Wonderlijk hoe weinig
mechanisatie zijn intrede heeft gedaan in onze tuin, niet in het
piepkleine voortuintje in de volksbuurt noch in de landschappelijke
hectares die landhuizen omringen en dat is in beide gevallen bijzonder
spijtig omdat mechanisatie zoveel meer toevoegt aan de schoonheid. Met
een simpele electromotor gekoppeld aan een horizontale lopende band
waarop een arsenaal van planten kan worden gepoot is het immers
mogelijk veel meer kleurvariaties aan te brengen dan de
ongemechaniseerde natuur ons te bieden heeft. De electromotor die over
een reeks van snelheden beschikt, tovert ons, wanneer we op de
horizontale band om en om helderrode geraniums en gele achillea planten,
rap een schitterend oranjefestijn wanneer we snelheid tot vijfentwintig
klometer per uur verhogen, daar kan geen goudsbloem tegen op. Er is
niets leukers om gasten te verrassen met zo'n, zeg maar,
kleurversnelling, die vervolgens wordt afgeremd om de kijkers te laten
genieten van de individuele planten op de lopende band.
Vandaag
vraag ik tevens uw aandacht voor het alleraardigste Malarmklokje, fel rood van
kleur en genoemd naar de broer van de Franse dichter Stéphane Malarmé,
Serge Malarmé, een fameus botanicus die de gehele malarmklokjesfamilie
in kaart heeft gebracht onder de verzamelnaam Horlogia Inermiata
Malarmé. Het is een plantje dat houdt van grote droogte en het is dan
ook niet zo heel verwonderlijk dat het in ons land helaas weinig wordt
aangeplant, toch is het heel wel mogelijk het Malarmklokje bijvoorbeeld
op een overdekt balcon, waar de regen geen vat op heeft, neer te zetten
in een flinke pot klei, zelfs in boetseerklei valt het resultaat niet
weg te poetsen. Begin juni bloeien de klokjes om ons in de herfst met
een tweede bloei te verrassen. Het blad heeft een donkergroen
leerachtig uiterlijk met een grijskleurig vilten onderzijde, waarop de
letter M steeds duidelijk te onderscheiden is.
Het
is nu begin mei en dus ook de hoogste tijd het paarse hobbelaarskruid te
planten. Wanneer het begin november zijn eerste paarse klokjes toont,
zult u terdege verrast zijn over zoveel schoons, zeker als u het kruid
samen met de gele dwarsvaren plant, houdt echter wel de nodige ruimte
tussen kruid en varen want ze verdragen elkaar niet al te goed en
trachten elkaar namelijk met geur te bestrijden, hetgeen natuurlijk
meegenomen is in het gevecht dat u zelf voert met katten die uw tuin
onveilig maken voor zangvogels, zoals de grote sprietvink en het
koddebeiertje, terwijl laatstgenoemd vogeltje toch langzamerhand in de
rode zone - dus ernstig bedreigd - is beland. Zijn vrolijk
"kikerakorewietska-ploenk-ploenk" valt vooral tussen 's ochtends kwart
voor acht en tien over negen te beluisteren. Plant het paarse
hobbelaarskruid en de gele dwarsvaren met een tussenruimte van
drieënzestig centimeter en geef beide planten tot begin juni een kwart
liter water per dag.
Tamara Maretak van der Hulst, tuinarchitecte.