Frans 7

Saint-Sornin-Lavolps is een klein dorp in Limousin en toch heeft het met zijn ongeveer 900 inwoners een folkloristische muziekgroep met natuurlijk de niet te missen draailier. Het beeld is niet best, maar met de muziek is niets mis.

Renault 5

Alhoewel de doorgang in de steden geneutraliseerd is, wordt de door de Automobile Club de France georganiseerde race Paris-Madrid op 24 mei 1903 een fiasco. Vanaf october 1902 kan worden ingeschreven, er komen 314 aanmeldingen, 39 melden zich weer af en 54 verschijnen om een of ander reden niet aan de start. Louis Renault loot nummer 3, broer Marcel nummer 63. De start vindt om kwart voor vier 's ochtends plaats in Versailles, de eerste die vertrekt is Charles Jarrott in een De Dietrich, gevolgd door De Knyff in een Panhard en Louis Renault. Er is veel volk op de been om de alle wagens te zien vetrtrekken, volgens sommige berichten zijn er zo'n 100.000 toeschouwers. Ook langs de stoffige wegen, het heeft dagenlang niet geregend, staan veel mensen. De Knyff haalt al spoedig Jarrrott in, maar breekt een nokkenas, waarna Louis Renault het gevecht om de leiding met Jarrott aangaat. Inmiddels zijn een aantal deelnemers uit de race door slippartijen, mechanische en andere problemen, wonderlijk genoeg raakt niemand gewond. Dat verandert: vlakbij Chartres vindt een vrouw na een aanrijding de dood,  mécanicien Nixon van Leslie Porter in een Wolseley verbrandt levend als laatstgenoemde een gesloten spoorwegovergang tracht te vermijden door in een pas geploegd veld te rijden, waardoor de auto omslaat en in brand vliegt. Zestig kilometer voor Tours is de situatie in de race als volgt: 1. Louis Renault, 2. Charles Jarrott, 3. Paul Baras in een Darracq, 4. Léon Théry in een Decauville, 5. Marcel Renault, 6. mevrouw (!) Du Gaste in een De Dietrich. Vlakbij het plaatsje Couhé-Vérac slaat het noodlot toe: Léon Théry en Marcel Renault rijden naast elkaar, wanneer er ter waarschuwing voor gevaar met een gele vlag wordt gezwaaid, Marcel ziet de vlag niet, mist de bocht en eindigt met de neus van de auto in tegengestelde richting tegen een boom, hij sterft later. Een andere deelnemer Tourand, in een Brouhot, rijdt in Angoulême het publiek in: resultaat een soldaat, een toeschouwer, een kind en zijn mécanicien Normand dood.  Daar blijft het niet bij meer coureurs, mécaniciens en toeschouwers raken ernstig gewond en verliezen het leven. Pas in Bordeaux hoort Louis van Marcels ongeval, hij beluit ogenblikkelijk naar Couhé-Vérac terug te keren en trekt alle deelnemende Renaults uit de race terug. In Parijs dringen langzamerhand de berichten over het debacle door en de Franse regering besluit voortgang van de race te verbieden, de Spaanse regering volgt. De auto's mogen in Bordeaux zelfs niet meer op eigen kracht rijden, maar worden door paarden naar het station getrokken, waarna ze op een trein worden geladen om naar Parijs te worden vervoerd.

23.8.14

Renault 4

Het waren de dagen van de grote races van stad naar stad, eerst in Frankrijk en daarna ook daar buiten. In 1902 stond Parijs-Wenen op het programma. Er werden data vastgesteld: 26, 27, 28 en 29 juli en ook de af te leggen trajecten, maar er bleek een probleem: Zwitserland stond geen autoracepartijen toe op de openbare weg. De oplossing was de wedstrijd in Zwitserland te neutraliseren. Op 26 juli moest de afstand Parijs-Belfort worden gereden (zo'n 375 km), Belfort-Bregenz op 27 juli was geneutraliseerd, 28 juli moest van Bregenz naar Salzburg worden gereden (320 km) en op de laatse dag moest de afstand Salzburg Wenen worden afgelegd (ongeveer 300 km). Op de start in het Bois de Vincennes waren zo'n 10.000 toeschouwers afgekomen. Niet alle auto's reden op benzine, de Franse minister van landbouw Jean Dupuy wilde Frankrijk onafhankelijker maken van de import van benzine en zag kans alcohol gemaakt uit suikerbieten, waaraan een overschot was, te promoten. Chevalier de Knyff reed op een 70PK Panhard met alcohol in de tank en was het eerst in Belfort, gevolgd door vijf andere Panhards.
 De winnende Renault met racenummer 147
Louis Renault ging uit van een heel ander concept dan de meeste deelnemers, die bijna allemaal zware wagens reden met grote motoren, zijn auto's waren een stuk kleiner en lichter. Dat wil niet zeggen dat zij geen pech konden krijgen, Louis miste na Insbruck een gesloten spoorwegovergang en reed zowel tegen de eerste als de tweede slagboom. Met behulp van een lokale smid en Louis' meerijdende mécanicien François Szisz (die later zelf een glansrijke coureurscarrière had) werd de  verbogen vooras gerepareerd, de olie in het carter werd met zaagmeel dikker gemaakt om weglopen te voorkomen en nadat Louis door de Mors van Baron de Caters was aangereden, omdat diens remmen faalden, moesten spaken in een achterwiel met delen van een stoel worden hersteld, tenslotte ging de radiateur lekken zodat Szisz die moest dichthouden. Met Marcel Renault op een identieke wagen ging het voorspoedig, hij won de race en verraste het welkomstcomité in Wenen, hij arriveerde  namelijk twee uur voordat de winnaar verwacht werd, de verrassing was dusdanig - omdat men een Duitse overwinning verondersteld had - dat het orkest aan de eindstreep razendsnel de partituur van de Marseillaise moest opzoeken. Louis werd ondanks alle pech toch nog dertiende.

Frans 6

Voor onze dagelijkse portie regionale muziek uit  Frankrijk gaan we deze zaterdag naar de Provence, naar het gezelschap Escapado. Jazeker, er is opnieuw een draailier, maar er is ook iemand die tegelijkertijd - en dat is bijzonder, maar niet voor de Provence -  een trommel en een fluitje bespeelt. Let vooral ook op de accordeoniste, die een doedelzak op haar rug meedraagt, maar uiteindelijk er toch op speelt.  De enige vreemde eend in de bijt is de banjo, want gitaren en violen kwamen we eerder tegen.

22.8.14

Agent

Wij, ik bedoel u en ik, moeten ons even bezig houden met een agent, een Haagse agent,  een Arabisch sprekende Haagse agent, die volgens diverse media aanwezig was bij de  demonstraties in de Schilderswijk, maar geen reden zag tot ingrijpen toen het zwartbevlagde Isisminnendevolkje antisemitische leuzen aanhief als "Dood aan de Joden', "Vuile Joden"en Joden moeten terug naar het riool waar ze uit zijn gekomen" (voor dit soort kreten hoef je overigens geen Arabisch te kennen, wel voor "Khaybar, Khaybar ya yahud, jaish Muhammad sayud", een verwijzing naar de massamoord op Joden bij Medina en daarna gebruikt bij de oproep tot pogroms), die agent, die Haagse agent, die Arabisch sprekende Haagse agent is die inmiddels ontslagen of loop ik de kans wanneer ik als voetganger in Den Haag bij rood oversteek door hem bekeurd te worden?
Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold.
 
 

Dak

Driemaal een dak boven je hoofd in een Franse auto, zo'n 115 jaar geleden. Van onder naar boven een Panhard-Levassor, een Renault en een De Dion-Bouton.




Renault 3

Zat de radiateur bij de eerste Renaults voor de vooras onder de auto, bij deze Renault uit 1900 zitten de radiateurs, het zijn er twee, aan  elke kant van de motorkap één, op een veiliger plaats, al werd de motor slechter bereikbaar. Veel Franse auto's hadden aan het begin van de vorige eeuw de radiateurs
naast de motorkap, klaarblijkelijk zocht men nog naar een definitieve plaats, Renault vond die tenslotte achter de motor en bouwde tot ongeveer 1930 alleen maar auto's met de kenmerkende gestroomlijnde neus, oneerbiedig "kolenkit" genoemd.

Frans 5

De doedelzak opereert onder verschilende namen in het Frankrijk. We zagen en hoorden gister de Bretonse, de biniou, in een bagad, op exact dezelfde manier gespeeld als de Schotse bagpipes,er wordt een zak met lucht volgeblazen die met de arm wordt leeggedrukt, in Auvergne vinden we de cabrette, het broertje van de Ierse doedelzak, de uilleann pipes, waarbij het instrument op schoot wordt gehouden en de lucht met de elleboog in en uit de zak wordt gepompt. Dominique Paris (foto) speelt sinds 1976 cabrette, niet alleen solo, maar ook samen met Anne-Lise Foy (draailier) en Hervé Capel (accordeon) in het DCA Trio. Vermoedelijk is de cabrette niet ontstaan in Auvergne, maar onder Auvergnaten die in de negentiende eeuw naar Parijs waren geëmigreerd en bij terugkeer naar hun geboortegrond het instrument meenamen.   Dit is Dominique Paris met de "Polka à Alfred Mouset", genoemd naar een violist uit Saint-Donat en hier is Dominique samen met Anne-Lise en Hervé in het DCA Trio.

21.8.14

Live

Live groepslessen (voor lijken?)

Renault 2

Wie als eerste op het idee gekomen is om op een auto een gesloten carrosserie van een tweepersoonskoetsje te zetten weet ik niet, maar zowel De Dion-Bouton, als Panhard en Renault leverden rond 1900 zo'n wagen, van stroomlijn was in ieder geval geen enkele sprake,  maar je kon staand instappen, voordat je ging zitten, dat wel. De motor was nog steeds een luchtgekoelde ééncylinder De Dion.

Frans 4

Zegt de naam Rocus van Yperen (1914-1994) u nog iets? Hij was o.a. dirigent van de Koninklijke Militaire Kapel, een orkest dat inmiddels is samengegaan met een ander Nederlands militair orkest, de Johan Willem Friso Kapel, want als bezuinigd wordt op defensie moet je vanzelfsprekend eerst bezuiningen op tuba's en de bespelers daarvan, dan op pantserwagens.  In Frankrijk gaat dat toch net even anders want ik zie voorlopig geen samensmelting van L'Orchestre de la Garde Républicaine en de Bagad de Lann Binoué. Over dat laatste orkest, genoemd naar de basis van de Franse Marineluchtvaartdienst vlakbij Lorient in Bretagne, wil ik het even hebben, want dat is een orkest dat regionale muziek speelt op doedelzakken, bombardes en trommels. De Bretonse doedelzak, de biniou-braz, is een broertje van de Schotse bagpipes, de bombarde is een dubbelrietinstrument met een doordringende klank dat thuishoort in de hobofamilie. De "Marche du Pays de Retz".

20.8.14

Meeuw

Heremetijd Heerema, wat lees ik nou? Meeuwen vergassen of afschieten? Aan welke meeuw heeft de VVD precies de oorlog verklaard? Want er zijn nogal wat soorten.  Misschien is het beter Rudmer Heerema ter afkoeling van zijn krijgsgehuil eerst een maandje te verbannen naar de Rottumerplaat.

Bankjolijt

Ik heb drie bankrekeningen. Eentje bij de RABO-bank en twee bij de ING-bank. Ik weet het, het is wat veel van het "goede". Ik zet goede expres tussen aanhalingstekens, want ik heb mijn twijfels. Met mijn RABO-bank is niets mis, want die stuurde me ruim voordat we IBAN-nummers moesten invullen een nieuw overschrijvingsboekje dat het mogelijk maakte die lange reeks cijfers in te vullen, intussen zat men bij de ING-bank op z'n krent en toen ik vorige week een betaling moest doen  probeerde ik de cijfers op een oud overschrijvingsbiljet te proppen. Dat bleek geheel tegen de zin van Fred Tuininga, directeur klantenservice, die me het biljet terugstuurde met de mededeling dat het betaalmiddel sinds 1 augustus niet meer geaccepteerd werd en dat ik maar even telefonisch contact moet opnemen. Het duurde enige tijd voordat ik het telefoonnummer in zijn briefje ontdekte. Een mevrouw in Leeuwarden, terwijl ik het netnummer van Amsterdam gekozen had, vertelde me dat ik om de betaling te verrichten mij bij mijn  lokale bank moest vervoegen. Dat heb ik zonet gedaan, maar omdat ik bedoelde rekening alleen gebruik voor overschrijvingen, wist ik de pincode niet en kon men niets voor mij uitrichten. Ja, ik kon mij identificeren en ik had de pinpas bij me, maar ik wist het pinnummer niet. Over zes dagen mag ik nieuwe overschrijvingsformulieren verwachten. Omdat ik nu toch eenmaal aan de balie stond informeerde ik of ik één ING-rekening kon opheffen en alles op mijn vaders oorspronkelijk, zeer laag girorekeningnummer kon overschrijven. Dat kon. Werden dan  ook alle automatische betalingen mee overgeheveld. "Nee, dat kan niet, zoiets kan alleen maar als u van bank wisselt, wanneer u bijvoorbeeld van de ING- naar de RABO-bank gaat, daar hebben alle Nederlandse banken onderling een afspraak over gemaakt." Ik zal dus eerst het geld van de ene ING-bankrekening over moeten boeken naar mijn RABO-bankrekening om vervolgens het geld op mijn vaders oude rekening te storten om de automatische overschrijvingen iedere maand te laten plaatsvinden. Als ik de volgende keer naar Groningen ga,  moet ik volgens de ING-bank, eerst naar Maastricht.

Frans 3

marktpein in Arras
Soms is de regio in Frankrijk al lang verdwenen, want wie herinnert zich het graafschap Artois dat zich uitstrekte in het noorden, langs de Belgische grens vanaf Calais tot iets ten oosten van Arras en toch waren er in ieder geval tot 1978 musici die de liederen uit Artois op hun repertoire hadden, sterker ze richten een gezelschap op met het doel hun cultuur in stand te houden. De belangrijkste plaats is Arras ( de Nederlandse naam is Atrecht, er werd in de vijftiende eeuw drie keer een vrede gesloten, waarvan u zich ongetwijfeld ééntje uit de schoolboekjes herinnert. Net als Lille is het zijn Nederlandse naam om de een of andere reden kwijtgeraakt). Het gezelschap "Marie Grauette" voert een lied over die stad uit: "La Fête d'Arras". Behalve een epinette (een soort plankciter), een blokfluit, slaginstrumenten, een accordeon, een viool, een doedelzak en een draailier beschikken de muzikanten over een contrabas.

Renault

Van de drie Franse pioniermerken bouwt alleen Renault nog personenauto's, De Dion Bouton verdween in 1932 en Panhard bouwt sinds 1968 alleen nog militaire voertuigen. Renault begon in 1898 als Renault Frères, want behalve het technich vernuft  Louis waren ook zijn broers Marcel en Fernand bij de firma betrokken. Zoals bij zoveel startende fabrikanten had de eerste Renault een De Dionmotor, een luchtgekoelde ééncylinder, maar dit keer niet op de achteras, maar voorin, met een drieversnellingsbak aan de motor gekoppeld en de aandrijving geschiedde niet met een ketting maar met een cardanas. De auto was een succes want in het eerste half jaar werden zestig wagens door de fabriek in Billancourt afgeleverd.

19.8.14

Frans 2

Ze  dansen 'm in Auvergne: de bourrée en het lijkt verdraaid veel wat ik op een late vrijdagavond meemaakte op het noordelijkste eiland van Shetland, Unst, toen iedereen, jong zowel als oud de vloer opging en zich uitleefde. Zoiets zie ik in ons land niet gauw gebeuren, onze muzikale folklore is aardig in het vergeetboek geraakt. De bourrée wordt gespeeld door Patrick Bouffard, draailier (foto); Raphaël "Raphnin" Maurel,  diatonische accordeon en Rémy Villeneuve, béchonnet doedelzak (een door Joseph Béchonnet rond 1860 ontworpen instrument).

RAMI Renault 1900

 
RAMI Renault 1900, zoals hij in de jaren zestig  werd afgeleverd
De grote voorbeelden van  de RAMI-modellen staan in het Henri Malartre Museum in Rochetailée-sur-Saône, wie de bodem van de modellen bekijkt ziet RAMI by J.M.K., de M is de M van Malartre. De modellen halen het niet bij hetgeen vandaag in de winkels ligt, maar daar was de prijs ook niet naar, dat is tegelijkertijd een uitdaging om de wagentjes een ietwat natuurgetrouwer uiterlijk te geven. Eigenlijk is het doodeenvoudig, zoek eerst een foto van het grote voorbeeld van het model en als die onvindbaar blijkt, vindt een foto van een auto uit dezelfde fabriek uit hetzelfde jaar. Ik kon geen foto vinden van de  Renault Tonneau uit 1900 die RAMI in  miniatuur gemaakt heeft, maar vond wel een plaatje van een iets andere Renault uit dat jaar. Het eerste dat opviel was dat de wagen geen houten spaakwielen had, maar wielen met metalen spaken. Uit een doos met losse onderdelen heb ik die, na de velgen geel geschilderd te hebben, klaargelegd en heb daarna het RAMI-model volledig uitelkaar gehaald, dat gaat het best met een boormachine. Vervolgens begint, na het model al dan niet van verf te hebben ontdaan, het opnieuw schilderen, gebruik daarvoor bijvoorbeeld Humbrol maar kies niet de glanzende varianten, maar kies de satijnen of doffe versies. Koop goede, maar dure penselen in een kunsthandel, de nummers 0, 1, 2 en 3 zijn meestal voldoende.  Dee messingstrepen langs de motorkap kunnen uiteraard met goudverf geschilderd worden, maar veel mooier is Bare-Metal te gebruiken, heel dunne zelfklevende folie, die ook in chroom en aluminium leverbaar is. Bij deze Renault bleken de radiateurs aan de zijkant van de motorkap te breed, die heb ik dus kleiner gemaakt. Met een beetje moeite is zo'n RAMI-model voor weinig geld nog steeds op te duikelen en na een paar dagen geduldig schilderen staat er een veel natuurgetrouwer autootje dan zoals het zo'n vijftig jaar geleden de firma RAMI in Lure (Haute-Saône) verliet.

18.8.14

Museum 4

In het Louwman Museum staat natuurlijk een Panhard Levassor "Dynamic", de met geen andere auto te vergelijken creatie van Louis Bionier, uiteraard met een schuivenmotor, want daaraan had Panhard al decennia zijn hart verpand: Sans Soupapes, zonder kleppen. Prachtige details zoals de in de vorm van de radiateurgrille terugkerende vorm van de koplampen, de poging tot een panoramische voorruitcreatie en de plaats van de chauffeur in het midden van de voorbank. Bovendien had de wagen - voor zo'n grote wagen medio jaren dertig: zeer revolutionnair - een zelfdragende carrosserie. Er waren twee types de 130 en 140, de eerste had een zescylindermotor met een inhoud van 2516 cc, de tweede een motor met een inhoud van 2861 cc. In 1938 ging de plaats van de chauffeur naar links en verscheen de 160 met een motor met een inhoud van 3834 cc.

Frans

Heel misschien is het een afwijking van me, maar ik denk het niet. Ik heb een bovenmatige belangstelling voor regionale muziek en of dat nu om de muziek in de Verenigde Staten of om die in Frankrijk gaat is mij om het even. Zo'n twintig jaar geleden sprak ik een cultureel attaché van de Franse ambassade omdat, zo dacht ik, hij behulpzaam zou kunnen zijn met het vergaren van regionale muziek uit het Franse, want in de reguliere platenhandel in ons land kon ik niet terecht. Het gesprek was in drie minuten afgelopen want de man wist niet waar ik het over had, hij wist iets van chansons maar Bretonse doedelzakken noch bourrées uit Auvergne zeiden hem iets. Het overgrote deel van mijn CD's van bijvoorbeeld René Egles is dus in de Elzas aangeschaft, een enkele CD komt uit de inmiddels gesloten FNAC-winkel aan de Parijse Place de la Bastille. Egles zingt in het Elzasser dialect, een dialect van het Duits. Dit is een optreden van hem, dat na zijn inleiding begint met een traditioneel liedje "De Hans im Schnookeloch". De Hans im  Schnookeloch het alles was'r will! Un was'r will, dis het'r nit, Un  was'r het, dis will'r nit. De Hans im Schnookeloch het alles was'r will!

17.8.14

Noe Sjops

 toe noe sjops in ze goyiz fillitz wiz geiwe
(of caurs ingliz spoken)

45 2


Paul

Een opname van een jonge Leo Kottke (1945) met "Louise" van Paul Siebel (foto). Meestergitarist Kottke, zingt zelden omdat hij zijn zang als "ganzenscheten op een zwoele dag" vindt klinken. Jarenlang heb ik Paul Siebels "Nashville Again" als herkenningsmelodie van een gelijknamig programma gebruikt. Siebel brak helaas nooit echt door, kreeg nooit de faam die hij als singer/songwriter verdiende. Hier zijn "Nashville Again" samen met "Hillbilly Child". Met een 'cajun'-begeleiding is dit "The Legend of the Captain's Daughter". Liedjes schrijven kon Siebel, dit is zijn "Bride 1945".

Museum 3

Sommige auto's in het Louwman Museum herken ik: de Marmon stond net als de Grégoire, met het grappige kijkgaatje in de voorruit om zicht te hebben als het regende, ooit in de verzameling van Riemer in Driebergen, de Panhard-Levassor 1912 (foto) met een door Labourdette ontworpen skiffcarrosserie stond in het eerste Louwmanmuseum in Leidschendam, daar stond ook de Dodge uit 1914 met het zogenaamde fatman's wheel dat verschuifbaar was, zodat ook een zwaarwichtige chauffeur zich achter het stuur kon zetten. Lang, heel lang geleden schreef ik over die Dodge voor Fred van der Vlugt een tekst, toen de wagen aan een test werd onderwerpen in "Wereld op Wielen". De Isotta-Fraschini Tipo 8A uit 1925 met een Nederlandse carrosserie zag ik ooit op Zandvoort met Evert Louwman achter het stuur tijdens een PAC-rit.

16.8.14

45

Zeker 45 jaar geleden gemaakte collage, die ik vanochtend terugvond.

2018


Zoals u ongetwijfeld weet is Leeuwarden in 2018 culturele hoofdstad van Europa en dus is het hoogtijd om bij Frederik-Jaap Struyschcondt, persvoorlichter van het evenement, die  voor vier jaar is vrijgemaakt van  zijn functie als directeur van het Fries Aardappeldrukmuseum in Scharnegoutum, telefonisch te informeren wat ons over een viertal jaren te wachten staat.
"Nou, we hebben Anneke Douma, u weet wel de zangeres van het lied over de Bonkevaart, waarmee ze tot ver over de grenzen van Friesland een paar jaar geleden een enorm succes had, gestrikt om een speciaal lied te componeren dat precies op de jaarwisseling  2017/2018 door haar op de Brol wordt uitgevoerd met begeleiding van het combo De Havankers uit Snakkerburen, genoemd naar de wereldberoemde Leeuwarder schrijver Havank. Dat leek ons een stevige, maar vooral ook uiterst  culturele start. Tussen twee haakjes: het waarmerk van Leeuwarden, de Oldehove, zal worden  verlicht met 151.437 gele en blauwe ledlampjes, die met een frequentie van achttien millisecondes aan en uit zullen flitsen. Geel en blauw vanwege de Leeuwarder kleuren en achttien om het jaar waarin de festiviteiten plaats vinden nog eens extra te  onderstrepen."
"Juist en wat gebeurt er op het gebied van de beeldende kunst?"
"We hebben het plan een route uit te zetten langs de mooiste beeldhouwwerken in de Friese hoofdstad: langs de Mercuriusfontein en langs het beeld van Roosje Cohen, om slechts een paar voorbeelden te noemen. Vooral het laatste beeld komt in het centrum van de belangstelling te staan: de overweg bij de Schrans gaat in 2018 zelfs  dicht, of misschien is het zelfs beter te spreken over het feit dat de overweg open blijft, in ieder geval vertrekken de treinen naar Groningen een jaarlang niet van het hoofdstation,  maar van het station Leeuwarden Achter de Hoven, zodat er alle ruimte is om dagelijks Roosje Cohenwedstrijden te houden, waarbij de deelnemers vanaf de kruising Groningerstraatweg/Anne Vondelingweg via Voorstreek, Kelders en Weaze enzovoort, enzovoort, verkleed als Roosje Cohen achter een kinderwagen gevuld met kleine handelswaar ongehinderd door een spoorwegovergang tot aan de Julianalaan in Huizum kunnen rennen."
"Iedere dag opnieuw?"
"O ja, we hebben nu al meer dan duizend inschrijvingen, want zo herinnert Leeuwarden zich zijn joodse inwoners het best, begrijpt u?"
"Wat gebeurt er op de Nieuwestad?"
"Grote plannen, nee, grootse plannen. Originele plannen ook. Net als 's zomers in Parijs wanneer daar  langs de Seine zand wordt gestort voor Paris Plage komt er op de Nieuwestad zand, veel zand. Onder de naam Leeuwarden on the Beach kan daar op een badhanddoek geluierd worden, maar kunnen ook zandkastelen worden gebouwd, voor het hoogste kasteel wordt maandelijks de Abe Bonnemaprijs ter beschikking gesteld. Leeuwarden European Capital of Culture wordt een fantastisch feest."

15.8.14

Museum 2

De automobielverzameling van Henri Malartre staat in het naar hem genoemde museum in Rochetaillée-sur-Saône vlakbij Lyon. Prentbriefkaarten met de tentoongestelde auto's doken in ons land al in de jaren zestig op, gevolgd door de modelletjes van RAMI. Een paar jaar geleden was ik eindelijk in de gelegenheid om de collectie te zien en dat was de moeite meer dan waard. De auto's zijn voor een deel ondergebracht in een kasteel, waarbij ik me regelmatig afvroeg hoe ze de wagens ter plekke hadden gekregen, een ander deel van de verzameling staat in een grote hal. Natuurlijk ligt de  nadruk in Rochetaillée op Franse auto's, Frankrijk had, anders dan ons land, vanaf het prille begin in de negentiende eeuw een boeiende autoindustrie. Soms kwamen de bouwers uit een onverdachte hoek, want wie zou vermoeden dat een klokkengietersfamilie in Le Mans stoomwagens ging bouwen. Vader Amédé Bollée was er al mee bezig in 1873, zoon Amédée zette het werk voort o.a. met de bouw van een enorme postkoets voor de markies De Broc, later verschenen kleinere door stoom aangedreven koetsachtige voertuigen van zijn hand, zoals bovenstaande auto uit 1878, voor Amédée junior overschakelde op benzineauto's. Na 1920 maakte de fabriek zuigerveren. 
Hier onder staat een Scotte uit 1896, eveneens aangedreven door een stoommachine, want het pleit  in het voordeel van benzine was nog  niet beslist. J. Scotte kwam uit Épernay en hij heeft lang niet  de bekendheid gekregen van Bollée, al staat de "Train Scotte" op zijn naam, een niet op rails door een stoomtractor voortbewogen reeks wagens o.a. ingericht voor het vervoer van verwonden, maar het  ontwerp werd door het Franse leger niet geaccepteerd en in 1914 vinden we Scotte in Épernay als directeur van een bedrijf waar hoeden worden vervaardigd.

14.8.14

Mooi



Mooi, ik weet het, is een relatief begrip, maar dat volk dat zich Bussum Cultureel noemt een onnozel watertje, omringd door retro-optrekjes ontworpen door twee Berlijnse architecten die "niemals" in de Duitse hoofdstad ook maar één bouwwerkje zouden kunnen slijten, de mooiste gracht van Bussum noemt geeft aan hoe het met de cultuur in  het goyse dorp met geiwe gesteld is.

Henk

Gister meldde hij zich telefonisch, zover ik het behap, Groningens meest Groninger: Henk Scholte, tweede rij uiterst rechts op de foto. Zonder hem zou ik vrijwel niets van die noordelijke provincie weten, maar naast zijn dagelijkse arbeid: aandacht te vragen voor de Groninger cultuur is hij tevens zanger van het bijkans veertig jaar oude Törf, een groep waarvan ik, inmiddels meer dan acht jaar geleden, graag iets mocht laten horen in De Gezamenlijke Zenders Peazens & Moddergat. Ik schreef over Törf in The Rough Guide en die regels hebben er volgens Henk er voor gezorgd dat Törf binnenkort naar Cairo afreist om op te treden op een festival, waar ook Rango en El Tanbura acte de présence geven.

Museum

 
In de loop der jaren ben ik in heel wat automobiel(laat ik de officiële naam gebruiken)musea geweest, in het Grootbritse, in Frankrijk, in de Verenigde Staten, maar ook in Nederland. Ik herinner me tentoongestelde auto's in Heerenveen, in De Tynje, in Leidschendam en in Rosmalen. Dinsdag was  ik in het Louwman Museum in Den Haag. Prachtige verzameling in een mooi gebouw met een evenwel schamele entree die totaal niet strookt met hetgeen wordt voorgeschoteld, zoiets duidt op vaderlandse personeelsbeknibbeling van de ergste soort, bij mijn rondgang kwam ik behalve een ramenlappende en een stofzuigende dame geen enkel ander personeelslid tegen dan de vriendelijke kaartjesverkopende dame bij de ingang. Dat hoort niet, ik betaal een forse toegangsprijs en wil niet lastig gevallen worden door rondrennende kinderen die aan afzettingskoorden plukken: een suppoost is dan broodnodig.
Het begin van de rondgang door de collectie, met de in schemerduister opgestelde koetsen en heel vroege auto's is schitterend, zo  fraai heb ik het elders niet gezien, dat ik daarna het spoor ietwat bijster raakte, komt door de enorme overvloed aan wat er staat, want het is echt indrukwekkend, al moet ik her en der wat wel wat vraagtekens zetten: want wat is de relevantie van die enorme Amerikaanse brandweerwagens in een Nederlands museum, was iets simpelers dat aan onze nostalgie  raakt niet juister geweest, dan de "hook and ladder" met zijn de meesturende brandweerman op de achteras, overigens zo prachtig verklankt door Charles Ives.
 Behalve de auto's zijn er affiches, zoals dat uit 1932 van Buick met het zich  in de glanzende autolak spiegelende hondje, er is porselein, er staan benzinepompen, er zijn scheermessen en tabaksdozen met afbeeldingen van auto's, kortom het hel museum ademt auto.

13.8.14

Yasmina

  Und die Haifi, die hat Zähne
 Und die trägt sie im Gesicht
 Und Yasmina hat ein Messer
         Doch das Messer sieht man nicht.

Steve & John

Het waren goede vrienden Steve Goodman en John Prine en schrijven en gitaarspelen konden ze, er is helaas niet veel van hun bewaard gebleven, waar ze samen optreden. Dit is een juweeltje:"Souvenirs".