30.6.12

Veteranendag

Originaliteit is dit volk vreemd, vandaar ook dat onze televisiejournaals in vorm en presentatie gemodelleerd zijn naar die van de BBC. Ook zo'n veteranendag is van elders komen overwaaien, want wie heeft er behoefte aan, zeker nu - veel te laat en te traag - duidelijk wordt dat "onze jongens" in "ons Indië" een allesbehalve glorieuze rol hebben gespeeld en net zo min als "Befehl ist Befehl" doet "het werd ons opgedragen" uiteindelijk opgeld. Natuurlijk stond de uit zijn uniform gehesen Victor Baarn bij invoering van een veteranendefilé te trappelen van ongeduld toen hem duidelijk werd weer een ietsiepietsie "millitèr te können sain", maar inmiddels vertoeft hij alweer enige jaren in het hiernamaals en was er alle reden om de rond zijn verjaardag begonnen onzin te beëindigen. Begrijp me goed: ik heb niets tegen de krijgsmacht. Zelfs niet tegen parades. Trooping the colour, waarmee de Britse monarch haar verjaardag viert, verkies ik ver boven de uitdragerij op 30 april te onzent. Een verslag van de taptoe in Edinburgh, met al zijn verschillende muziekensembles, laat ik me ook niet graag ontgaan. Misschien is de muziek juist hetgene wat mij redelijk enthousiast maakt?
Dat moet er al vroeg ingeslopen zijn, want toen ik door de heren Arend Jan Heerma van Voss en Wim Noordhoek tijdens een uitzending van hun onvolprezen "Radiovereniging" gevraagd werd naar mijn oudste muzikale herinnering, antwoordde ik tot hun verbazing: de Amsterdamse Politiekapel, nee, nee, niet onder leiding van Johan Pinkse, maar de vooroorlogse kapel onder leiding van H. Reygersberg met de mars "Zou zou qui passent"*. 
Een paar geleden was ik op Quatorze Juillet in Brest en hoopte ik op een optreden van mijn favoriete bagad, de Bagad de Lann-Bihoué, maar helaas. Gelukkig waren er blijmakende, andere biniouklanken en na afloop heb ik met een paar musici gesproken over de gespeelde muziek, want er passeerde o.a. een Schotse naast een Bretoense medley. 
Toch even terug naar mijn "militaire inslag". Minstens zo groot als de verbazing van Heerma van Vos en Noordhoek over mijn keuze voor de Amsterdamse politiemuziek, was vele jaren eerder bij vrienden en bekenden mijn verkiezing tot beste soldaat van de compagnie bij de Grenadiers van de lichting 59/1. Maar dat had alles te maken met compagniescommandant kapitein A.J Ouwerling en peletonscommandant luitenant Marie van Lopik, die totaal niet voldeden aan het cliché dat ik van militair kader had. Zij bleken helaas een uitzondering, want eenmaal op de School Reserve Officieren Infanterie kreeg ik te maken met kapitein Oud  ("schoenen worden gepoetst met Kiwi, met Kiwi worden schoenen gepoetst, schoenen worden gepoetst met Kiwi") en dat gaf binnen de kortste keren trammelant. Zeker nadat hij me een keer op de weekkamer betrapte terwijl ik Gogol zet le lezen en me toebeet dat in dat verblijf geen romannetjes werden gelezen, maar alleen het handboek soldaat. Binnen een maand was ik afgekeurd.
*Zou zou qui passent is net als de andere kant van de 78-toerenplaat "Triumph" een mars van de Franse componist Francis Popy, zijn muziek is typerend voor de belle époque. Noch "Zou zou qui passent" noch "Triumph" heb ik op YouTube kunnen vinden, wel Popy's "Marche de nuit".