In mijn jeugd, geachte lezers, waren in Nederland, net als in de ons omringende landen, goede omgangsvormen een verplichting, met een onbekende verkeerde je niet op basis van je en jou. Tegenwoordig meent iedere vlerk of hij of zij nu in dienst is van een grootwinkelbedrijf, een hotelboeker, een biblioteeksite, mij te moeten tutoyeren, wanneer men daar per email bezwaar tegen maakt, laat een pakketbedrijf als DHL mij weten dat zulks de "policy of the company" is en dat de klant dat nu eenmaal wenst, alsof er een uitgebreide en degelijke enquête aan de beslissing voor het ge-je en ge-jou aan is voorafgegaan. Hoogst merkwaardig, zou ik willen opmerken, ik neem aan dat wanneer koning Willem-A. even buitenslands verblijft vanwege een staatsbezoek, en de bezorging van een aan hem gericht pakje misloopt, eveneens een missive ontvangt met de inhoud "je was niet thuis, je kunt jouw pakketje ophalen". Ik herinner me de kreet van hoelahoeper, veterdanser en premier Joseph-Jan Kopsekant: "Fatsoen moet je doen", een kreet die overduidelijk verworden is tot "Onfatsoen moet je doen".
"We doen de nutsbedrijven in de uitverkoop", kraaide het gouvernement onder aanvoering van Jamie Oliver, maar het kan ook een andere kok geweest zijn, "want dan onstaat er concurrentie op de energiemarkt en dan wordt het voor de klant goedkoper". "We schaffen tegelijkertijd ook het luister- en kijkgeld af, dat scheelt ook weer in de portemonnaie van de burger." Om met dat laatste te beginnen: sindsdien worden we stelselmatig geconfronteerd met ziekmakende programma's waarin we de gelegenheid krijgen aan iets afschuwelijks lijdende patienten tot in het crematorium te volgen. Radio en televisie zijn, anders dan bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, gratis. Zoiets is ongehoord, een product wordt om niet aangeleverd. Over de verkoop van de nutsbedrijven, of het nu om gas gaat, om electriciteit, of om post- en pakketbezorging of om telefonie, wat in ons land is klaargestoomd kent zijn gelijke niet: een tiental energiebedrijven, die slag leveren om een klant, die minimaal doctorandus economie moet zijn om uit te vogelen, wie echt de goedkoopste leverancier is, ingehuurde post- en pakketbestellers, verdwenen postkantoren, nee, in mijn jeugd was dat totaal anders. Ter meerdere vervuiling is het vervoer van post per trein gestaakt en worden vrachtwagens ingezet, de postbesteller ontvangt zijn te bezorgen brieven ergens in een achterafgelegen garageboxencomplex, terwijl pakketjes niet meer door één bedrijf worden bezorgd, maar door een aantal, die mensen, stelselmatig in tweedehands, vervuilende dieselbusjes, op pad stuurt en per afgeleverde colli betaalt.
Eén van de mensen die ik uit mijn jeugd herinner is de fameuze vaderlandse antirevolutionair Frommel Stroberg, bevriend met Lieven van Marie, Antonius Plaatstaal en Homme Zijlstra, laatstgenoemde vader van de na een ontmoeting met Breznjew of een andere Rus verdwenen Hobbe, voormalig duivenmelker te Donkerbroek of Oosterwolde, van het juiste dorp mag ik af zijn. Ik zou dat kunnen opzoeken in Wikipedia, maar ik gevoel daar momenteel weinig lust toe, bovendien dient dit stuk ook nog over Frommel Stroberg, bijgenaamd Fraaie Frommel, te gaan, die een aantal malen het vaderlandse gouvernement mocht leiden en daarnaast, zoals zovele Nederlandse politici, een aantal nevenfuncties had, zoals commissaris van een luchtvaartbedrijf en een overzeese gas- en electriciteitsfirma. Daarvoor ontgon hij o.a. heide en bankierde hij, maar dat is al heel lang geleden, we zullen daartoe terug moeten naar het einde van de jaren vijftig, daarna rees zijn ster snel en verscheen hij veelvuldig op de televisie, gelukkig werden er in Eindhoven op dat ogenblik net grootbeeldtoestellen geproduceerd, zodat hij volledig in beeld kon worden gebracht, hetgeen daarvoor - met die kleine zwartwittv's - een onmogelijkheid was gebleken. Stroberg leidde ook een minderheidskabinet, nadat de zoon van de vader des vaderlands van die dagen, hem vanwege een geldkwestie in de steek had gelaten.
Toen ik jong was hadden manlijke bejaarden hun hoofd bedekt wanneer zij zich buitenshuis begaven, al naar hun sociale klasse dan wel met hoed, dan wel met pet, huidige bejaarden verlaten schaamteloos hun woonte om het volk hun knokige knieën en hun bespataderde kuiten te tonen, dat zulks bij welopgevoede vaderlanders vomeerneigingen veroorzaakt, deert hen klaarblijkelijk niet: bruine beentjes en een frisse wind rond het scrotum is het doel waarnaar zij streven. Zelfs neringdoenden generen zich niet om kortgebroekt achter de toonbank te staan om waar aan te prijzen. Stelt u u eens voor: Homme Zijlstra, Paul de Grotere, Corpus Romme, een man zo katholiek dat hij een m - teken van de Heilige Drievuldigheid: Vader, Zoon & Heilige Geest - aan zijn toch al zeer katholieke familienaam had toegevoegd, Knillis "Boer" Lijster, Herbert Schmalz en Christianus Tilanus (terwijl laatstgenoemde alleen al door zijn achternaam enig recht aan het verschijnen in ondergoed kon ontlenen) of Lou Schollekens, in net boven of onder de knie eindigende korte pantalons. Ach, waar is de tijd gebleven dat er op dixielandmuziek gedanst werd en krautsurfing, behalve langs het strand van het Duitse eiland Sylt, een nog onbekend fenomeen was, er diende netjes gefoxtrot te worden, want in de meeste lokaliteiten was het zogenaamde swingdansen verboden, dat veranderde met de intrede van de rock en roll, een uit de Verenigde Staten overgewaaid fenomeen, dat evenals het bekladden van andermans eigendommen gemist kon worden als kiespijn, want heette een aloud vaderlands gezegde niet "gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen". Ook de plusfour - door een enkeling omschreven als drollenvanger - verdween dankzij de - alweer - Amerikaanse - firma Levi, weldra gevolgd door Lee en branchegenoten. Oorspronkelijk vervaardigt van stevig materiaal is de tegenwoordige jeugd in staat, waarschijnlijk omdat zij klaarblijkelijk veelvoudig rondkruipt, de pantalon ter hoogte van de knie van forse gaten voorzien, vroeger werd zo'n broek ogenblikkelijk door een nijvere huisvrouw hersteld, maar daar is tegenwoordig geen sprake meer van, moeder imiteert haar dochter en gaat eveneens volgaarne met een gescheurde spijkerbroek door het leven. Zoiets schijnt koel te heten. Weet u nog dat de wereldkampioenschappen voetbal in 1948 in ons land werden gehouden, in Amsterdam in het Olympisch Stadion, in Rotterdam in het Feyenoordstadion en in Den Haag in het ADO-stadion. Nederland zelf voetbalde niet mee, het was in de Europese voorronde uitgeschakeld, ook de Sowjet-Unie was niet aanwezig: Stalingrad had deelname verboden en de Verenigde Staten ontbraken vanwege een tweetal redenen: festiviteiten ter gelegenheid van de tweede verjaardag van de toekomstige vijfenveertigste president en spraakverwarring rond het woord football, omdat daar onder die naam een totaal andere sport onder wordt verstaan. Winnaar werd de Duitse Bondsrepubliek met trainer Alois Scherzenberger, die nog in het Legion Condor had gevlogen, uitblinkers onder de Duitse 11 waren rechtsvoor Hampelmann Maria Globkens en rechtsback Theodor Oberländer, hetgeen, maar dat zult u begrijpen, totaal iemand anders was als een Niederländer. Bij thuiskomst in de toenmalige hoofdstad Bonn werden Globkens en Oberländer gezeten op de schouders van hun landgenoten, geassisteerd door een aantal speciaal voor de gelegenheid aangereisde ADO-fans, toegezongen met het aloude vlaggelied : "Die Fahne Hoch!"
Een volgend maal ga ik u alsnog het een en ander vertellen over verdere fantastische avonturen van net genoemde Duitsebondsrepublikein en meest rechtse hand van kanselier Albenauwer, Hampelmann Maria Globkens, die buitengewoon goed bevriend was met Adolf Birkenblättchen, die na de Tweede Wereldoorlog Mercedessen sleet in Argentinië, maar zijn aards bestaan, na een veelbesproken proces, zag eindigen in Israël.
Adriaan Zwakvatter, Zelhem
Adriaan Zwakvatter, Zelhem