U hebt u, net als ik de, afgelopen weken wellicht afgevraagd waar de vaderlandse knuffel - en dan bedoel ik het zelfstandig naamwoord en niet het werkwoord - zijn oorsprong vindt. Die oorsprong blijkt terug te voeren tot een met de hand geschreven manuscript van dr. Hermanus Krotermans (1904-1999), die een middeleeuwse Duitse oproep ter kruistocht te gaan van Heinrich Ritter de la Prune zu Pflaumenburg uit Paderborn in 1993 onderzocht en vervolgens in het Nederlands vertaalde. In die oproep uit 1043 is sprake van "pruegeln mit dem Knueppel zum Thode die unglaubige Bestien im Heiligen Lande". Krotermans manuscript werd door diens dochter drs. Agatha Berkeboom - Krotermans verzorgd, door haar van een inleiding voorzien en na haar vaders dood in 2001 uitgegeven door Uitgeverij "In den Zondeval" te Gorinchem. Omdat Krotermans geschreven p sterk leek op een f, werd bovenstaande Duitse regel foutief gelezen als "de ongelovige beesten dienen in het Heilige Land te worden doodgeknuffeld". Doodknuppelen uit Krotermans manuscript veranderde in de gedrukte versie in doodknuffelen. Agatha's echtgenoot Bastiaan Berkeboom, directeur van een speelgoedfirma te Spekholzerheide, zag vrijwel ogenblikkelijke commerciële mogelijkheden in de combinatie beesten, dood en knuffelen en bestelde 1000 pluche pandaberen in China, waarvan hij een vijftal na na een tragische botsing tussen een scooter een fietser te Kerkrade op de plaats van het dodelijke ongeval als memento mori deponeerde. Binnen de kortst mogelijke keren was hij, door steeds opnieuw pluche pandaberen op ongevalplaatsen achter te laten, door zijn voorraad heen, hij bestelde in China vervolgens behalve pandaberen eveneens pluche schildpadden, foxterriers, olifanten en andere dieren. De vraag naar deze pluche speelgoeddieren, die Berkeboom onder de naam knuffel in de handel bracht en brengt is inmiddels uitgegroeid tot een miljoenenbedrijf, want iedere goede vaderlandse ingezetene wenst zijn dierbaren en niet alleen zijn dierbaren te herdenken met tenminste één pluche dier op het graf.
Jan-Frans Stummelaar, taalkundige, Kampen.