De firma La Licorne stond in 1949 voor de laatste maal op de Parijse autosalon met een fraai gelijnde cabriolet - met een viercylindermotor van tweeëneenhalve liter - maar die maakte in de schrale naoorlogse tijd weinig kans, daarna volgde nog een project met kleinere cabriolet voorzien van een Bugattimotor van 1500cc en een carrosserie van de firma Antem, doch dit project was de zwanenzang voor het bedrijf in Courbevoie. La Licorne, een naam toegevoegd aan de naam van de oprichter J. Corre in het eerste decennium van de vorige eeuw, die kort daarop het bedrijf verliet en zijn automobielen op de markt bracht als J. Corre of J.C. La Licorne ging afzonderlijk verder en in 1934 verscheen er zelfs een acht in lijn, dat was geen goed idee, maar het was niet de enige Franse fabriek die zich in de crisisjaren op die manier vertilde. Wie voorwielaandrijving een brug te ver vond, maar gecharmeerd was van de carrosserie van Citroëns Traction Avant kon in 1937 bij La Licorne terecht die leverde eerst de "Légère" met achterwielaandrijving als "Rivoli", een half jaar later verscheen de "Normale" als "Normandie", beide met treeplanken en een vierversnellingsbak. Daarna verscheen nog een eigen concept: een tweedeurs auto met een 6 dan wel een 8CV-motor, de carrosserie daarvan werd tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikt door Mildé-Kriéger voor een electrische auto. Uitgerust met 250 kilo's aan accu's reed de auto met vier personen met een snelheid van 40 km/u. een maximale afstand van 90 kilometer. La Licorne zelf schijnt in die jaren ook een electrische auto op de markt te hebben gebracht. De auto op de foto dateert uit de jaren twintig, om precies te zijn uit 1926 en is een V14W4.