Zijn
overgrootvader had Harm Stoeptegel geheten, een nette naam, maar door
een weinig oplettende ambtenaar van de burgerlijke stand in Drachten,
was het vers geboren zoontje van Harm ingeschreven als Jacob Soeptegel
en daarom heette zijn in Den Haag wonende kleinzoon ook Soeptegel. Hoe
vaak hij het verhaal hoe hij aan die naam gekomen was had moeten
vertellen, wist hij inmiddels niet meer. Hij was er op school mee
gepest. Maggiblokje hadden ze hem genoemd en toen een verdomd aardig
vriendinnetje hoorde wat zijn achternaam was, had ze het meteen
uitgemaakt. Nu had hij een hond. Rakker. Maar ook die naam zorgde voor
problemen want er waren buren die net deden of ze die naam niet
verstonden en het hadden over Kakker. "Hep-ie de kak fan Kakker wel
opgerùimp?'" vroeg zijn buurman wanneer hij met de hond thuiskwam.