Intussen was er, zonder dat Katrol Fokkemaat er erg in had, toch de nodige onrust ontstaan in De Zeeanemoon en er dreigde zelfs een splitsing der geesten, Jochem-Jan Freutenklöver, u herinnert u de man met de fiets met de dikke banden en slagersknecht in Avenhorn, was zeer bevriend met Jeroen Bustemakker die van plan was een alternatief shantykoor op te richten en om op eventualiteiten goed voorbereid te zijn had Jochem-Jan al eens met een kennis in Purmerend, Tosten Waarhaan, overlegd of er een mogelijkheid bestond de getatoeërde staverse jol te laten verwijderen wanneer hij lid werd van het koor van Jeroen Bustemakker. Niet dat Jeroen dat zou eisen maar het stond wat vreemd wanneer er in het nieuw te vormen koor iemand op de eerste rij zou staan met een staverse jol op zijn voorhoofd. Katrol had inmiddels voor die staverse jol een gimmick uitgedacht. Door de wenkbrauwen te fronsen bewoog de staverse jol en leek hij te varen en dus had Katrol verordonneerd dat bij het zingen van "Op de woelige baren, bij storm en bij wind, denk ik steeds aan mijn blondje", bij het uitspreken van de woorden woelige, storm en wind de wenkbrauwen gefronst moesten worden zodat het leek alsof de staverse jol over de golven reed.